Uitspraak
[gedaagde sub 1] V.O.F., handelend onder de naam [handelsnaam 3] ,
2.
[gedaagde sub 2] , vennoot van gedaagde sub 1,
3.
[gedaagde sub 3] , vennoot van gedaagde sub 1,
4.
[gedaagde sub 4] B.V., vennoot van gedaagde sub 1,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie van 26 maart 2025 met producties,
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
- [eiseres] haar werkzaamheden “on hold” zet en later uitvoert;
- [gedaagden] dient te betalen voor de
- [eiseres] hierna ook een factuur van € 6.710,67 aan [gedaagden] heeft verstuurd.
- [eiseres] heeft altijd haar werkzaamheden willen nakomen en was bereid haar diensten tijdelijk “on hold” te zetten, zodat [gedaagden] na een eventuele herstart van haar bakkerij zonder nadere kosten gebruik kon maken van de dienstverlening van [eiseres] ;
- De brand komt op grond van het normale ondernemingsrisico voor risico van [gedaagden] ;
- [gedaagden] was tegen de brand verzekerd. Ter zitting is ook duidelijk geworden dat [gedaagden] de factuur van [eiseres] heeft ingediend bij de verzekering. Onduidelijk is of, en in welke mate, vergoeding heeft plaatsgevonden. Het had op de weg van [gedaagden] gelegen om hier (tijdens de zitting) opheldering over te geven, maar dit heeft zij niet gedaan.