ECLI:NL:RBMNE:2025:4683

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
16.277619-24 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewapende overval op juwelier en explosieven

Op 27 augustus 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewapende overval op een juwelier in Lelystad op 17 augustus 2024. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van deze overval, waarbij horloges ter waarde van €32.147,- werden gestolen. Tijdens de overval werden meerdere personen bedreigd met een vuurwapen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een cruciale rol speelde door de overvallers op te wachten en de buit in ontvangst te nemen. Daarnaast was de verdachte betrokken bij een poging tot een gewapende overval op dezelfde juwelier op 8 augustus 2024, die niet succesvol was. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte op 8 oktober 2024 in Rotterdam en op 10 oktober 2024 in Den Haag betrokken was bij het tot ontploffing brengen van zwaar vuurwerk, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. De verdachte heeft bekend en de rechtbank heeft hem veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 jaren. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de rol van de verdachte in de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.277619-24 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 augustus 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,geboren op [2001] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 25 maart 2025, 20 juni 2025 en 13 augustus 2025.
De rechtbank heeft op de zitting van 13 augustus 2025 kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.E. Hooydonk en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. T.S.S. Overes, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 13 augustus 2025 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat:
1
primair:
verdachte op 17 augustus 2024 in Lelystad, samen met een ander of anderen, althans alleen, een gewapende overval heeft gepleegd op [juwelier] , waarbij door middel van braak en/of verbreking horloges zijn gestolen, bij welke overval meerdere personen zijn bedreigd door met een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp in de richting van die personen te lopen en dit vuurwapen/voorwerp op die personen te richten althans gericht te houden;
subsidiair:
[A] en/of één of meer anderen op 17 augustus 2024 in Lelystad een overval heeft/hebben gepleegd zoals omschreven onder 1 primair, waarbij verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door deze personen tijdens het plegen van de overval met een voertuig op te wachten en na de overval een pakketje over te nemen en een vluchtauto te besturen;
2
primair:
verdachte op 8 augustus 2024 in Lelystad heeft geprobeerd om, samen met een ander of anderen, althans alleen, een gewapende overval te plegen op [juwelier] en door middel van braak en/of verbreking sieraden en/of horloges te stelen, en bij die overval (bedreiging met) geweld te gebruiken tegen personeelsleden en/of aanwezige klanten, door met (gezichts)bedekkende kleding, een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp, een hamer, tas en auto’s naar [locatie] te rijden, uit te stappen, in de richting van de juwelier te lopen en (na te zijn geschrokken van één of meer bewakers) om te draaien, waardoor de overval niet is voltooid;
subsidiair:
[A] en/of één of meer anderen op 8 augustus 2024 in Lelystad heeft/hebben geprobeerd om een overval te plegen zoals omschreven onder 2 primair, waarbij verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door met deze personen naar Lelystad te reizen, hen tijdens hun handelingen met een voertuig op te wachten en hen van instructies te voorzien;
meer subsidiair:
verdachte op 8 augustus 2024 in Lelystad, samen met een ander of anderen, ter voorbereiding van een (door of met een of meer anderen te plegen) diefstal met geweld en/of diefstal door middel van braak en/of verbreking, voorwerpen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad die bestemd waren tot het plegen van (een van) die misdrijven;
3
primair:
verdachte op 8 oktober 2024 in Rotterdam Hoogvliet, samen met een of meer anderen, althans alleen, zwaar vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp, bij de voordeur van de woning aan de [adres 1] heeft geplaatst en tot ontploffing heeft gebracht, waardoor gevaar te duchten was voor die woning en/of goederen in die woning en/of in de directe omgeving van die woning;
subsidiair:
één of meer onbekend gebleven personen op 8 oktober 2024 in Rotterdam Hoogvliet een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht zoals omschreven onder 3 primair, waarbij verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door deze personen op te halen, hen bij of in de buurt van de woning aan de [adres 1] af te zetten, zwaar vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp, en een gasbrander en/of aansteker op te halen en mee te nemen en van ene ‘ [.] ’ instructies te ontvangen en aan voornoemde personen door te geven;
4
primair:
verdachte op 10 oktober 2024 in Den Haag, samen met een of meer anderen, althans alleen, zwaar vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp, onder/bij een op de [straat 2] geparkeerd politievoertuig heeft gelegd en tot ontploffing heeft gebracht, waardoor gevaar te duchten was voor dat politievoertuig en/of voertuigen/goederen in de omgeving van dat politievoertuig;
subsidiair:
[D] en/of één of meer onbekend gebleven personen op 10 oktober 2024 in Den Haag een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht zoals omschreven onder 4 primair, waarbij verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door deze personen op te halen, hen bij of in de buurt van de [straat 2] [nummer] af te zetten, zwaar vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp, en een gasbrander en/of aansteker op te halen en mee te nemen en van ene ‘ [.] ’ instructies te ontvangen en aan voornoemde personen door te geven;
5
verdachte op 11 december 2024 in Amsterdam professioneel vuurwerk (6 cobra’s) voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 primair en 2 primair en subsidiair tenlastegelegde. Zij heeft gesteld dat het onder 1 subsidiair tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard en zij heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft een bewezenverklaring van het onder 2 meer subsidiair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feiten 1 en 2 [1]
De bewezenverklaring steunt op de inhoud van de volgende bewijsmiddelen, opleverende evenzoveel tot die beslissing redengevende feiten en omstandigheden, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts is gebruikt met betrekking tot het feit of de feiten waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft en zoals hieronder is aangegeven.
