In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 14 augustus 2025, is er een wijziging van de zorg- en opvoedingstaken van de kinderen [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] vastgesteld. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland om de zorgregeling tussen de vader en de kinderen stop te zetten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote weerstand is bij de oudste twee kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], tegen contact met de vader, en dat er zorgelijke signalen zijn, waaronder een politieaangifte door [minderjarige 2]. Tijdens de zitting op 24 juli 2025 zijn de ouders en vertegenwoordigers van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig geweest. De kinderrechter heeft de kinderen gehoord en vastgesteld dat er sinds 2023 nauwelijks contact is geweest tussen de vader en de kinderen. De kinderrechter oordeelt dat het in het belang van de kinderen is om het contact met de vader voorlopig stop te zetten, gezien de onrustige opvoedsituatie en de zorgen over hun ontwikkeling. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter benadrukt dat de vader niet volledig wordt ontzegd in zijn recht op omgang, maar dat er op dit moment geen zorgregeling geldt. De kinderrechter heeft de beschikking openbaar uitgesproken en aangegeven dat hoger beroep mogelijk is bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.