Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 juli 2025 met bijlagen;
- de conclusie van antwoord van 28 juli 2025 met bijlagen.
- [eiseres] met mr. Azauiyat (als vervanger van mr. Karami );
- mr. D. van Sas.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 augustus 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en een gedaagde, die eerder met elkaar getrouwd zijn geweest en samen vier kinderen hebben. De eiseres vorderde vervangende toestemming om haar kinderen in te schrijven op een andere basisschool en om met hen op vakantie naar Marokko te gaan. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de eiseres afgewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de eiseres toestemming nodig heeft van de gedaagde om met de kinderen op vakantie te gaan of hen in te schrijven op een andere basisschool, aangezien zij gezamenlijk gezag hebben. De rechter concludeerde dat de gedaagde na de betekening van de dagvaarding zijn toestemming voor de vakantie had gegeven, waardoor de vordering met betrekking tot de vakantie geen belang meer had.
Wat betreft de inschrijving op de basisschool, oordeelde de voorzieningenrechter dat de eiseres onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd die de noodzaak voor een schoolwisseling konden rechtvaardigen. De voorzieningenrechter merkte op dat de kinderen al op verschillende scholen zaten en dat de oudste binnenkort naar de middelbare school zou gaan. De eiseres had niet aangetoond dat de huidige school niet voldeed aan de behoeften van de kinderen. De rechter besloot dat er geen reden was om in te grijpen in de situatie, aangezien er nog geen inhoudelijk gesprek had plaatsgevonden tussen partijen over de schoolkeuze.
De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2025.