Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eisende partij sub 1] ,
2.
[eisende partij sub 2] B.V.,
[handelsnaam],
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
en Partij 2[toevoeging voorzieningenrechter: [gedaagde] ]
is gericht op de eenmalige productie van een pilot aflevering over [naam] , ook bekend als [eisende partij sub 1] , met de bedoeling om te komen tot de verkoop van een dergelijk format aan een commerciële zender, omroep of streamer platform.
“vertrouwelijke informatie”te verspreiden of openbaar te maken is te onbepaald om te kunnen worden toegewezen. Voor zover [eisende partij c.s.] daarmee mogelijke beelden bedoelt die tijdens het gesloten gedeelte van de mondelinge behandeling met partijen besproken zijn, ligt in het toewijzen van de eerste vordering al besloten dat [gedaagde] deze niet openbaar mag maken (zie rechtsoverweging 3.11). Buiten deze mogelijke opnamen om staat het [gedaagde] uiteraard ook niet vrij om informatie over [eisende partij sub 1] en/of zijn familie openbaar te maken, maar de vordering zoals in de dagvaarding verwoord is te algemeen geformuleerd om toe te wijzen.
“druk op de ketel van [eisende partij sub 1] wil houden”voor het realiseren van een schikking. Doordat [gedaagde] naar eigen zeggen druk op [eisende partij sub 1] wil houden, heeft [eisende partij c.s.] een evident belang bij een dwangsom. De dwangsom wordt beperkt tot eenmalig een bedrag van € 50.000,00 bij overtreding van de veroordeling uit rechtsoverweging 4.1 of 4.2. De hoogte van de dwangsom is proportioneel, omdat het eenmaal openbaar maken van beeldmateriaal of medische informatie onomkeerbare gevolgen heeft, een publicatie van makkelijk te verspreiden informatie/beelden laat zich namelijk in het algemeen niet makkelijk ongedaan maken.