In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 augustus 2025, wordt het beroep van eiser tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Almere had op 10 januari 2025 de aan eiser opgelegde naheffingsaanslag van € 79,49, die was opgelegd op 15 november 2024, gehandhaafd. Eiser betwistte de geldigheid van de naheffingsaanslag en stelde dat de heffingsambtenaar te laat uitspraak op bezwaar had gedaan. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de uitspraak op bezwaar te laat was, dit niet leidde tot vernietiging van de uitspraak. Eiser had geparkeerd zonder geldige vergunning en de rechtbank oordeelde dat hij redelijkerwijs in staat was om het parkeerrecht te voldoen, ook al had hij problemen ondervonden met het verlengen van zijn parkeerrecht. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser kreeg geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.