8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan
Verdachte, die al eerder is veroordeeld voor de mishandeling van een hulpverlener, heeft zich daar wederom schuldig aan gemaakt. Ook in dit geval betreft het een hulpverlener die werkzaam was bij de instelling waar verdachte op dat moment werd behandeld voor zijn psychische problematiek. Door zijn handelen heeft verdachte een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Uit de verklaringen van het slachtoffer en haar collega’s volgt dat het feit niet alleen gevoelens van onveiligheid en stress heeft opgeroepen bij het slachtoffer maar ook bij haar collega’s.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 7 januari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte meermaals is veroordeeld voor geweldsfeiten en dat ook enkele verdenkingen van geweldsfeiten zijn geseponeerd door het Openbaar Ministerie wegens de medische toestand van verdachte.
Adviezen van deskundigen
Over verdachte zijn onder andere de volgende rapporten opgemaakt:
- een psychiatrisch onderzoek pro-Justitia van 16 april 2025, opgemaakt door P.N. van Harten, psychiater;
- een psychologisch onderzoek pro-Justitia van 10 april 2025, opgemaakt door M.G.H. van Willigenburg, klinisch psycholoog.
Uit de rapporten van de deskundigen volgt dat verdachte al vanaf zijn 10de levensjaar vrijwel voortdurend verblijft in instellingen en dat hij een uitgebreide psychische voorgeschiedenis heeft.
Beide deskundigen constateren dat verdachte kampt met schizofrenie, in combinatie met borderline persoonlijkheidsproblematiek. De psychiater stelt naast deze stoornissen nog een middelenverslaving in vooral cannabis en crack vast, waarbij de crack de psychose sterk laat toenemen. Beide deskundigen adviseren om het ten laste gelegde feit verminderd aan verdachte toe te rekenen.
Het recidiverisico & adviezen voor het voorkomen van recidive
Beide deskundigen schatten het recidiverisico in als hoog. Zij wijzen erop dat verdachte sterk gehospitaliseerd is, dat zijn problematiek zeer ernstig en chronisch van aard is, dat bij eerdere behandelingen het effect is uitgebleven en dat beschermende factoren ontbreken. Zo beschikt verdachte niet over een stabiele woonomgeving en intieme relaties. Ook is het sociale netwerk van verdachte zeer beperkt en niet in staat om structurele ondersteuning te bieden. Bij verdachte ontbreekt het aan voldoende ziektebesef en daarnaast heeft hij moeite met het opbouwen van een werkrelatie met behandelaren, hetgeen een effectieve interventie bemoeilijkt.
Beide deskundigen adviseren aan verdachte de maatregel TBS met dwangverpleging op te leggen.
De psychiater stelt dat het op basis van het vrijwel voortdurend verblijf van verdachte in instellingen, zijn ernstige psychiatrische problematiek, gecombineerd met zijn geschiedenis van herhaalde agressieve incidenten en het hoge recidiverisico, noodzakelijk is dat verdachte behandeld wordt binnen een sterk beveiligde en langdurige setting. In een dergelijke setting kan een behandeling gericht op agressieregulatie mogelijk gunstig zijn en kan het effect van het gestarte antipsychoticum clozapine worden gemonitord. Volgens de psychiater biedt een zorgmachtiging onvoldoende mogelijkheden voor beveiliging, structuur en behandelcontinuïteit en lijkt een TBS met voorwaarden niet uitvoerbaar.
