Op 13 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming verzocht om deze maatregelen vanwege ernstige zorgen over de gezondheid en ontwikkeling van de kinderen, die mogelijk in gevaar zijn door de handelingen van hun ouders. De ouders hebben een operatie voor [minderjarige 1] gepland, die door meerdere artsen als medisch onnodig en risicovol is beoordeeld. Ondanks dit advies blijven de ouders vasthouden aan hun wens om de operatie uit te voeren, wat leidt tot de verdenking van kindermishandeling door falsificatie. De kinderrechter oordeelt dat er een acute bedreiging is voor de gezondheid van [minderjarige 1] en dat vrijwillige hulpverlening niet toereikend zal zijn. Daarom wordt besloten om de kinderen voorlopig onder toezicht te stellen en [minderjarige 1] uit huis te plaatsen voor de duur van twee weken, met de mogelijkheid tot verlenging. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ouders zijn opgeroepen voor een zitting op 23 juni 2025 om verdere stappen te bespreken.