Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], gemeente [gemeente], eiser,
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente], verweerder
Procesverloop
29 augustus 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
Overwegingen
Met de gedateerde staat is rekening gehouden volgens de heffingsambtenaar (verwijzing naar de matrix). De rechtbank kan dit volgen en voegt hieraan toe dat de heffingsambtenaar de woning op kwaliteit/luxe en voorzieningenniveau heeft gekwalificeerd met factor 2. Als eiser van mening is dat de gedateerde staat van de woning rechtvaardigt dat de woning (nog) slechter gekwalificeerd had moeten worden, had het op de weg van eiser gelegen om dit aan te tonen met objectieve, verifieerbare gegevens zoals foto’s. Daarnaast ligt de m²-prijs van de woning (ruim) onder de gecorrigeerde m²-prijzen van de referentiewoningen. Hiermee maakt de heffingsambtenaar aannemelijk dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2025.