ECLI:NL:RBMNE:2025:4104

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 juli 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
UTR 25/3031
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit dat op 27 maart 2025 bekend was gemaakt. De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift pas op 12 mei 2025 is ontvangen, wat na de wettelijke termijn van zes weken is. De rechtbank legt uit dat een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend, zoals vastgelegd in de artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft aangevoerd dat zij te laat was omdat zij als werkzoekende vreesde voor de kosten van een advocaat en het griffierecht. De rechtbank oordeelt echter dat dit geen geldige reden is, aangezien eiseres ook zonder advocaat beroep kan instellen en in geval van betalingsonmacht om vrijstelling van het griffierecht kan vragen. Gezien het feit dat het beroep te laat is ingediend, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich en is openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/3031

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juli 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van 27 maart 2025.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 27 maart 2025. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 8 mei 2025 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 12 mei 2025. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelt. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Eiseres zegt dat zij te laat was, omdat zij als werkzoekende vreesde voor de kosten van een advocaat en het verschuldigde griffierecht. Dat is geen geldige reden, omdat eiseres ook zonder advocaat beroep kan instellen en zij in geval van betalingsonmacht ook om vrijstelling van het griffierecht kan vragen.
5. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk zal behandelen.
6. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich rechter, in aanwezigheid van M.M. Mulder, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.
de griffier is verhinderd deze uitspraak
te onderteken
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.