ECLI:NL:RBMNE:2025:4586

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
11623107 MC EXPL 25-1921
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over afsluiting van energielevering bij gebrek aan overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Almere, op 27 augustus 2025 een tussenuitspraak gedaan in een geschil tussen Liander N.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft de afsluiting van de energielevering aan [gedaagde], die sinds 1 november 2024 geen overeenkomst meer heeft met een energieleverancier. Liander, als netbeheerder, vordert de afsluiting van de energievoorziening omdat [gedaagde] geen contract heeft voor de levering van elektriciteit en gas. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Liander zich moet houden aan de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers, die voorschrijft dat energieleveranciers zich moeten inspannen om te voorkomen dat consumenten zonder energie komen te zitten. De kantonrechter heeft behoefte aan nadere informatie van beide partijen over de situatie van [gedaagde] en de beëindiging van zijn energieleveringsovereenkomst door Budgetenergie. De zaak is verwezen naar een rolzitting op 24 oktober 2025 voor het indienen van stukken.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11623107 \ MC EXPL 25-1921
Vonnis van 27 augustus 2025
in de zaak van
LIANDER N.V.,
te Arnhem,
eisende partij,
hierna te noemen: Liander,
gemachtigde: Bosveld Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
1.2.
Per mail van 15 mei 2025 heeft [gedaagde] gevraagd om 4 weken uitstel om met Liander tot een oplossing te komen en zo verdere kosten te voorkomen. [gedaagde] heeft daarbij betalingsbewijzen overgelegd waaruit afgeleid kan worden dat [gedaagde] opdracht heeft gegeven dat op 11 juni 2025 twee keer een bedrag van € 125 zou worden overgemaakt aan Liander als voorschot voor het verbruik van gas, water en licht. De kantonrechter heeft dit uitstel verleend tot 9 juli 2025.
1.3.
Op 9 juli 2025 heeft [gedaagde] echter niets laten weten aan de kantonrechter. Daarom heeft de kantonrechter partijen laten weten dat op 6 augustus 2025 in deze zaak zou worden beslist. Die datum is helaas niet gehaald. Daarom is besloten dat de uitspraak vandaag zal zijn.

2.De kern van de zaak

2.1.
[gedaagde] beschikt in zijn woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning) over een elektriciteitsaansluiting en een gasaansluiting. Liander transporteert elektriciteit en gas naar deze aansluitingen. Sinds 1 november 2024 heeft [gedaagde] echter geen overeenkomst meer met een energieleverancier voor de levering van elektriciteit en/of gas aan zijn adres. [gedaagde] krijgt daardoor energie zonder dat hij daarvoor een afspraak heeft gemaakt en zonder dat hij daarvoor betaalt. Liander wil van die situatie af en wil de energietoevoer in de woning van [gedaagde] afsluiten. Liander wil dat [gedaagde] daaraan meewerkt en de kosten daarvan betaalt. De kantonrechter wijst de vorderingen van Liander toe en legt hierna uit waarom.

