ECLI:NL:RBMNE:2025:4845

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
8 september 2025
Zaaknummer
25/1297
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag vervoersvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Op 3 september 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats]. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college heeft deze aanvraag op 31 juli 2024 afgewezen, omdat het de gesloten buitenwagen niet noodzakelijk achtte. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, maar heeft zich afgemeld voor de zitting op 3 juli 2025.

De rechtbank heeft beoordeeld of het college de aanvraag terecht heeft afgewezen. De rechtbank concludeert dat het college een zorgvuldig onderzoek heeft verricht, onder andere door het voeren van een keukentafelgesprek en het opvragen van een extern medisch advies. Dit advies concludeerde dat er geen medische noodzaak was voor de gesloten buitenwagen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij beperkingen ondervindt bij het gebruik van de scootmobiel en regiotaxi, maar de rechtbank oordeelt dat de beschikbare voorzieningen voldoende zijn om in haar zelfredzaamheid en participatie te voorzien.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de gevraagde vervoersvoorziening. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Lelystad
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/1297

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 september 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats], het college
(gemachtigden: J. Hiemstra en C.J. Roukema).

Procesverloop

1. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) in de vorm van een gesloten buitenwagen. Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 31 juli 2024 afgewezen.
1.1.
Met het bestreden besluit van 14 februari 2025 op het bezwaar van eiseres is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het college heeft hierop gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 3 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van het college deelgenomen. Eiseres heeft zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het college de aanvraag voor de gesloten buitenwagen terecht heeft mogen afwijzen. Zij doet dit aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank is van oordeel dat het college de aanvraag op goede gronden heeft afgewezen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten en omstandigheden
4. Bij eiseres is sprake van een psychische problematiek, die zich ook fysiek uit. De problematiek is ernstig en belemmert eiseres in haar dagelijks functioneren. Eiseres ervaart al jarenlang algehele overbelasting, waardoor zij sterk reageert op overprikkeling. Ook is zij beperkt in haar loopvermogen en gebruikt zij een rollator. Aan eiseres is een scootmobiel en een pas voor de regiotaxi toegewezen.
5. Eiseres heeft op 17 mei 2024 een melding gedaan voor een vervoersvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen. De reden hiervoor is dat eiseres daarmee invulling wilde geven aan haar sociale leven, door bijvoorbeeld haar zoon of de Jehova’s getuigen te kunnen bezoeken.
6. Op 4 juni 2024 heeft een keukentafelgesprek plaatsgevonden, waarna een routeplan is opgesteld. In het routeplan is de aanvraag voor de gesloten buitenwagen opgenomen.
7. Het college heeft de aanvraag van eiseres om een vervoersvoorziening bij het primaire besluit van 31 juli 2024 afgewezen, omdat het college de gesloten buitenwagen niet noodzakelijk achtte. Aan eiseres is op basis van het routeplan eenmalig een financiële tegemoetkoming voor individueel taxivervoer verstrekt en ondersteuning door een ambulante begeleider aangeboden om te leren omgaan met spanningen dan wel die te verminderen. Tegen dit besluit heeft eiseres bezwaar gemaakt.
8. Het college heeft het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard onder verwijzing naar het advies van de bezwaaradviescommissie. De bezwaaradviescommissie heeft geadviseerd nader onderzoek te laten doen naar de medische situatie van eiseres in samenhang met haar vervoersbehoefte. Het college heeft vervolgens [medisch adviesbureau] Consult (hierna [medisch adviesbureau] ) gevraagd een nader onderzoek in te stellen naar de medische situatie van eiseres. Uit dit medisch advies volgt dat er geen medische grondslag bestaat voor toewijzing van een gesloten buitenwagen.
9. Eiseres heeft in beroep kort gezegd aangevoerd dat zij beperkingen ondervindt bij het gebruik van de scootmobiel en regiotaxi en dat dit daarom geen passende oplossingen voor haar vervoersbehoefte zijn. De gesloten buitenwagen zou hier wel in kunnen voorzien. Zij stelt een veelvoud aan medisch bewijs te hebben ter onderbouwing van haar standpunt.
