ECLI:NL:RBMNE:2025:4446
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag urgentie huurwoning op basis van Huisvestingsverordening Almere
In deze zaak heeft eiseres op 6 augustus 2024 een aanvraag ingediend voor urgentie op medische gronden om met voorrang in aanmerking te komen voor een huurwoning, op basis van de Huisvestingsverordening Almere 2019. Eiseres is in juli 2024 gescheiden van haar echtgenoot en woont tijdelijk bij hem in de huurwoning. Het college van burgemeester en wethouders van Almere heeft de aanvraag op 23 september 2024 afgewezen, omdat eiseres niet zou voldoen aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar het college handhaafde de afwijzing in het bestreden besluit van 13 januari 2025. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep op 24 juli 2025 behandeld. Eiseres stelt dat zij alles heeft gedaan om haar woonprobleem op te lossen, maar de rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft geconcludeerd dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor urgentie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eiseres niet aan de algemene voorwaarden voldoet en er geen reden is om een uitzondering te maken op basis van de hardheidsclausule. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag niet onevenredig is, gezien de schaarste op de woningmarkt en het feit dat eiseres een dak boven haar hoofd heeft.