Uitspraak
[eiser] , uit [plaats] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Rechtbank Midden-Nederland
Op 22 augustus 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van eiser tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, betreffende de afwijzing van zijn aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). De aanvraag was afgewezen op 1 oktober 2024, en het bezwaar daartegen werd op 10 februari 2025 eveneens afgewezen. Eiser, die als ondersteunend medewerker bij een stichting voor mensen met een visuele beperking wilde werken, werd verdacht van inbraak en diefstal op 23 februari 2024. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had overwogen dat aan het objectieve criterium voor de afwijzing van de VOG was voldaan, gezien de verdenking van een strafbaar feit dat niet verenigbaar is met de beoogde functie. De rechtbank benadrukte dat de onschuldpresumptie niet in de weg staat aan het gebruik van een verdenking bij de beoordeling van risico's voor de samenleving. Eiser's persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn wens om in de zorg te werken, werden niet als voldoende geacht om het risico voor de samenleving te compenseren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen VOG ontvangt en geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of proceskosten. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.