Feit 1
Het
proces-verbaal aangifte, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 augustus 2024 was ik aan het werk bij [juwelier] aan het [locatie] in [plaats 1] . Iets na elven zag ik twee mannen binnenkomen. Een van de mannen hield een pistool vast en richtte dit op ons. Hij zwaaide heen en weer met het pistool. Ik voelde mij erg bedreigd. De tweede man had een moker of hamer vast. [2] Klanten gingen naar buiten en ik ben ook naar buiten gegaan. Toen ik de winkel uitliep hoorde ik een harde knal. Er zijn vitrines ingeslagen en horloges weggenomen. [3]
Het
proces-verbaal aangifte, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik werk bij [juwelier] in [plaats 1] . Op 17 augustus 2024 zag ik iemand met een sjaal voor de mond. Hij liep naar de kassa en ik zag dat hij een pistool in de hand had. [4] Hij riep dat iedereen weg moest en klanten renden weg. [5] Ik ben de winkel uitgevlucht en in het voorbijgaan zag ik dat een tweede persoon de vitrines stuksloeg. De man zwaaide met het pistool in het rond en heeft het pistool op iedereen ongeveer een seconde gehouden. [6] Er zijn horloges weggenomen. [7]
Het
proces-verbaal van verhoor getuige, houdende een verklaring van [slachtoffer 3] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik werk bij [juwelier] en stond achter de kassa. Ik hoorde lawaai, keek op en toen keek ik de overvaller recht in zijn ogen aan. [8] Hij droeg een zwarte muts of masker en had een zwart handpistool, ongeveer 15/20 centimeter. [9] Hij stond intimiderend tegenover me. [10] De tweede persoon had een kleine hamer met een grote rubberen zwarte dop. [11]
Het
proces-verbaal van verhoor getuige, houdende een verklaring van [slachtoffer 4] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 augustus 2024 waren wij bij [juwelier] . Opeens stond een persoon voor mij die een pistool net voor mijn gezicht hield. Ik keek recht in de loop van dit vuurwapen. Kort daarna wees hij naar een ander die zich in de winkel bevond. Ik zag een tweede persoon staan. Wij zijn de winkel uitgerend en toen ik bij de [bedrijfsnaam] was zag ik deze personen de winkel uitrennen. Ik zag dat de voorste persoon een hamer in zijn handen had. [12]
Het
proces-verbaal van verhoor getuige, houdende een verklaring van [slachtoffer 5] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Er kwamen twee gemaskerde mannen de winkel inrennen. Een had een vuurwapen in zijn rechterhand en de ander had een hamer. De persoon met het vuurwapen riep ‘liggen’. Wij zijn de winkel uitgerend. Ik zag de overvallers wegrennen richting de parkeerplaats en instappen in een vluchtauto. [13]
Het
proces-verbaal van verhoor getuige, houdende een verklaring van [slachtoffer 6] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 augustus 2024 was ik in de juwelierszaak van [juwelier] in [plaats 1] . Op een gegeven moment hoorde ik een mannenstem schreeuwen ‘Dit is een overval!’. Toen ik opkeek zag ik ter hoogte van de kassa een man met een vuurwapen staan. Ik zag dat zijn gezicht bedekt was met iets zwarts en dat hij het vuurwapen met een gestrekte arm voor zich uit vasthield. [14] Ik heb doodsangsten uitgestaan. [15]
Het
proces-verbaal van verhoor getuige, houdende een verklaring van [slachtoffer 7] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 augustus was ik bij [juwelier] te [plaats 1] . Ik hoorde iemand schreeuwen: ‘De winkel uit’. Ik draaide mij om en zag een man en ik zag dat er aan mijn linkerzijde een ander persoon stond. Ik zag dat beide personen een zwartgekleurd wapen bij zich hadden. Deze wapens leken op een pistool. En ik zag dat een van de personen een sloophamer bij zich had. [16]
Het
proces-verbaal van verhoor getuige, houdende een verklaring van [slachtoffer 8] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 augustus was ik bij [juwelier] . Ik hoorde het woord overval. Ik zag een persoon voor mij staan en ik zag dat het een man was. Ik zag dat de man een pistool in zijn hand had en dat de man op ons richtte met het pistool. Ik zag in de loop van het pistool een rood of oranje cirkel. Ik zag dat de man zijn gezicht bedekt had behalve bij zijn ogen. Ik schrok heel erg en bevroor toen de man mij aankeek. Ik rende naar buiten en toen hoorde ik een knal. Ik wist niet of dit een knal was van het pistool, of dat de overvallers iets kapot maakten. [17]
Het
proces-verbaal van bevindingen, houdende bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op camerabeelden van [locatie] van 17 augustus 2024 is het volgende te zien.
Een blauwe Toyota Yaris rijdt over de [straat 1] en stopt. Er stappen twee personen uit. [18] De twee personen lopen in de richting van de hoofdingang van [locatie] en lopen via de hoofdingang naar binnen. [19] De voorste verdachte rent in de richting van [juwelier] [20] en de tweede verdachte rent achter de eerste aan. De voorste verdachte haalt een vuurwapen uit zijn zak, houdt dit in zijn rechterhand en rent [juwelier] in. [21] De tweede verdachte heeft in zijn rechterhand een hamer en in zijn linkerhand een tas. De tweede verdachte loopt [juwelier] binnen. [22] De verdachte met het vuurwapen richt dit vuurwapen op twee klanten in de winkel die naar buiten vluchten. [23]
De Toyota Yaris komt weer over de [straat 1] rijden. [24] De eerste verdachte vlucht de winkel uit richting de hoofdingang en te zien is dat hij het vuurwapen nog steeds in zijn rechterhand houdt. De tweede verdachte vlucht achter de eerste verdachte aan en te zien is dat hij een (slag)hamer in zijn rechterhand heeft en de tas in zijn linkerhand. [25] Beide verdachten rennen richting de hoofdingang. [26] De verdachten rennen naar de blauwe Toyota Yaris, [27] stappen in en het voertuig rijdt weg. [28]
Hetproces-verbaal van bevindingen, houdende bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van de diefstal met geweld op 17 augustus 2024 in [plaats 1] , leverde [juwelier] mij een lijst met weggenomen horloges. De horloges hadden een verkoopwaarde van € 32.147,-. [29]
Feiten 1 en 2
De
verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting op 13 augustus 2025, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 augustus 2024 heeft een overval plaatsgevonden. Ik werd benaderd op social media en er werd gevraagd of ik wilde rijden. Ik heb daarmee ingestemd. Ik wist dat de overval zou plaatsvinden op [juwelier] in [plaats 1] . Ik wist ook dat de juwelier op dat moment geopend was. Mijn rol was om te rijden als chauffeur. Van tevoren hadden we afgesproken op een bepaalde plek en op een bepaalde tijd. Het communiceren met de anderen vond plaats in een groep via Snapchat. Ik werd ook in die groep gezet. In deze groep werd gecommuniceerd hoe laat iedereen moest klaarstaan. Ik kreeg het verzoek om op 17 augustus 2024 met mijn auto naar [plaats 1] te rijden. Ik wist waar ik naartoe moest, via Google Maps, en ik was er al eerder geweest, op 8 augustus 2024. Net als op 8 augustus 2024 ben ik op 17 augustus 2024 achter de Toyota aangereden. In de Toyota zaten de mensen die de winkel van [juwelier] zijn binnengegaan. Ik wist van hun vermommingen en dat zij een moker en een tas zouden meenemen. Ik stond klaar om de buit in ontvangst te nemen. Ik heb de buit in ontvangst genomen van de overvallers en ik heb de buit weggebracht. Toen ik in de tas met de buit keek, zag ik dat het horloges waren. Deze horloges waren afkomstig van [juwelier] . Ik ben met de buit weggereden. De opdrachtgever had mij via Snapchat laten weten dat ik de horloges moest afgeven. Ik heb de horloges afgegeven en op dat moment heb ik het deel dat aan mij was beloofd, gekregen. Dat waren 6 horloges.
