Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
[eiseres],
de apotheek
[gedaagde],
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
4.De beoordeling
“Overeenkomst van aandelenoverdracht”(hierna: de overeenkomst) ondertekend door [C] en [A] . In de overeenkomst staat onder meer:
“I.v.m. gedeeltelijke overname aandelen in [onderneming 1] BV en/of lening aan apotheek”.
€ 55.000,- heeft [eiseres] betaald om de liquiditeit van de apotheek te verbeteren.
en/of lening(cursief door rechtbank
)(zie r.o. 4.8.). Mede op basis daarvan mocht de apotheek naar het oordeel van de rechtbank verwachten dat bij het niet leveren van de aandelen sprake was van een lening van [eiseres] . Daarbij weegt de rechtbank mee dat deze betaling gedaan is in een periode waarin [eiseres] veelvuldig geld leende aan de apotheek. Het grootste deel van deze leningen is ook weer terugbetaald door de apotheek. [eiseres] deed dit omdat de apotheek dringend geld nodig had om te kunnen voldoen aan haar lopende verplichtingen. De vele leningen van [eiseres] aan de apotheek in de periode van januari 2017 t/m juli 2018 blijken uit onderstaand overzicht dat [eiseres] op 25 maart 2019 aan de apotheek heeft gestuurd:
€ 330.000,- (waar het bedrag van € 200.000,- onderdeel van was).
Daarnaast word ik erg onzeker omtrent de onttrekking van gelden van de bankrekening van de apotheek, door de [onderneming 2] . Onzeker in de zin van terugbetaling van mijn lening aan de apotheek en ook onzeker of het de bedoeling is dat ik ook farmaceutisch verantwoordelijk blijf.”
Is het een bewuste actie dat zie ik graag mijn geleende 300.000,- euro terstond terugbetaald.”
8 augustus 2018 door [gedaagde] en de apotheek is betwist dat überhaupt sprake zou zijn van een koopovereenkomst. Daarna is de overeenkomst door [eiseres] ontbonden (voor zover nodig). Dit blijkt uit de e-mail van 15 augustus 2018 van [eiseres] aan (onder andere) de apotheek die door [eiseres] is overgelegd tijdens de mondelinge behandeling. Aan het standpunt dat de aandelen nog steeds geleverd zouden kunnen worden, voor zover dat al een standpunt is dat [gedaagde] gerechtvaardigd kan innemen omdat hij geen partij is bij de overeenkomst, gaat de rechtbank dan ook voorbij.
€ 145.000,- op het moment dat de koopovereenkomst niet zou worden geëffectueerd (een voorwaardelijke terugbetalingsverplichting). Toen de koop niet door ging, moest de apotheek het bedrag van € 145.000,- terugbetalen aan [eiseres] . [2] Dit betekent ook - anders dan [eiseres] bepleitte - dat er geen sprake is van onverschuldigde betaling. Een vereiste voor een beroep op onverschuldigde betaling is immers dat de betaling zonder rechtsgrond is verricht (artikel 6:203 BW). Dat geen sprake kan zijn van een lening omdat de voorwaarden van terugbetaling niet zijn gespecificeerd, zoals [gedaagde] heeft betoogd, volgt de rechtbank niet. De enige voorwaarde voor het bestaan van een leningsovereenkomst is immers dat er een bedrag moet worden terugbetaald (zie hiervoor r.o. 4.13. en 4.14.).
5.De beslissing
27 augustus 2025.