Uitspraak
1.De procedure
- de akte na tussenvonnis van [geopposeerde] van 16 juni 2025,
- de antwoordakte van [opposant] van 2 juli 2025.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, is op 6 augustus 2025 een eindvonnis uitgesproken na een tussenvonnis van 21 mei 2025. De eisende partij in verzet, aangeduid als [opposant], is verantwoordelijk gesteld voor de schade die zij heeft veroorzaakt aan de motor van de lesauto van de gedaagde partij in verzet, aangeduid als [geopposeerde]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [opposant] de kosten van de schade, inclusief expertisekosten en bijkomende kosten, grotendeels moet vergoeden. In totaal moet [opposant] € 12.496,88 aan [geopposeerde] betalen, inclusief een boete van € 70,00 voor het vervroegd beëindigen van het leasecontract van de lesauto. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat [opposant] de buitengerechtelijke incassokosten van € 899,97 en de proceskosten van € 1.769,39 moet betalen, omdat hij grotendeels in het ongelijk is gesteld. In reconventie heeft de kantonrechter geoordeeld dat [geopposeerde] € 2.575,00 aan [opposant] moet betalen voor uitgevoerde werkzaamheden, evenals buitengerechtelijke kosten van € 382,50. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.