Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8;
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
overeenkomst van kostenmaatschap”(hierna: de maatschapsovereenkomst) en een
“pot-overeenkomst tot verrekening van personeelskosten”(hierna: de pot-overeenkomst) met elkaar gesloten (hierna samen te noemen: de overeenkomsten).
4.De beoordeling
14 oktober 2024 in het geding gebracht van de praktijkmanager waarin gevraagd wordt of partijen nog open staan voor het onderverhuren van spreekruimtes. [gedaagde partij] beantwoordt het e-mailbericht van de praktijkmanager met een kopie aan [eisende partij] en schrijft dat het onderverhuren van de praktijkruimtes aan de longarts is beloofd, dus dat ze die belofte na moeten komen. In het e-mailbericht geeft [gedaagde partij] (intern) zijn mening wat er met het gezamenlijk plan uit het verleden over het onderverhuren van spreekruimtes moet gebeuren. Dat [gedaagde partij] afspraken heeft gemaakt met de potentiële onderhuurder blijkt nergens uit.