In deze zaak heeft de stichting Ymere, gevestigd te Amsterdam, een kort geding aangespannen tegen de bewindvoerder van een huurder, [gedaagde sub 1], die onder bewind is gesteld. De huurovereenkomst van [gedaagde sub 1] is opgezegd door de bewindvoerder, waarna [gedaagde sub 1] de woning heeft verlaten, maar er verblijft nog een man in de woning zonder recht of titel. Ymere vordert ontruiming van de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Ymere een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien de man die in de woning verblijft, weigert te vertrekken. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen en de bewindvoerder en de derde gedaagde hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld. Ymere is niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen tegen [gedaagde sub 1] omdat deze onder bewind is gesteld en niet bevoegd is om zichzelf te vertegenwoordigen. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Ymere het vonnis direct kan uitvoeren.