AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Geschil over agentuurovereenkomst en provisie tussen energieleverancier en bemiddelaar
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 20 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V., een energieleverancier, en [gedaagde] B.V., een bemiddelaar die callcenters inschakelt. De zaak betreft een agentuurovereenkomst die door [eiseres] voortijdig is beëindigd. [gedaagde] vordert achterstallige provisie, omdat zij stelt dat het provisiebeding nietig is op basis van artikel 7:426 lid 2 BW. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiseres] aan [gedaagde] een bedrag van € 293.790,- exclusief btw moet betalen, omdat de vorderingen van [eiseres] in conventie zijn afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de samenwerkingsovereenkomst een agentuurovereenkomst betreft en dat de provisie afhankelijk is van de daadwerkelijke levering van energie aan consumenten. De vorderingen van [gedaagde] tot schadevergoeding en klantvergoeding zijn afgewezen, omdat de beëindiging van de samenwerking gerechtvaardigd was door tekortkomingen van [gedaagde] in de naleving van compliance regels. De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen.
Voetnoten
1.Productie 4 van [eiseres]
2.art. 4.1. van de SO
3.De handelskamer heeft de zaak verwezen naar de kantonrechter, omdat agentuurzaken uitsluitend worden behandeld door de kantonrechter (zie artikel 93 sub c Rv).
4.In het artikel zijn kennelijk bij vergissing twee onderdelen als 4.3 genummerd
5.zie de mail van [A] van 24-2-2024 aan [B] , de bestuurder van [eiseres] en diens reactie daarop (prod. 19 van [eiseres] )
6.In de SO staat twee keer 4.3 en ontbreekt 4.4. Dat beschouwt de kantonrechter als een vergissing.
7.Zie art. 4.4. van de SO
8.(zie conclusies van partijen na mondelinge behandeling)
9.Zie de inhoud van punt 12 en 13 van de conclusie na mondelinge behandeling van [eiseres] die [gedaagde] niet gemotiveerd heeft betwist.
10.Zie prod. 55 van [eiseres]
11.Uitgangspunt was dat energiecontracten met een looptijd van één jaar werden afgesloten.
12.Op grond van artikel 7:445 lid 1 BW
13.Artikel 3:42 BW
14.Zie hiervoor onder 3.3. en 3.4.
15.Artikel 6:230m BW e.v.
16.Kenbaar uit de bijlagen behorend bij prod. 55 van [eiseres] , met de bijstelling voor wat betreft het betaalde bedrag kenbaar uit prod. 57
17.Zie hiervoor punt 3.6.
18.Zie punt 2 en 3 van blad 2 van prod. 55 van [eiseres]
19.De ‘tenzij’ bepaling van artikel 7:426 lid 2 BW
20.Zie onder 3.5.
21.prod. 3 van [gedaagde]
22.zie berekening punt 95 cve in reconventie
23.Artikel 3 beslaat bijna twee A-4tjes
24.art. 7:439 BW
25.art. 7:442 BW
26.Art. 7:442 lid 4 BW