Er is een lijstje gemaakt van horloges.
Toen we gingen verzamelen, werd mijn telefoon gebruikt omdat ik internet had. De telefoon is door meerdere personen gebruikt.
De horloges zijn bij mij thuis aangetroffen. Ik wilde deze verkopen.
Het was de bedoeling om [juwelier] op 8 augustus 2024 te overvallen. Net als op 17 augustus 2024 hadden de jongens die op 8 augustus 2024 naar de juwelierswinkel gingen een moker bij zich. Op 8 augustus 2024 heeft de overval niet plaatsgevonden. De jongens die naar de juwelier zouden gaan, zagen dat er bewakers waren en zijn toen niet verder gegaan. De bedoeling was dat de overval op 8 augustus 2024 zou plaatsvinden op precies dezelfde manier als waarop de overval op 17 augustus 2024 heeft plaatsgevonden.
In de chatgroep is er contact geweest en is besproken om de overval op een later moment alsnog te doen.
Het
proces-verbaal van verhoor verdachte, houdende een verklaring van verdachte, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op de dag van de overval moest ik rijden van Amsterdam naar [plaats 1] . Toen we in [plaats 1] aankwamen moest ik op een plek wachten, tot de buit zou komen. De buit zat in een tas. [30]
Op 8 augustus 2024 ben ik achter de Toyota Yaris aangereden op weg naar [locatie] in [plaats 1] . [31]
De op mijn telefoon aangetroffen foto van het papiertje met nummers van horloges die zijn weggenomen bij de overval, is door mij gemaakt. Dit was een overzicht van de duurste horloges. Met dit lijstje werd ook een verdeling gemaakt van de buit. [32]
Ik had besloten om mee te doen omdat ik dacht aan snel geld. [33]
Feit 2
Het
proces-verbaal van bevindingen, houdende bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op camerabeelden van [locatie] van 8 augustus 2024 is het volgende te zien.
De blauwe Toyota komt aanrijden [34] en gaat stilstaan voor het losperron. [35] Twee personen stappen uit. Persoon 1 draagt een rode tas en beide personen dragen een rugtas. [36] De twee personen lopen in de richting van de [..] . Persoon 1 wil hoek omlopen maar draait vervolgens snel om en loopt weer terug. [37] Persoon 1 kijkt om de hoek en loopt terug naar persoon 2. [38] Persoon 2 kijkt vervolgens ook om de hoek. Beide personen lopen weer richting het losperron waar de blauwe Toyota staat te wachten. [39] Ze stappen in en de Toyota rijdt weg. [40]
Voornoemd
proces-verbaal van bevindingenvan verbalisant [verbalisant 1] , met als waarneming ter terechtzitting van de rechtbank:
De twee personen dragen capuchons waardoor hun gezichten niet, althans niet goed zichtbaar zijn. [41]
Het
proces-verbaal van bevindingen, houdende bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb onderzoek gedaan naar gegevens in de inbeslaggenomen iPhone 15 pro die is aangetroffen in de slaapkamer van verdachte [verdachte] . [42]
Op een afbeelding van 8 augustus 2024 is een Toyota Yaris zichtbaar en op de afbeelding is een tekstbalk geplaatst met de tekst: “Het gaat gebeuren man”. [43]
Op een video is te zien hoe een voertuig over de A6 rijdt. De filmer filmt vanachter het stuur een blauwe Toyota Yaris die voor het voertuig rijdt. [44]
Op een afbeelding van 8 augustus 2024, enkele uren na de verdachte situatie in [locatie] , staat de volgende tekst: “De boys waren daar, ze zien 3 bewakers lopen. Nieteens vòòr die juwa. Ze lopen alweer terug. Niks gepakt.” [45]
Bewijsoverwegingen feiten 1 en 2
Feit 1
Medeplegen of medeplichtigheid?
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij het plegen van de gewapende overval op [juwelier] in [locatie] in [plaats 1] op 17 augustus 2024. De vraag is of de rol van verdachte dient te worden gekwalificeerd als
medeplegen, zoals primair ten laste is gelegd en door de officier van justitie is gevorderd, of als
medeplichtigheid, zoals subsidiair ten laste is gelegd en door de raadsvrouw is bepleit.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat sprake was van een duidelijk plan: het plegen van een gewapende overval op [juwelier] . Voorafgaand aan de overval heeft (via Snapchat) afstemming plaatsgevonden tussen de deelnemers, onder wie verdachte, en is afgesproken op een bepaalde plaats en tijd. Bij het uitvoeren van de overval was sprake van een duidelijke rolverdeling: twee personen zijn naar de juwelierswinkel gegaan en hebben daar, onder bedreiging van personeelsleden en klanten, vitrines ingeslagen en horloges weggenomen, een derde persoon heeft de vluchtauto (een blauwe Toyota Yaris) bestuurd en heeft voornoemde twee personen bij [locatie] gebracht en na de overval weer opgepikt en verdachte heeft op een vooraf afgesproken plaats klaargestaan en gewacht op de vluchtauto, waarna hij de buit in ontvangst heeft genomen en er met deze buit vandoor is gegaan. Er is een overzicht gemaakt van de meest waardevolle horloges en verdachte heeft een foto gemaakt van dit overzicht. Verdachte heeft de buit aan een ander overgedragen en heeft het deel van de buit dat hem was toegezegd, ontvangen.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de mededaders. Er was een duidelijk vooropgezet plan en de deelnemers aan dit plan waren zich bewust van hun samenwerking die gericht was op het - gezamenlijk - verwezenlijken van het doel: het plegen van de overval op [juwelier] en het wegnemen van kostbaarheden. Voorafgaand aan de overval zijn afspraken gemaakt over de plaats en het tijdstip waarop de deelnemers elkaar zouden treffen en over de rolverdeling bij het uitvoeren van de overval. De overval heeft plaatsgevonden overeenkomstig deze afspraken. De rol van verdachte is cruciaal geweest om de buit veilig te stellen; er heeft een doelbewuste splitsing van daders plaatsgevonden, waarbij verdachte degene is geweest die de buit in ontvangst heeft genomen en er met de buit vandoor is gegaan, terwijl de mededaders een andere kant op zijn gevlucht. Dat de buit aan verdachte werd toevertrouwd, betekent dat hij een vertrouwenspositie had en dat hij niet ‘slechts’ de rol van chauffeur vervulde, zoals door verdachte is gesteld. Voorafgaand aan de overval waren concrete afspraken gemaakt over het deel van de buit dat verdachte zou ontvangen, terwijl na de overval verdachte heeft meegewerkt aan het in kaart brengen van de buit en hij het hem toegezegde deel van de buit in ontvangst heeft genomen. Aldus is sprake geweest van een gezamenlijke uitvoering van het gepleegde misdrijf en heeft verdachte daaraan een wezenlijke bijdrage geleverd.
