In deze zaak vorderde eiser, [eiser], kwijtschelding van een vordering van zijn verzekeraar, De Goudse, na een vermeende diefstal van zijn auto. De Goudse had na een onderzoek geconcludeerd dat de auto met een door [eiser] ingeleverde sleutel was gereden naar de terugvindlocatie, wat leidde tot de conclusie dat [eiser] opzettelijk een verkeerde voorstelling van zaken had gegeven. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] niet had aangetoond dat hij niet opzettelijk had misleid en dat de registratie van zijn persoonsgegevens in de incidentenregisters niet disproportioneel was. De vordering van [eiser] werd afgewezen, terwijl de vordering van De Goudse tot terugbetaling van de schade-uitkering en onderzoekskosten werd toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] onrechtmatig had gehandeld door opzettelijk een verkeerde voorstelling van zaken te geven, wat leidde tot de verplichting om de schade te vergoeden. De Goudse had de kosten van het onderzoek en de schade-uitkering terecht teruggevorderd.