Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
4.
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de pleitnota van de gemachtigde van het COA.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) de ontruiming van een ruimte in een asielzoekerscentrum door een familie die in 2015 vanuit Irak naar Nederland is gekomen. De familie verblijft in een AZC, maar volgens het COA is hun recht op opvang geëindigd omdat zij in april/mei 2025 een passend woningaanbod hebben geweigerd. De voorzieningenrechter heeft op 15 augustus 2025 geoordeeld dat de aangeboden woning passend was en dat het COA procedureel zorgvuldig heeft gehandeld. De vorderingen van het COA zijn toegewezen, wat betekent dat de familie de ruimte in het AZC moet ontruimen en de proceskosten moet vergoeden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de familie voldoende op de hoogte was van de gevolgen van hun weigering en dat er een spoedeisend belang was bij de ontruiming, gezien de druk op de opvangcapaciteit. De uitspraak benadrukt dat het recht op opvang eindigt wanneer een asielzoeker een passende woning weigert, ongeacht of zij daadwerkelijk in die woning gaan wonen.