Gelet op het voorgaande is sprake van
medeplegen.
Feit 2
Primair is ten laste gelegd het
medeplegen van een pogingtot het plegen van een gewapende overval op [juwelier] in [locatie] in [plaats 1] op 8 augustus 2024. Subsidiair is
medeplichtigheid aan deze pogingten laste gelegd en meer subsidiair het
medeplegen van voorbereidingshandelingenvoor die overval. De vraag is op welke wijze de rol van verdachte dient te worden gekwalificeerd. De officier van justitie heeft bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde gevorderd en de raadsvrouw heeft bepleit dat sprake is geweest van het meer subsidiair ten laste gelegde.
Poging?
Artikel 45, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht luidt: ‘
Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard’.
Voor de vraag of een ten laste gelegde
pogingtot het plegen van de overval bewezen kan worden verklaard, is van belang of is gehandeld ‘
ter uitvoering van het door de verdachte voorgenomen misdrijf’ op de grond dat de in de tenlastelegging omschreven en te bewijzen gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van dat misdrijf.
De rechtbank beantwoordt voornoemde vraag bevestigend en overweegt daartoe het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat de medeverdachten en hij het voornemen hadden tot het plegen van een gewapende overval op [juwelier] . De uitvoering van dit plan zou moeten plaatsvinden op dezelfde wijze als de overval die 9 dagen later, op 17 augustus 2024, (als voltooid misdrijf) daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Dat betekent dat het plan hierin bestond dat twee mededaders door een andere mededader met de Toyota Yaris naar [locatie] zouden worden gebracht en dat deze twee personen, met medeneming van een moker en een tas, naar [juwelier] zouden gaan om in de winkel vitrines in te slaan en kostbaarheden weg te nemen. Verdachte zou met zijn auto op een vooraf afgesproken plaats wachten op de Toyota Yaris om de buit in ontvangst te nemen en vervolgens deze buit veilig stellen door er met de buit vandoor te gaan.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de volgende gedragingen hebben plaatsgevonden. Verdachte en de medeverdachten zijn met twee auto’s naar [plaats 1] gereden. Een van de medeverdachten is met de Toyota Yaris naar [locatie] gereden en daar zijn twee andere medeverdachten uitgestapt. Deze twee medeverdachten zijn vervolgens, met medeneming van tassen, richting de [..] en (daarmee ook) richting [juwelier] gelopen. Beide personen droegen een capuchon, waardoor hun gezichten gedeeltelijk waren bedekt en niet, althans niet goed, zichtbaar waren. Nadat deze twee medeverdachten bij de ingang van [locatie] om de hoek hadden gekeken en bewakers hadden gezien, zijn zij omgedraaid, teruggelopen naar en ingestapt in de Toyota Yaris en is deze auto weggereden.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het voornemen tot het plegen van een overval op [juwelier] zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. De hiervoor omschreven gedragingen dienen naar hun uiterlijke verschijningsvorm te worden aangemerkt als uitvoeringshandelingen van het plan om de overval te plegen en te voltooien.
Dat deze gedragingen daadwerkelijk een begin van uitvoering van dit plan waren, blijkt ook uit de afbeelding op de telefoon van verdachte van 8 augustus 2024, waarin staat: “
De boys waren daar, ze zien 3 bewakers lopen. Nieteens vòòr die juwa. Ze lopen alweer terug. Niks gepakt.”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van een
pogingtot het plegen van een gewapende overval.
Medeplegen of medeplichtigheid?
De volgende vraag is of het handelen van verdachte dient te worden gekwalificeerd als
medeplegenof als
medeplichtigheid.
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen, waaronder de hiervoor omschreven gedragingen en de verklaring van verdachte dat het voornemen bestond om op 8 augustus 2024 een overval te plegen op exact dezelfde wijze als de overval die op 17 augustus 2024 heeft plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders. Tot het moment dat de medeverdachten bij [locatie] bewakers zagen lopen en zijn omgedraaid, waren alle handelingen, ook die van verdachte, hetzelfde als bij het onder 1 primair bewezen verklaarde
medeplegenvan het voltooide misdrijf.
Gelet op het voorgaande is sprake van
medeplegen.
Feiten 1 en 2
Beelden op de telefoon van verdachte
Ten aanzien van het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] betreffende onderzoek naar gegevens in de inbeslaggenomen iPhone 15 pro van verdachte, heeft de verdediging aangevoerd dat de inhoud van dit bewijsmiddel niet voor het bewijs kan worden gebezigd, omdat anderen de iPhone 15 pro-telefoon van verdachte hebben gebruikt en de beschreven screenshots hebben gemaakt, terwijl verdachte er slechts bij stond zonder zich er van bewust te zijn geweest wat er op zijn telefoon gebeurde. De aangetroffen afbeeldingen zeggen daarom niets over de wetenschap van verdachte, aldus de verdediging.
De rechtbank overweegt daaromtrent het volgende.
Op videobeelden van 8 augustus 2024 is te zien dat een auto over de A6 rijdt en dat op dat moment van achter het stuur een opname is gemaakt van de blauwe Toyota Yaris die vóór deze auto rijdt. Verdachte heeft verklaard dat hij degene is geweest die op 8 augustus 2024 als bestuurder van zijn eigen Volkswagen Golf achter de blauwe Toyota Yaris is aangereden. Hieruit concludeert de rechtbank dat deze videobeelden door verdachte zijn gemaakt. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij degene is geweest die de op zijn telefoon aangetroffen foto van het overzicht met nummers van horloges die bij de overval op 17 augustus 2024 zijn weggenomen, heeft gemaakt.
Ten aanzien van de screenshots met daarop de teksten
“Het gaat gebeuren man”en “
De boys waren daar, ze zien 3 bewakers lopen. Nieteens vòòr die juwa. Ze lopen alweer terug. Niks gepakt”overweegt de rechtbank dat niet relevant is of deze printscreens door verdachte of door een medeverdachte zijn gemaakt. Immers, verdachte heeft verklaard dat hij erbij stond op het moment dat de printscreens werden gemaakt. Hieruit volgt dat, ook indien wordt uitgegaan van de lezing van verdachte, verdachte betrokken is geweest bij hetgeen op de screenshots valt af te lezen.
