ECLI:NL:RBMNE:2025:4417

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
UTR 25/1254
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling in proceskosten na intrekking beroep tegen besluit UWV

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 augustus 2025, wordt het verzoek van verzoekster om veroordeling van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van het Uwv van 9 januari 2025, maar trok dit beroep in nadat het Uwv op 18 juni 2025 een nieuw besluit had genomen, waarbij haar een WIA-uitkering werd toegekend met een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.

De rechtbank heeft het Uwv de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het Uwv heeft aangegeven akkoord te gaan met de veroordeling in de proceskosten conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het Uwv geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen.

De rechtbank kent een vergoeding van € 907,- toe voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en € 70,- voor de kosten van het rapport van de fysiotherapeut, wat het totaal op € 977,- brengt. Daarnaast wordt het Uwv verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 53,- te vergoeden. De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder een bestuursorgaan in de proceskosten kan worden veroordeeld, en bevestigt dat verzoekster recht heeft op vergoeding van haar kosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/1254

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 augustus 2025 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. A.T. Chinnoe),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het Uwv
(gemachtigde: S.N. Westmaas-Kanhai).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het Uwv in de proceskosten (voor rechtsbijstand en het rapport van de fysiotherapeut) en het griffierecht. Verzoekster heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van haar beroep tegen het besluit van het Uwv van 9 januari 2025. Zij heeft het beroep ingetrokken omdat het Uwv op 18 juni 2025 dit besluit heeft vervangen door een nieuw besluit, waarbij haar een WIA-uitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100% is toegekend.
2. De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. Het Uwv heeft de rechtbank meegedeeld akkoord te gaan met een veroordeling in de proceskosten conform het Besluit proceskosten bestuursrecht.
3. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wanneer wordt een bestuursorgaan in de proceskosten veroordeeld?
5. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2]
Is het Uwv aan verzoekster tegemoetgekomen?
6. De rechtbank moet dus beoordelen of het Uwv geheel of gedeeltelijk aan verzoekster is tegemoetgekomen.
7. Op 17 februari 2025 heeft verzoekster beroep ingesteld tegen het bestreden besluit waarin aan haar een WIA-uitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 78,36% is toegekend. Het Uwv heeft op 18 juni 2025 het bestreden besluit ingetrokken en in plaats daarvan bepaald dat aan verzoekster een WIA-uitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100% wordt toegekend. Hiermee is het Uwv tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster.
Welk bedrag aan proceskosten moet het Uwv aan verzoekster vergoeden?
8. De rechtbank wijst het verzoek toe als kennelijk gegrond. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten. Het Uwv moet deze vergoeding betalen.
9. Deze vergoeding bedraagt € 907,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, omdat de gemachtigde van verzoekster een beroepschrift heeft ingediend.
10. De rechtbank ziet in artikel 1, aanhef en onder a, juncto artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van het Bpb grond om het Uwv eveneens te veroordelen in vergoeding van de kosten voor het rapport van de fysiotherapeut ter waarde van € 70,-.
11. Totaal wordt dan € 977,- aan proceskosten toegekend.
Krijgt verzoekster een vergoeding van het griffierecht?
12. De rechtbank wijst erop dat het Uwv verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 53,- te vergoeden. [3] Verzoekster moet zich hiervoor dan ook tot het Uwv wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt het Uwv tot betaling van € 977,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. ing. A. Rademaker, rechter, in aanwezigheid van
mr. H.J.J.M. Kock, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 4 augustus 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:75a van de Awb en is nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Dit volgt uit artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.