Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
de Algemene Utrechtse Hengelsport Vereniging (AUHV), uit Utrecht, eiseres
Haarrijnse Zonneweide B.V., uit Utrecht, vergunninghouder
Rechtbank Midden-Nederland
Op 28 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de Algemene Utrechtse Hengelsport Vereniging (AUHV) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, met betrekking tot een omgevingsvergunning voor het bouwen van een drijvend zonnepark op de Haarrijnseplas. Eiseres, de AUHV, is van mening dat de omgevingsvergunning onduidelijk is, omdat niet duidelijk is voor welke onderdelen van het zonnepark vergunning is verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning niet eenduidig aangeeft welke elementen zijn goedgekeurd, wat leidt tot onduidelijkheid over de impact op de visrechten van de leden van de AUHV.
De rechtbank heeft het beroep van de AUHV gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders moet verduidelijken voor welke onderdelen van het zonnepark de vergunning is verleend. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de aanvraag en de bijlagen tegenstrijdigheden bevatten, waardoor het niet duidelijk is voor hoeveel zonne-eilanden en met welke afmetingen vergunning is verleend. De rechtbank heeft het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de uitspraak.
De rechtbank heeft geen reden gezien om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf een beslissing te nemen, en heeft het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en proceskosten aan eiseres. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijkheid en transparantie in het verlenen van omgevingsvergunningen, vooral wanneer deze invloed hebben op de rechten van derden.