Conclusie feiten 1 en 2
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen en -overwegingen, acht de rechtbank het onder 1 primair tenlastegelegde en het onder 2 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna nader omschreven in rubriek 5.
Bewijsmiddelen feiten 3 primair, 4 primair en 5
De onder 3 primair, 4 primair en 5 ten laste gelegde feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze feiten bekend en er is geen vrijspraak bepleit van deze feiten. Onder deze omstandigheden volstaat de rechtbank bij elk van deze feiten met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Feit 3 primair
De bewezenverklaring van feit 3 primair berust op de volgende bewijsmiddelen:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
Proces-verbaal aangiftevan 8 oktober 2024, genummerd PL1700-2024334614-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , brigadier van politie Rotterdam, houdende een verklaring van aangever [B]
(Einddossier, digitale nummering pagina’s 599 en 600);
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting van 13 augustus 2025.
Feit 4 primair
De bewezenverklaring van feit 4 primair berust op de volgende bewijsmiddelen:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
Proces-verbaal aangiftevan 10 oktober 2024, genummerd PL1500-2024327974-5, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , hoofdagent van politie Den Haag, houdende een verklaring van aangever [C]
(Einddossier, digitale nummering pagina 655);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
Proces-verbaal verhoor minderjarige verdachtevan 18 februari 2025, onderzoek 30MAGENTIS / DH3R024090, proces-verbaal nummer 39, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] , respectievelijk brigadier en inspecteur van politie Den Haag, houdende een verklaring van verdachte [D]
(Verhoren [D] ( [.....] ), digitale nummering pagina’s 16 en 17);
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting van 13 augustus 2025.
Feit 5
De bewezenverklaring van feit 5 berust op de volgende bewijsmiddelen:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagnemingvan 11 december 2024, genummerd MD2R024118-178, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 2] , hoofdagenten van politie Midden-Nederland, houdende een relaas van voornoemde verbalisanten
(Einddossier, digitale nummering pagina’s 312 en 313);
- het in de wettelijke vorm opgemaakt
Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerkvan 27 maart 2025, genummerd PL0900-2024259771, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , brigadier, werkzaam als materiedeskundige vuurwerk, behorende tot het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk te Ulicoten, houdende een relaas van voornoemde verbalisant
(proces-verbaal PL0900-2024259771, pagina 2 en Bijlage 2: pagina’s 7 en 9);
- een geschrift: het
Verkort rapport Explosievenonderzoek aan betwist vuurwerkvan 30 oktober 2020 van ing. [E] , deskundige explosies en explosieven onderzoek bij het Nederlands Forensisch Instituut in Den Haag, zaaknummer 2020.07.17.043 (opgenomen als bijlage bij voornoemd
Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerkvan 27 maart 2025)
(Verkort rapport, pagina’s 1 en 2)
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting van 13 augustus 2025.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1. primair
op 17 augustus 2024 in [plaats 1] tezamen en in vereniging met anderen horloges (met een nieuwwaarde van in totaal € 32.147,-) die toebehoorden aan [juwelier] , heeft weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen,terwijl verdachtendie weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking,terwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] ,gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren,welke bedreiging met geweld heeft bestaan uit het met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de hand lopen in de richting van één of meer voornoemde personen en het richten van voornoemd voorwerp op één of meer voornoemde personen;
2 primair
op 8 augustus 2024 in [plaats 1] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met anderen, een hoeveelheid sieraden en/of horloges die toebehoorden aan [juwelier] , weg te nemen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen,
en die weg te nemen goederen onder hun bereik te doen brengen door middel van verbreking
en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen één of meer personeelsleden en/of aanwezige klanten van/bij voornoemde [juwelier] ,te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren,
immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s)- met een hamer en een tas en een auto (Toyota) (dienend als vluchtauto) en een tweede voertuig (Volkswagen) (dienend als voertuig om (een deel van) de buit te vervoeren) naar [plaats 1] en de ingang van [locatie] gereden,- vervolgens uitgestapt,- in de richting van de ingang van [locatie] en [juwelier] gelopen en- (na te zijn geschrokken van één of meer bewakers) omgedraaid,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3 primair
op 8 oktober 2024 in Hoogvliet Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht bij een woning aan de [adres 1] door (zwaar) vuurwerk bij de voordeur van voornoemde woning te plaatsen en te ontsteken en tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voor voornoemde woning en goederen in die woning en in de directe omgeving van die woning te duchten was;
4 primair
op 10 oktober 2024 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door (zwaar) vuurwerk onder/bij een politievoertuig (geparkeerd op de [straat 2] ) te leggen en te ontsteken en tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat politievoertuig en in de omgeving van het politievoertuig geparkeerde voertuigen te duchten was;
5
op 11 december 2024 in Nederland opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten 6 (zes) cobra’s 6, voorhanden heeft gehad.
In het onder 2 primair bewezenverklaarde heeft de rechtbank, omwille van de leesbaarheid, ná “…
het bezit van het gestolene te verzekeren,” en vóór de opsomming met gedachtestreepjes de volgende (tussen)zin ingevoegd:
“immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s)”.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd.
Verdachte is door het opnemen van voornoemde tussenzin en door het verbeteren van taal- en/of schrijffouten niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 meer of anders ten laste is gelegd, is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
1. primair

diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

2 primair

poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

3 primair en 4 primair, telkens:

medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;

5
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om bij een op te leggen straf rekening te houden met het volgende. Verdachte heeft opening van zaken gegeven. Hij heeft bij de feiten zoals ten laste gelegd onder 1 tot en met 4 geen leidinggevende rol gehad en hij is evenmin een van de opdrachtgevers geweest. Verdachte was op dat moment een kwetsbare jongeman die verkeerde keuzes heeft gemaakt en zich onvoldoende bewust is geweest van de gevolgen. Verdachte heeft geen strafblad en de reclassering schat de kans op herhaling als laag tot gemiddeld in. Hij wil zich graag bij zijn gezin voegen, kan terugkeren bij zijn werkgever en wil opnieuw een opleiding volgen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een gewapende overval op een juwelier in [plaats 1] . Deze overval vond plaats op klaarlichte dag, terwijl de winkel geopend was. Een van de overvallers heeft winkelpersoneel en klanten bedreigd met een vuurwapen of een voorwerp dat volgens die slachtoffers daarop leek, waardoor bij hen grote angst is ontstaan. Bovendien heeft de andere overvaller fors geweld toegepast door vitrines stuk te slaan met een moker, waarna een groot aantal kostbare horloges zijn weggenomen en de overvallers er met de buit vandoor zijn gegaan. Verdachte heeft bij deze overval een cruciale rol gespeeld door op de overvallers te wachten, de buit van hen over te nemen en veilig te stellen door er met de buit vandoor te gaan. Verdachte heeft bovendien deelgenomen aan een eerdere poging tot het plegen van een soortgelijke overval op dezelfde juwelier.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het tot ontploffing brengen van zwaar vuurwerk bij een woning in Rotterdam. Hij heeft, op aanwijzingen van een ander, op verschillende adressen een cobra en een gasbrander opgehaald. Verdachte heeft een mededader opgehaald en naar Rotterdam gebracht en hij heeft deze mededader de woning aangewezen waarbij de aanslag moest plaatsvinden. De mededader heeft bij de voordeur van de betreffende woning een cobra tot ontploffing gebracht, waarbij aanzienlijke schade aan de woning is toegebracht en bovendien gevaar bestond voor de directe omgeving.
