Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
wonende [adres] te [woonplaats] ,
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.PROCESAFSPRAKEN
4.VOORVRAGEN
5.WAARDERING VAN HET BEWIJS
6.BEWEZENVERKLARING
voorhanden heeft gehad terwijl die onbekend gebleven perso(o)n(en) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 17 oktober 2018 te Utrecht opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk middelen heeft verschaft, door zijn bankrekening en bankpas met bijbehorende pincode af te geven;
voorhanden heeft gehad terwijl die onbekend gebleven personen wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk -afkomstig was uit enig misdrijf bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 26 november 2018 te Utrecht, opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk middelen heeft verschaft, door zijn bankrekening en bankpas met bijbehorende pincode af te geven;
voorhanden heeft gehad, terwijl die onbekend gebleven personen wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk -afkomstig was uit enig misdrijf bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 17 maart 2019 te Utrecht, opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk middelen heeft verschaft, door zijn bankrekening en bankpas met bijbehorende pincode af te geven;
7.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
8.STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
9.OPLEGGING VAN STRAF
10.BENADEELDE PARTIJEN
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld;
- verklaart de verdachte strafbaar.
- veroordeelt de verdachte tot een
- bepaalt dat de taakstraf
- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
- als algemene voorwaarde geldt dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 25 dagen hechtenis.
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van 3020,00 euro;
- veroordeelt de verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2018 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, de verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt de verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat 3020,00 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2018 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 40 dagen gijzeling;
- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van 1730,00 euro;
- veroordeelt de verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2018 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, de verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt de verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat 1730,00 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2018 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 27 dagen gijzeling;
- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van 1420,00 euro;
- veroordeelt de verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt de verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat 1420,00 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 24 dagen gijzeling;
- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
- wijst de vordering van [benadeelde 4] toe tot een bedrag van 4155,00 euro;
- veroordeelt de verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, de verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt de verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat 4155,00 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 51 dagen gijzeling;
- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
hij op of omstreeks 17 oktober 2018 te Utrecht, althans in Nederland, een geldbedrag ter hoogte van 1800 euro, althans een of meer voorwerpen/gelbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
hij op of omstreeks 9 november 2018 te Utrecht, althans in Nederland, een geldbedrag van 1620 euro en/of een geldbedrag van 1400 euro, althans een of meer voorwerpen/geldbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
te Utrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (van) een geldbedrag van 1620 euro en/of een geldbedrag van 1400 euro, althans
een of meer voorwerpen/geldbedragen de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt terwijl die onbekend gebleven personen wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 9 november 2018 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is
geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door zijn bankrekening en bankpas met bijbehorende pincode af te geven.
hij op of omstreeks 26 november 2018 te Utrecht, althans in Nederland, een geldbedrag ter hoogte van 1730 euro, althans een of meer voorwerpen/geldbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerpen/geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
hij op of omstreeks 17 maart 2019 te Utrecht, althans in Nederland, een geldbedrag ter hoogte van 1420 euro, althans een of meer voorwerpen/geldbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerpen/gelbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
hij in of omstreeks de periode van 15 april 2019 tot en met 16 april 2019 te Utrecht, althans in Nederland, geldbedragen van 600 euro, 720 euro, 500 euro, 5 euro en/of 2250 euro (negen keer 250 euro), althans een of meer voorwerpen/geldbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerpen/geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.