Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiseres sub 1] B.V. IN LIQUIDATIE,
2.
[eiseres sub 2] B.V.,
1.[gedaagde sub 1] B.V.,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
4.
[gedaagde sub 4] B.V.,
5.
[gedaagde sub 5] B.V.,
6.
[gedaagde sub 6] B.V.,
1.De procedure
- de door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] ingediende producties 26 t/m 31,
- de door [gedaagde sub 3] ingediende producties 1 t/m 8,
- de mondelinge behandeling van 4 augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] ,
- de pleitnota van [gedaagde sub 1] c.s.,
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
4.De beoordeling
- op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, of
- summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of,
- als het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld.
€ 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)