Twee dagen na de aanslag in Rotterdam heeft verdachte deelgenomen aan soortgelijk feit in Den Haag. Opnieuw heeft verdachte op aanwijzingen van een ander een cobra opgehaald op een aan hem doorgegeven adres. Nadat verdachte een mededader had opgehaald, heeft hij deze mededader naar Den Haag gebracht om een cobra bij een woning tot ontploffing te laten brengen. Na het zien van een politiebus, is het plan gewijzigd en is de cobra bij/onder deze politiebus geplaatst en tot ontploffing gebracht, met schade aan dit voertuig tot gevolg.
Verdachte heeft verklaard dat hij deze feiten heeft gepleegd om snel geld te verdienen; omdat het allemaal makkelijk ging, is hij telkens doorgegaan met het plegen van volgende feiten.
De rechtbank acht de bewezen verklaarde feiten, het daarbij toegepaste geweld en het kennelijke gemak waarmee verdachte deze feiten (mede) heeft gepleegd, extreem schokkend. De feiten getuigen van een volstrekte onverschilligheid ten opzichte van de belangen en gevoelens van anderen.
Door deel te nemen aan de gewapende overval is verdachte medeverantwoordelijk voor de dreiging die daarvan is uitgegaan voor het personeel van de juwelierswinkel en het winkelend publiek. Uit hun verklaringen blijkt dat zij enorm angstig zijn geweest. Het is een feit van algemene bekendheid dat een dergelijke gebeurtenis een grote impact heeft op slachtoffers en zelfs kan leiden tot traumatische ervaringen met langdurige psychische gevolgen. De overval heeft bovendien forse schade toegebracht aan de juwelier, zowel door de diefstal van kostbaarheden als door het toebrengen van de enorme ravage in de winkel.
Ook voor de beide aanslagen met cobra’s geldt dat verdachte en zijn mededaders met hun handelen hebben getoond geen enkel respect te hebben voor de eigendommen en veiligheid van anderen. Het tot ontploffing brengen van een explosief bij een woning of bij/onder een auto leidt niet alleen tot aanzienlijke schade aan het doelwit, maar ook tot gevoelens van angst en onveiligheid bij de bewoners van die woning en omwonenden.
Voor al deze feiten geldt bovendien dat deze sterke gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving teweegbrengen.
De rechtbank neemt verdachte het (mede-)plegen van voornoemde feiten uiterst kwalijk. Er is sprake van zeer ernstig verwijtbaar gedrag, waarbij verdachte slechts was gericht op eigen financieel gewin en volstrekt voorbij is gegaan aan de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers en omwonenden.
Ten slotte heeft verdachte in zijn eigen woning een zestal cobra’s voorhanden gehad. Dat verdachte deze cobra’s onbeschermd en provisorisch heeft opgeslagen, nota bene in zijn slaapkamer, in een kastje naast het bed waarin hij, zijn vriendin en hun zoontje sliepen, maakt duidelijk dat verdachte ten onrechte geen oog heeft gehad voor het gevaar dat daarvan is uitgegaan. Dit gevaar bestond niet alleen voor de woning van verdachte en de in die woning aanwezige personen, maar ook voor aangrenzende panden en hun bewoners. De gevolgen waren niet te overzien geweest als het vuurwerk tot ontploffing was gekomen.
De persoon van verdachte
De rechtbank houdt ten aanzien van de persoon van verdachte onder meer rekening met:
  • een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie (‘
  • een reclasseringsadvies van [instelling] te [plaats 2] van 23 juli 2025.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten als in dit vonnis bewezen worden verklaard. De rechtbank houdt er in het voordeel van verdachte rekening mee dat geen sprake is van relevante justitiële documentatie.
De reclassering schat het risico op recidive in als laag tot gemiddeld. Volgens de reclassering hebben de leefgebieden
financiën,
relatiesen
psychosociaal functionereneen rol gespeeld bij de totstandkoming van de feiten. De partner van verdachte was destijds ongepland zwanger van een tweede kindje en dit leidde tot problemen/spanningen in de relatie. Verdachte maakte zich zorgen om de financiële situatie, hetgeen heeft geleid tot het willen verdienen van ‘
snel geld’. De indruk bestaat dat bij verdachte sprake was van ontoereikende probleemoplossings- en copingvaardigheden, wat heeft geleid tot ondoordachte en verkeerde keuzes. Positief is dat verdachte pro-sociale doelen nastreeft, zoals het zijn van een goede vader en partner en het hebben van een passende baan. Op dit moment bestaan er geen problemen ten aanzien van huisvesting, dagbesteding, middelengebruik en (familie-)relaties.
De reclassering acht een interventie gericht op financiën en (het versterken van) cognitieve vaardigheden geïndiceerd. Indien een veroordeling volgt, is geadviseerd een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en het meewerken aan schuldhulpverlening.
De op te leggen straf
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden, zoals ter terechtzitting is gebleken en hiervoor is omschreven.
De aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten rechtvaardigen (zonder meer) oplegging van een gevangenisstraf. De rechtbank is, mede in verband met een juiste normhandhaving, van oordeel dat een zodanige straf passend en geboden is; een lichtere strafrechtelijke afdoening zou de aard en de ernst van het bewezenverklaarde miskennen. De rechtbank zal dan ook een gevangenisstraf opleggen aan verdachte.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf houdt de rechtbank onder meer rekening met wat door rechters in min of meer vergelijkbare strafzaken is opgelegd.
