Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1-4;
- de conclusie van repliek met producties 8-10.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiseres, een B.V., betaling van periodieke vergoedingen van gedaagde, eveneens een B.V., op basis van een overeenkomst voor de levering van clouddiensten. Eiseres stelt dat gedaagde de afgesproken vergoedingen niet heeft betaald, terwijl gedaagde aanvoert dat de overeenkomst op 3 november 2023 is opgezegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst inderdaad op die datum is beëindigd, waardoor de vorderingen van eiseres grotendeels zijn afgewezen. De procedure begon met een dagvaarding op 3 maart 2025, gevolgd door een conclusie van antwoord en repliek. Gedaagde heeft geen conclusie van dupliek ingediend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de opzegging van de overeenkomst door gedaagde rechtsgeldig was en dat eiseres geen recht had op de gevorderde bedragen. Eiseres is overwegend in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de periodieke vergoedingen afgewezen en eiseres veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.