3.De beoordeling

Het juridisch kader en de achtergrond
3.1.
Om in Nederland elektriciteit en/of gas geleverd te krijgen moet een consument twee overeenkomsten afsluiten:
a. een overeenkomst voor de levering van elektriciteit met een leverancier; [1]
een aansluit- en transportovereenkomst met een regionale netbeheerder. [2]
Een producent, leverancier of handelaar van energie wordt niet aangewezen als netbeheerder [3] en mag ook geen onderdeel uitmaken van een entiteit die energie levert. Er is dus een strikte scheiding tussen degene die energie levert en degene die de energie transporteert. Liander mag als netbeheerder geen andere werkzaamheden verrichten dan die nodig zijn voor een goede uitvoering van de bij of krachtens de wet aan hem toegekende taken. [4]
Alleen de leverancier die daarvoor een vergunning heeft gekregen mag energie leveren aan consumenten. [5] Die leverancier zorgt er voor dat de voor de levering van energie verschuldigde tegenprestatie wordt geïncasseerd. De netbeheerder krijgt haar aandeel in de tegenprestatie voor de geleverde energie dus vergoed via de energieleverancier die de benodigde vergunning heeft om de energie te leveren via het door de netbeheerder beheerde energienetwerk. [6]
3.2.
Liander is aangewezen als regionaal netbeheerder [7] en beheert het openbaar gas- en elektriciteitsnet in onder meer Amsterdam, Friesland, Flevoland, Gelderland, Noord-Holland en Zuid-Holland. Liander is verantwoordelijk voor het transport van gas en elektriciteit over het openbare gas- en elektriciteitsnet en het aansluiten van afnemers daarop. Liander stelt haar (kleinverbruik) afnemers van gas en /of elektriciteit (hierna gemakshalve te noemen: de consument) een elektriciteits- en/of gasmeter ter beschikking om de hoeveelheid afgenomen energie te kunnen meten. In de woning van [gedaagde] zit zo’n meetinrichting.
3.3.
Iedere elektriciteits- en gasaansluiting heeft een uniek identificatienummer, de zogenaamde European Article Numbering code (hierna: EAN), die uit 18 cijfers bestaat. Uit corresponderende afschriften uit het Centraal Aansluitingenregister (C-AR) ziet Liander welke EAN-nummers welk adres betreffen, zodat de locatie van de feitelijke gebruiker van energie bij Liander bekend is. [gedaagde] beschikt in de woning over een elektriciteitsaansluiting met EAN-code [EAN-code 1] met meternummer [meternummer 1] en een gasaansluiting met EAN-code [EAN-code 2] met meternummer [meternummer 2] . Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde] vanaf 1 november 2024 de beschikking over energie die via het netwerk de woning bereikt, zonder dat hij beschikt over een energieleveringsovereenkomst met een leverancier. De verbruikskosten en transportkosten worden sedertdien ook niet meer geïncasseerd door een energieleverancier.
3.4.
Liander wil dat aan deze situatie een einde komt. Feitelijk levert zij namelijk energie, terwijl dat niet haar taak is en zij dat niet mag doen. Liander heeft meerdere malen, tevergeefs, gevraagd aan [gedaagde] een nieuwe energieleveringsovereenkomst af te sluiten. Liander beroept zich op het recht de energieaansluiting in de woning af te sluiten op grond van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruiker van elektriciteit en gas (hierna: de Regeling).
Verplichtingen van de energieleverancier
3.5.
In Paragraaf 2 van de Regeling staan allerlei regels opgenomen die ertoe moeten leiden dat een energieleverancier zich tot het uiterste moet inspannen om te voorkomen dat een contractspartij vanwege financiële problemen zonder energieleveringsovereenkomst komt te zitten. De volgende regels zijn opgenomen:
A Een energieleverancier beëindigt de levering van elektriciteit of gas aan een consument niet wegens wanbetaling, tenzij aan de procedurele vereisten van de artikelen 3, 4Aa en 4a wordt voldaan.
B Als een consument niet binnen de gestelde termijn een vordering, daaronder begrepen de vordering van de netbeheerder voor de kosten voor het transport van elektriciteit of gas, tot betaling van een energieleverancier voldoet, moet de energieleverancier de consument minstens driemaal schriftelijk aan de betaling herinneren en daarbij een termijn geven om na te komen van ten minste veertien dagen.
C Bij die herinnering wijst de energieleverancier op de mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen en daarover in contact te treden en de mogelijkheden voor schuldhulpverlening. Hij biedt de consument aan met diens schriftelijke toestemming
contactgegevens, klantnummer en informatie over de hoogte van diens schuld te verstrekken aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening. Zij vermeldt daarbij dat de levering van energie niet wordt beëindigd als de artikelen 2, 4b of 5 van toepassing zijn.