Net als de psychiater stelt de psycholoog dat de zorgmachtiging gezien de ernst en complexiteit van de problematiek ontoereikend is voor het langdurig en structureel behandelen van de problematiek en het terugdringen van gewelddadig gedrag. Daarbij geeft de psycholoog aan dat verdachte ook in forensische klinieken met een hoog beveiligingsniveau kan overgaan tot gewelddadig gedrag. Volgens de psycholoog is het ad hoc en frequent wisselen van kliniek/verblijfsplek, zoals de afgelopen jaren bij verdachte gebeurde doordat er steeds van incident naar incident werd gegaan, erg ongunstig voor verdachte. Door de vroege stoornissen in de hechting en vele verlatingen die traumatisch voor hem zijn geweest, wekt dergelijke discontinuïteit ontregeling en agressie in de hand. De psycholoog stelt dat verdachte een langdurig verblijf op dezelfde plek nodig heeft met veel structuur, weinig prikkels, veel duidelijkheid en adequate (monitoring van) medicatie. Ook merkt zij op dat verdachte een hoge zorgintensiteit vraagt. Dit kan mogelijk leiden tot uitputting van het behandelteam, hetgeen tot overplaatsing van verdachte en tot toename van zijn problematiek kan leiden. Volgens de psycholoog dient de behandeling in een hoog beveiligde kliniek (beveiligingsniveau 4) plaats te vinden en zal deze meerdere jaren in beslag nemen. Zij adviseert behandeling in het kader van de maatregel TBS met dwangverpleging.
Daarnaast bevindt zich in het dossier een reclasseringsadvies van 8 mei 2025, opgemaakt door [B] , reclasseringswerker. Hieruit volgt dat TBS met voorwaarden niet uitvoerbaar wordt geacht wegens de voorgeschiedenis van verdachte, het ontbreken van ziektebesef en het ontbreken van de (betrouwbare) bereidheid van verdachte om zich langdurig te conformeren aan eventuele voorwaarden.
Op de zitting heeft verdachte aangegeven dat het hem voor zijn eigen veiligheid en de veiligheid van anderen verstandig lijkt als aan hem de maatregel TBS met dwangverpleging wordt opgelegd. Ook heeft hij verklaard dat hij ernaar uitkijkt dat hij langdurig op dezelfde plek kan verblijven en dat hij niet ieder half jaar zijn spullen moet pakken en opnieuw moet beginnen.
De oplegging van een straf en maatregel
De straf
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid over en acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank houdt hier in strafverminderende zin rekening mee.
Gelet op de recidive van verdachte en de ernst van het feit kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich meebrengt. Rekening houdend met de verminderende toerekeningsvatbaarheid van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van één maand passend en geboden is.
De TBS-maatregel
De rechtbank zal de adviezen van de deskundigen volgen en aan verdachte de maatregel van TBS met dwangverpleging opleggen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Aan de voorwaarden voor het opleggen van die maatregel is voldaan. Zoals hiervoor is overwogen blijkt uit de rapportages van de deskundigen dat bij verdachte tijdens het begaan van het bewezen verklaarde sprake was van een ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogens. Mishandeling gepleegd tegen een ambtenaar is een misdrijf waarop een gevangenisstraf van maximaal 4 jaar is gesteld. Verder eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, de oplegging van die maatregel. Uit het strafblad van verdachte, zijn behandelgeschiedenis en de bevindingen van de deskundigen, blijkt dat de kans groot is dat verdachte zonder verdere behandeling in de toekomst recidiveert.
Verdachte verblijft vanaf zijn tiende jaar vrijwel onafgebroken in instellingen en kampt met ernstige psychiatrische problematiek. Eerdere interventies hebben niet het gewenste effect gehad. Zijn problematiek in combinatie met herhaalde agressieve incidenten heeft ertoe geleid dat verdachte meermaals van plek naar plek is gegaan, hetgeen bij hem juist weer kan leiden tot ontregeling en agressie. Deze vicieuze cirkel dient doorbroken te worden en het is daarvoor noodzakelijk dat verdachte behandeld wordt binnen een sterk beveiligde en langdurige setting.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een TBS-maatregel met dwangverpleging op dit moment het meest passende kader is waarbinnen verdachte kan – en moet - worden behandeld. Het is noemenswaardig dat ook verdachte zelf inziet dat een dergelijke behandeling noodzakelijk is.
Ongemaximeerde TBS
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De maatregel kan daarom langer duren dan vier jaren.
Voorlopige hechtenis
Omdat de rechtbank een vrijheidsbenemende maatregel oplegt, zal zij het bevel tot voorlopige hechtenis niet opheffen.