Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] B.V.,
[gedaagde sub 3] B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 26 maart 2025 met 21 bijlagen,
- het bericht van 6 juni 2025 met bijlage nummer 22 van [gedaagden]
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling
corporate opportunitygenoemd – ontnomen. Op grond hiervan is sprake van onbehoorlijk bestuur door [gedaagden]
lead generatorvoor [bedrijf 2] is, dat de Website ooit één lead heeft opgeleverd die is doorverwezen naar [bedrijf 2] , dat [bedrijf 2] geen interesse had in het overnemen van de Website en dat de Website nu een slapend bestaan leidt. Dit zegt echter niets over de activiteiten van [gedaagde sub 3] . Die kunnen nog steeds concurreren met de activiteiten van [bedrijf 2] .
dat [gedaagde sub 3] sinds de oprichting ook non-bancaire financieringen voor zakelijk vastgoed aanbiedt en/of daarin bemiddelt en/of adviseert en daarmee inkomsten heeft verworven.
- Informatie over het reilen en zeilen van [bedrijf 2] ,
- Informatie over andere activiteiten van [gedaagden] ,
- Informatie over de activiteiten van [gedaagde sub 3] .
4.De beslissing
woensdag 10 september 2025voor uitlating door [gedaagden] of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwillen overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moeten brengen,
woensdag 8 oktober 2025voor een antwoordakte van [eiseres] ,
getuigenwillen laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
oktober 2025tot en met
december 2025dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,