De raadsvrouw heeft nog aangevoerd dat verdachte een kwetsbare jongeman was die verkeerde keuzes heeft gemaakt en zich onvoldoende bewust is geweest van de gevolgen. De rechtbank overweegt echter dat het bewezenverklaarde onder 1 tot en met 4 zeer ernstige strafbare feiten betreft die in een tijdsbestek van een aantal maanden hebben plaatsgevonden. Hoewel verdachte tussentijds ruimschoots gelegenheid heeft gehad zich te beraden en andere keuzes te maken, is hij bewust doorgegaan met het plegen van ernstige misdrijven, omdat het ‘makkelijk ging’ en hij ‘snel geld’ wilde verdienen.
De rechtbank is van oordeel dat, met name gelet op hetgeen hiervoor is overwogen over de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd van meer dan vier jaren. Dit betekent dat geen wettelijke mogelijkheid bestaat voor het opleggen van interventies zoals door de reclassering geadviseerd in de vorm van bijzondere voorwaarden, verbonden aan een voorwaardelijk strafdeel.
De rechtbank overweegt ten overvloede dat dergelijke interventies te zijner tijd wel in de vorm van bijzondere voorwaarden kunnen plaatsvinden in het kader van de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank oplegging aan verdachte van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren passend en geboden. De tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal op deze gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
Het in beslag genomen voorwerp
Onder verdachte is het volgende voorwerp in beslag genomen en nog niet terug gegeven:
- een telefoon: Apple iPhone 15 Pro, goednummer PL0900-2024259771-3450727.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon verbeurd te verklaren.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit de telefoon aan verdachte terug te geven.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen Apple iPhone 15 Pro verbeurd verklaren omdat de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair bewezen verklaarde feiten met behulp van dit voorwerp zijn begaan.

10.BENADEELDE PARTIJ

10.1
De vordering
Nationale Politie Eenheid Den Haag heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 555,00 ter vergoeding van schade ten gevolge van het aan verdachte onder 4 tenlastegelegde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment dat de schade is ontstaan en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voornoemd bedrag heeft betrekking op materiële schade, toegebracht aan een politievoertuig met kenteken [kenteken] .
10.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen tot het gevorderde bedrag van € 555,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering. Verdachte heeft ter zitting op 13 augustus 2025 verklaard bereid te zijn het gevorderde schadebedrag te betalen.
10.4
Het oordeel van de rechtbank
De gevorderde materiële schade komt voor vergoeding in aanmerking. Deze schade is veroorzaakt door het hiervoor onder 4 primair bewezen verklaarde feit. De benadeelde partij heeft de hoogte van het schadebedrag voldoende onderbouwd en verdachte heeft deze schade niet weersproken. Het gevorderde bedrag zal worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 10 oktober 2024 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
Veroordeling in de kosten
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte geen verplichting opleggen tot betaling van het toe te wijzen bedrag aan de Staat, zoals door Nationale Politie Eenheid Den Haag is gevorderd. Naar het oordeel van de rechtbank is de ratio van de schadevergoedingsmaatregel zoals bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van schadevergoeding en mag van rechtspersonen worden verwacht dat zij zelf de wegen kennen om een toegewezen vordering te incasseren.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 45, 47, 57, 157 en 312 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 1a, 2, 6 en 39 van de Wet op de economische delicten;
  • 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer;
  • 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
een telefoon: Apple iPhone 15 Pro, goednummer PL0900-2024259771-3450727;
Benadeelde partij (feit 4 primair)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij Nationale Politie Eenheid Den Haag toe tot een bedrag van € 555,00;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Nationale Politie Eenheid Den Haag van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mr. P.C. Quak en
mr. R.W. Nederveen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.R. Horst, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 augustus 2025.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt, na een ter terechtzitting van 13 augustus 2025 toegewezen vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 17 augustus 2024 in Lelystad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid horloges (met een nieuwwaarde van in totaal €32.147,-), in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan [juwelier] , hebben weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen,terwijl verdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbrekingterwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] ,gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en/of welke bedreiging met geweld heeft bestaan uit het met een vuurwapen, in elk geval met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand lopen in de richting van één of meer voornoemde personen en/of het richten, althans gericht houden van voornoemd vuurwapen/voorwerp, op één of meer voornoemde personen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[A] en/of één of meer tot op heden onbekend gebleven personen op of omstreeks 17 augustus 2024 in Lelystad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid horloges (met een nieuwwaarde van in totaal €32.147,-), in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan een ander dan aan voornoemde verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan [juwelier] , hebben weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen,terwijl verdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbrekingterwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] ,gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welke bedreiging met geweld heeft bestaan uit het met een vuurwapen, in elk geval met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand lopen in de richting van één of meer voornoemde personen en/of het richten, althans gericht houden van voornoemd vuurwapen/voorwerp, op één of meer voornoemde personen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 augustus 2024 in Lelystad opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door- voornoemde personen tijdens de uitvoering van het delict met een voertuig op te wachten in de nabije omgeving van de plaats delict, en/of- na die overval (één van) de vluchtauto(‘s) te besturen, en/of- na die overval een pakketje (met onbekende) inhoud over te nemen;
2