D De vergunninghouder moet zich topt het uiterste inspannen om, zo nodig herhaaldelijk en via diverse communicatiekanalen, in persoonlijk contact te treden met de consument en hem te wijzen op mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen.
E De energieleverancier biedt de consument een redelijke en passende betalingsregeling aan. De betalingsregeling omvat in ieder geval afspraken over de betaling en de afwikkeling van de openstaande vorderingen. De energeileverancier beëindigt de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker niet wegens wanbetaling indien een betalingsregeling wordt overeengekomen en nagekomen.
F Als er sprake is van wanbetaling verstrekt de vergunninghouder aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening de informatie onder C, als de consument heeft ingestemd met, of niet heeft gereageerd op, het aanbod tot gegevensverstrekking aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening, indien:
o er ten minste twee termijnbedragen niet zijn voldaan, de energieleverancier ten minste twee schriftelijke herinneringen aan de kleinverbruiker heeft verstuurd en er geen betalingsregeling als bedoeld in artikel 4Aa, eerste lid, is overeengekomen;
o de betalingsachterstand aanmerkelijk hoger is geworden;
o de energieleverancier voornemens is om de levering te beëindigen, tenminste twintig werkdagen voorafgaand aan het indienen van de eindeleveringsmelding bij de regionale netbeheerder en niet eerder dan nadat de nakomingstermijn van de derde herinnering is verstreken.
De energieleverancier verstrekt in zo’n geval de volgende informatie aan de instantie ten behoeve van schuldhulpverlening:
o de contactgegevens van de consument, diens klantnummer en informatie over de hoogte van diens schuld;
o informatie over de ontwikkeling van de betalingsachterstand;
o voor zover van toepassing het voornemen om de levering te beëindigen.
G Een energieleverancier kan de levering van elektriciteit of gas aan een consument niet beëindigen wegens wanbetaling als:
o de consument binnen een redelijke termijn, in ieder geval vier weken, na een herinnering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, een bewijs overlegt dat hij heeft verzocht om schuldhulpverlening, totdat op dat verzoek negatief is beslist;
o de vordering binnen een redelijke termijn, in ieder geval vier weken, na een herinnering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, betrokken wordt bij een lopend traject van schuldhulpverlening, of
o na de verstrekking van gegevens aan een instantie ten behoeve van de schuldhulpverlening, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdelen a en b, nog geen vier weken zijn verstreken.
o Als schuldhulp wordt verleend, tenzij die schuldhulpverlening aan de eindigt of de consument de verplichtingen uit de schuldhulpverlening niet nakomt.
H Een energieleverancier zorgt ervoor dat de levering van elektriciteit of gas aan een consument die wegens wanbetaling is beëindigd, wordt hervat als de kleinverbruiker een bewijs overlegt:
o dat hij heeft verzocht om schuldhulpverlening, totdat op dat verzoek negatief is beslist of totdat de schuldhulpverlening eindigt;
o dat de vordering wordt betrokken bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de consument.
Verplichtingen van de netbeheerder
3.6.
In de Regeling is ook een verplichting van de netbeheerder opgenomen. Een netbeheerder moet er namelijk voor zorgen dat het transport van elektriciteit of gas naar een consument dat is beëindigd, wordt hervat als een energieleverancier op de aansluiting bekend is. Als de netbeheerder het transport van elektriciteit of gas aan de kleinverbruiker beëindigt, of hervat overeenkomstig artikel 4c, tweede lid van de Regeling, moet de netbeheerder zich inspannen om in persoonlijk contact te treden met de consument om hem voor het voldoen van vorderingen met een eenmalig karakter als bedoeld in artikel 95cb, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 44b, eerste lid, van de Gaswet een redelijke en passende betalingsregeling aan te bieden. De betalingsregeling omvat in ieder geval afspraken over de betaling en de afwikkeling van de openstaande vorderingen. [8]
Wat betekent dit voor de situatie van [gedaagde]
3.7.
De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] na een periode van dakloosheid met energieleverancier Budgetenergie een nieuwe energieleveringsovereenkomst heeft afgesloten voor de hem toegewezen (senioren)woning, maar dat Budgetenergie die overeenkomst heeft beëindigd omdat [gedaagde] een, kennelijk door Budgetenergie geëiste, borg van € 750 niet in één keer kon betalen.
3.8.
