Uitspraak
1.De procedure
- de akte van [eiser] van 25 maart 2025, tevens wijziging van eis,
- de akte van [gedaagde] van 22 april 2025,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak heeft eiser, wonende in [woonplaats 1], gedaagde, handelende onder de naam [handelsnaam], aangeklaagd wegens gebreken aan betontegels die door gedaagde in de tuin van eiser zijn gelegd. Eiser heeft geconstateerd dat er cementvlekken op de tegels aanwezig zijn en vordert schadevergoeding van gedaagde. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat het niet duidelijk was of er gebreken aan de tegels waren en heeft eiser een bewijsopdracht gegeven. Eiser heeft een deskundigenrapport overgelegd waaruit blijkt dat de cementvlekken zijn veroorzaakt door gedaagde. Gedaagde heeft dit onvoldoende gemotiveerd betwist. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een gebrek aan de tegels en dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De vordering van eiser is toegewezen, waarbij gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 7.566,24 aan eiser, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn gedaagde ook de deskundigenkosten en buitengerechtelijke incassokosten opgelegd. In reconventie heeft de kantonrechter de vordering van gedaagde afgewezen, omdat deze was verjaard. De proceskosten zijn voor gedaagde.