Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/596578 / KG ZA 25-354
Vonnis in kort geding van 7 augustus 2025
in de zaak van
[eisende partij] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eisende partij] ,
advocaat: mr. H.G.M. Wagemaker,
tegen
ZIJ DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN AAN DE [adres],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de krakers,
niet verschenen.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 juli 2025 met 6 producties,
- de akte wijziging van eis,
- de mondelinge behandeling van 31 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
- de mondelinge behandeling van 31 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De kern van de zaak
2.1.
[eisende partij] is sinds 19 december 2024 eigenaar van het pand aan de [adres] [plaats] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] [kadastraal nummer] . Het pand is sinds 7 juli 2025 gekraakt. [eisende partij] wil de woning op korte termijn verkopen. De krakers maken zonder recht of titel gebruik van de onroerende zaak en belemmeren de verkoop van het pand.
2.2.
In deze procedure vordert [eisende partij] - samengevat - ontruiming van het pand aan de [adres] , te bepalen dat het vonnis tot een jaar na heden ten uitvoer kan worden gelegd conform artikel 557a lid 3 Rv en veroordeling van de krakers in de proceskosten. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eisende partij] toe. Dit oordeel wordt hierna uitgelegd.
3.De beoordeling
Er wordt verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagden
3.1.
De krakers zijn niet op de zitting verschenen. Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het verstek kan worden verleend.
Er is sprake van een spoedeisend belang bij de ontruiming
3.2.
Voor toewijzing van de voorlopige voorziening zoals door [eisende partij] wordt gevorderd, moet het in hoge mate waarschijnlijk zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen en voorts dat er een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening bestaat. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [eisende partij] voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij ontruiming van de onroerende zaak. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eisende partij] toegelicht dat zij de woning begin februari te koop heeft gezet en dat er verschillende bezichtigingen zijn geweest. Enkele bezichtigingen konden niet doorgaan omdat het pand inmiddels gekraakt was. [eisende partij] is momenteel in onderhandeling met een potentiële koper voor het pand, maar deze koper wil eerst de uitkomst van dit kort geding afwachten. Gelet hierop is voldoende gebleken dat de krakers de verkoop van het pand belemmeren en dat [eisende partij] daarom een spoedeisend belang bij de ontruiming heeft.
De krakers moeten het pand ontruimen
3.3.
Vast staat dat [eisende partij] eigenaar is van het pand aan de [adres] in [plaats] . Op basis van de in het dossier aanwezige stukken is voldoende komen vast te staan dat de krakers zonder recht of titel in de onroerende zaak verblijven. Dat is een inbreuk op het eigendomsrecht van [eisende partij] , waardoor de vordering tot ontruiming van [eisende partij] in beginsel toegewezen kan worden. Nu de krakers geen verweer hebben gevoerd en de gevorderde ontruiming de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, wordt de vordering tot ontruiming toegewezen. Dat geldt ook voor de vordering op grond van artikel 557a lid 3 Rv. De voorzieningenrechter zal eveneens de gevorderde ontruimingstermijn van 48 uur (na betekening van dit vonnis) toewijzen.
3.4.
De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie en op kosten van de krakers zal worden afgewezen, omdat die ingevolge artikel 556 lid 1 en artikel 557 Rv overbodig is.
De krakers moeten de proceskosten van [eisende partij] betalen
3.5.
De krakers zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eisende partij] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
€
145,45
- griffierecht
€
714,00
- salaris advocaat
€
715,00
- nakosten
€
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
€
1.752,45
3.6.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
3.7.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
4.De beslissing
De voorzieningenrechter
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden,
4.2.
veroordeelt de krakers om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de onroerende zaak aan de [adres] te [kadastraal nummer] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] [kadastraal nummer] , met al degenen en al hetgeen dat zich daarin of daarop vanwege de krakers bevinden volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels in lege en behoorlijke staat ter vrije beschikking van [eisende partij] te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden,
4.3.
bepaalt dat deze veroordeling binnen de in artikel 557a lid 3 Rv genoemde termijn van een (1) jaar ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging bevindt of binnentreedt in de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] [kadastraal nummer] , en telkens wanneer dat zich voordoet,
4.4.
veroordeelt de krakers hoofdelijk in de proceskosten van € 1.752,45, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de krakers niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
4.5.
veroordeelt de krakers hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.S.T. Belt en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2025.
WM (5442)