ECLI:NL:RBMNE:2025:4417
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in proceskosten na intrekking beroep tegen besluit UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 augustus 2025, wordt het verzoek van verzoekster om veroordeling van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van het Uwv van 9 januari 2025, maar trok dit beroep in nadat het Uwv op 18 juni 2025 een nieuw besluit had genomen, waarbij haar een WIA-uitkering werd toegekend met een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
De rechtbank heeft het Uwv de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het Uwv heeft aangegeven akkoord te gaan met de veroordeling in de proceskosten conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het Uwv geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen.
De rechtbank kent een vergoeding van € 907,- toe voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en € 70,- voor de kosten van het rapport van de fysiotherapeut, wat het totaal op € 977,- brengt. Daarnaast wordt het Uwv verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 53,- te vergoeden. De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder een bestuursorgaan in de proceskosten kan worden veroordeeld, en bevestigt dat verzoekster recht heeft op vergoeding van haar kosten.