hij op of omstreeks 8 augustus 2024 in Lelystad, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid sieraden en/of horloges, in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan [juwelier] , weg te nemen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen,en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te doen verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te doen brengen door middel van braak en/of verbreking en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen één of meer personeelsleden en/of aanwezige klanten van/bij voornoemde [juwelier] ,te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,- met gezichtsbedekkende en/of verhullende kleding en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een hamer en/of een tas en/of een auto (Toyota) (dienend als vluchtauto) en/of een tweede voertuig (Volkswagen) (dienend als voertuig om (een deel van) de buit te vervoeren) naar Lelystad en/of de ingang van [locatie] is/zijn gereden,- vervolgens is/zijn uitgestapt,- in de richting van de ingang van [locatie] en/of [juwelier] is/zijn gelopen,- (na te zijn geschrokken van één of meer bewakers) is/zijn omgedraaid en/of- Om de hoek van een muur bij de ingang van [locatie] naar voornoemde bewakers en/of juwelier heeft/hebben gekekenterwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[A] en/of één of meer tot op heden onbekend gebleven personen op of omstreeks 8 augustus 2024 in Lelystad, ter uitvoering van het door [A] en/of één of meer tot op heden onbekend gebleven personen voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid sieraden en/of horloges, in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte [A] en/of zijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan [juwelier] , weg te nemen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen,en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te doen verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te doen brengen door middel van braak en/of verbreking en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen één of meer personeelsleden en/of aanwezige klanten van/bij voornoemde [juwelier] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,- met gezichtsbedekkende en/of verhullende kleding en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een hamer en/of een tas en/of een auto (Toyota) (dienend als vluchtauto) en/of een tweede voertuig (Volkswagen) (dienend als voertuig om (een deel van) de buit te vervoeren) naar Lelystad en/of de ingang van [locatie] is/zijn gereden,- vervolgens is/zijn uitgestapt,- in de richting van de ingang van [locatie] en/of [juwelier] is/zijn gelopen,- (na te zijn geschrokken van één of meer bewakers) is/zijn omgedraaid en/of- Om de hoek van een muur bij de ingang van [locatie] naar voornoemde bewakers en/of juwelier heeft/hebben gekekenterwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooidbij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 8 augustus 2024 in Lelystad opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door- voornoemde personen tijdens bovengenoemde handelingen met een voertuig op te wachten in de nabije omgeving van de plaats delict, en/of- met voornoemde personen mee te reizen naar Lelystad, en/of- voornoemde personen van instructies te voorzien;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 augustus 2024 in Lelystad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld in vereniging (artikel 312 lid 1 en/of lid 2 onder 2 WvSr) en/of diefstal tezamen en in vereniging met een ander of anderen, waarbij de schuldige(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaft/verschaffen door middel van braak en/of verbreking (artikel 311 lid 1 sub 4 en 5 WvSr en/of artikel 312 lid 2 onder 3 WvSr) opzettelijk- een personenauto van het merk Toyota (voorzien van gestolen/valse kentekenplaten),- een (tweede) personenauto van het merk Volkswagen,- een hamer,- één of meer vuurwapens, althans (een) op een vuurwapen gelijkend voorwerp(en),- één of meer tassen,- handschoenen,- gezichtsbedekkende en/of verhullende kleding en/of- één of meer telefoons (met hierop adresgegevens van [juwelier] in Lelystad en/of gegevens van juwelen/sieraden die worden verkocht bij [juwelier] en/of contactgegevens van mededaders)bestemd tot het begaan van die misdrijven/dat misdrijf heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad;
3
hij op of omstreeks 8 oktober 2024 in Hoogvliet Rotterdam, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht aan/bij een woning aan de [adres 1] door (zwaar) vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp bij de voordeur van voornoemde woning te plaatsen en/of te ontsteken, althans met (open) vuur in aanraking te brengen, en/of tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan- gemeen gevaar voor goederen, te weten voor voornoemde woning en/of één of meer goederen in die woning en/of in de directe omgeving van die woning te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
één of meer tot op heden onbekend gebleven personen op of omstreeks 8 oktober 2024 in Hoogvliet Rotterdam, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht aan/bij een woning aan de [adres 1] door (zwaar) vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp bij de voordeur van voornoemde woning te plaatsen en/of te ontsteken, althans met (open) vuur in aanraking te brengen, en/of tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan- gemeen gevaar voor goederen, te weten voor voornoemde woning en/of één of meer goederen in die woning en/of in de directe omgeving van die woning te duchten was,bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 8 oktober 2024 in Hoogvliet Rotterdam en/of in Zoetermeer, althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door- voornoemde personen op te halen,- voornoemde personen af te zetten bij, althans in de buurt van de [adres 2] en/of de [adres 1] in Rotterdam,- (zwaar) vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp mee te nemen en/of op te halen,- een gasbrander en/of een aansteker mee te nemen en/of op te halen en/of- Van ene ‘ [.] ’ via Signal instructies te ontvangen en deze door te geven aan voornoemde personen;
4
hij op of omstreeks 10 oktober 2024 te 's-Gravenhage, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een stuk (zwaar) vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp, onder/bij een politievoertuig (geparkeerd op de [straat 2] ) te leggen en/of te ontsteken, althans met (open) vuur in aanraking te brengen, en/of tot ontploffing te brengen en daarvan- gemeen gevaar voor dat politievoertuig en/of een of meerdere in de omgeving van het politievoertuig geparkeerde voertuigen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[D] en/of één of meer tot op heden onbekend gebleven personen op of omstreeks 10 oktober 2024 te 's-Gravenhage, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht door een stuk (zwaar) vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp, onder/bij een politievoertuig (geparkeerd op de [straat 2] ) te leggen en/of te ontsteken, althans met (open) vuur in aanraking te brengen, en/of tot ontploffing te brengen en daarvan- gemeen gevaar voor dat politievoertuig en/of een of meerdere in de omgeving van het politievoertuig geparkeerde voertuigen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 8 oktober 2024 tot en met 10 oktober 2024 te ’s-Gravenhage en/of in Amsterdam, in ieder geval in Nederland, (meermalen) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door- voornoemde personen op te halen,- voornoemde personen af te zetten bij, althans in de buurt van, de [straat 2] [nummer] in Den Haag,- (zwaar) vuurwerk, althans een brandbaar en/of explosief voorwerp mee te nemen en/of op te halen en/of te bewaren,- een gasbrander en/of een aansteker mee te nemen en/of op te halen en/of- Van ene ‘ [.] ’ via Signal instructies te ontvangen en deze door te geven aan voornoemde personen;
5
Hij op of omstreeks 11 december 2024 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten 6 (zes) cobra’s 6, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna bij de feiten 1 primair en 2 primair wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn (tenzij anders is vermeld) als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte
2.Pagina 125.
3.Pagina 126.
4.Pagina 128.
5.Pagina 129.
6.Pagina 130.
7.Pagina 131.
8.Pagina 143.
9.Pagina 144.
10.Pagina 145.
11.Pagina 144.
12.Pagina 151.
13.Pagina 153.
14.Pagina 155.
15.Pagina 156.
16.Pagina 163.
17.Pagina 165.
18.Pagina 179.
19.Pagina 180.
20.Pagina 182.
21.Pagina 183.
22.Pagina 184.
23.Pagina 185.
24.Pagina 186.
25.Pagina 187.
26.Pagina 188.
27.Pagina 191.
28.Pagina 192.
29.Pagina’s 132 en 137.
30.Proces-verbaal van verhoor verdachte op 30 april 2025, genummerd MD2R024118-240, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina’s 1 tot en met 13, gevoegd bij het proces-verbaal van de zitting van de meervoudige strafkamer op 20 juni 2025: pagina 3.
31.Idem: pagina 8.
32.Idem: pagina 11.
33.Pagina 23.
34.Pagina 303.
35.Pagina 305.
36.Pagina 305.
37.Pagina 307.
38.Pagina 308.
39.Pagina 309.
40.Pagina 310.
41.Pagina’s 305, 307 en 309.
42.Pagina 348.
43.Pagina 362.
44.Pagina 363.
45.Pagina 366.