Uit wat [gedaagde] naar voren heeft gebracht maakt de kantonrechter op dat [gedaagde] in zodanige financiële problemen verkeerde toen Budgetenergie zijn contract beëindigde dat Budgetenergie zich had moeten houden aan de verplichtingen die hiervoor onder 3.5. zijn weergegeven. Of dat is gebeurd kan de kantonrechter uit de overgelegde gegevens niet afleiden. Dat betekent dat rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de energieleveringsovereenkomst die [gedaagde] heeft gesloten met Budgetbeheer is geëindigd zonder dat de vereiste terughoudendheid daarbij in acht is genomen en zonder de noodzakelijke hulp in te schakelen.
3.9.
Liander lijkt dit het probleem te onderkennen. Zij wijst er in punt 5 van de conclusie van repliek namelijk op dat er energieleveranciers zijn die geen borg vragen, dat [gedaagde] zich wellicht door iemand kan laten helpen of dit via internet op kan zoeken. Zij ziet kennelijk voor zichzelf geen taak weg gelegd om te voorkomen dat [gedaagde] in verdere financiële problemen raakt door de (kosten van de) gedwongen afsluiting van de aansluitingen op het energienetwerk in de woning van [gedaagde] . Zij stelt zich namelijk op het standpunt dat zij op basis van de Regeling gerechtigd is tot afsluiting van de energie over te gaan vanwege het enkele feit dat [gedaagde] niet beschikt over een energieleveringsovereenkomst. Of die energieleveringsovereenkomst al dan niet rechtsgeldig is beëindigd doet er volgens Liander dan kennelijk niet toe. Met een dergelijke insteek wordt naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende recht gedaan aan doel en strekking van de Regeling. De bedoeling is namelijk om een onnodige verhoging van de schuldenpositie van een consument te voorkomen.
Partijen moeten nadere informatie geven
3.10.
De vraag is wat er dan nu moet gebeuren. De kantonrechter heeft daarvoor behoefte aan nadere informatie en zal partijen als volgt in de gelegenheid stellen die aan te leveren.
3.10.1.
Liander wordt verzocht de volgende informatie (zoveel mogelijk met bewijsstukken) te verstrekken:
  • informatie over het aansluiten en afsluiten van [gedaagde] op het energienetwerk vanaf september 2023 (het moment waarop [gedaagde] stelt zijn woning toegewezen te hebben gekregen), met name ook de informatie die zij in dit verband heeft verkregen en kan krijgen van Budgetbeheer . Liander wordt verzocht daarbij te controleren of Budgetbeheer zich aan haar verplichtingen uit de Regeling heeft gehouden en daarvan verslag te doen.
  • de mogelijkheden van een consument om een energieleveringsovereenkomst af te sluiten als eerder een energieleveringsovereenkomst is beëindigd door een energieleverancier wegens wanbetaling.
3.10.2.
[gedaagde] wordt verzocht de volgende informatie (zoveel mogelijk met bewijsstukken) te verstrekken:
  • informatie over het aansluiten en afsluiten van [gedaagde] op het energienetwerk en zijn pogingen tot het sluiten van energieovereenkomsten voor de woning. Met name ook de informatie waaruit af te leiden valt waarom Budgetenergie de energieleveringsovereenkomst heeft beëindigd.
  • stukken waaruit blijkt of en wanneer hij is gewezen op de mogelijkheid van schuldhulpverlening, welke betalingsregelingen hem zijn aangeboden en welke hulp hij heeft gehad.
  • of hij inmiddels een andere energieleverancier heeft gevonden
  • en zo nee, wat hij heeft ondernomen om een nieuw energieleveringsovereenkomst te sluiten met een andere energieleverancier en waarom dat niet is gelukt.
3.10.3.
Als [gedaagde] een nieuwe energieleveringsovereenkomst heeft gesloten of kan sluiten, gaat de kantonrechter ervan uit dat partijen, mede op basis van de verplichtingen van Liander, tot een passende oplossing voor dit geschil zullen komen en daarover de kantonrechter zullen informeren.
3.11.
De kantonrechter zal de zaak verwijzen naar een rolzitting waarop beide partijen de gevraagde stukken kunnen aanleveren. Partijen hoeven dan niet te komen. Ze kunnen de stukken gewoon opsturen/mailen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 24 oktober 2025 voor het indienen van stukken met een toelichting zoals gevraagd in punt 3.10.,
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2025.
2086

Voetnoten

1.Zie artikel1 lid 1 sub f Elektriciteitswet 1998 en artikel 1 sub p Gaswet
2.Zie artikel 1 lid 1 sub k Elektriciteitswet 1998 en artikel 1 sub e Gaswet.
3.Zie artikel 11 Elektriciteitswet 1998 en art. 3 van de Gaswet
4.Art. 17 Elektriciteitswet 1998 en art. 10Aa Gaswet
5.Zie artikel 95a lid 1 Elektriciteitswet 1998 en artikel 43 Gaswet
6.Zie artikel 95cb Elektriciteitswet 1998 en artikel 44b Gaswet
7.Zie artikel 10, lid 3 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 1 lid 1 sub e jo. artikel 2 lid 1 van de Gaswet
8.Art. 4d van de Regeling