Het toetsingskader
10. Om een besluit op een aanvraag voor een maatwerkvoorziening uit de Wmo ter compensatie van beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie te kunnen nemen, moet het college een zorgvuldig onderzoek hebben verricht. Het college moet daarbij voldoende kennis verzamelen over de voor het nemen van het besluit van belang zijnde feiten en omstandigheden en af te wegen belangen. [1] De hoogste rechter in dit soort zaken heeft bepaald dat het college een aantal stappen moet doorlopen bij het te verrichten onderzoek. Zo moet het college bij een melding eerst de hulpvraag vaststellen (stap 1). Daarna moet het college vaststellen welke problemen worden ondervonden bij de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, dan wel het zich kunnen handhaven in de samenleving (stap 2). Als die problemen voldoende concreet in kaart worden gebracht, kan worden bepaald welke ondersteuning naar aard en omvang nodig is om een passende bijdrage te leveren in die zelfredzaamheid of participatie of het kunnen redden in de samenleving (stap 3). Tot slot moet het college onderzoeken in hoeverre de eigen mogelijkheden, gebruikelijke hulp, mantelzorg, ondersteuning door andere personen uit het sociale netwerk en voorliggende (algemene) voorzieningen de nodige hulp kunnen bieden (stap 4). Alleen als die mogelijkheden onvoldoende toereikend zijn, wordt er een maatwerkvoorziening verleend. [2]
Heeft het college zorgvuldig onderzoek verricht?
11. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college een voldoende zorgvuldig onderzoek gedaan. Het college heeft zijn onderzoeksplicht vormgegeven door het voeren van een keukentafelgesprek, het opstellen van een routeplan en het opvragen van een extern medisch advies. Uit het overgelegde medisch adviesrapport van [medisch adviesbureau] volgt dat concrete op de situatie van eiseres toegespitste vragen aan de medisch adviseur zijn gesteld die zien op de noodzaak van ander vervoer en de passendheid van de al aangeboden voorzieningen. Daarin is geconcludeerd dat van een medische noodzakelijkheid van een gesloten buitenwagen niet is gebleken. Een gesloten buitenwagen wordt slechts bij een beperkt aantal ziektes toegekend. Op zitting heeft het college toegelicht dat dit bijvoorbeeld gaat om ziektes die verband houden met hersenletsel of schade aan het zenuwstelsel. De beperkingen die eiseres ervaart, vallen volgens de medisch adviseur niet onder de genoemde ziektes. De scootmobiel is volgens de medisch adviseur passend voor eiseres om in haar directe woonomgeving te gebruiken. De medisch adviseur heeft geadviseerd dat daarnaast individueel taxivervoer en ambulante begeleiding voor eiseres passend zijn. Daarmee is voldaan aan de vereisten van een zorgvuldig onderzoek. Het college hoefde aan de hand van de veelvoud aan medisch bewijs van eiseres geen nader onderzoek te doen, omdat [medisch adviesbureau] het medisch advies heeft gebaseerd op relevante medische informatie die tijdens het spreekuur door eiseres in kopie is gegeven en eiseres ook op het medisch advies heeft mogen reageren, voordat dit advies definitief is vastgesteld.
Compenseren de beschikbare voorzieningen voldoende in zelfredzaamheid en participatie?
12. De rechtbank is het met het college eens dat eiseres met de beschikbare voorzieningen voldoende wordt gecompenseerd in haar zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Met deze voorzieningen kan eiseres namelijk andere mensen ontmoeten, contact onderhouden en deelnemen aan de maatschappij. Eiseres kan immers met de scootmobiel op kleine afstanden boodschappen doen en deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. Als zij beperkt wordt door de weersomstandigheden, kan zij daarvoor gepaste kleding dragen en kunnen door het college aan haar passende oplossingen worden geboden, zoals een voetenzak of een windscherm. Voor de lange afstanden en als eiseres meer beschutting nodig acht, kan eiseres gebruik maken van individueel taxivervoer. Uit het medisch advies van [medisch adviesbureau] volgt namelijk dat de regiotaxi voor eiseres leidt tot overprikkeling in verband met de lange reisduur en de medereizigers. Het college heeft op zitting toegelicht dat om die reden aan eiseres een financiële tegemoetkoming is aangeboden om van individueel taxivervoer gebruik te kunnen maken. Hierdoor kan zij op ieder gewild moment naar en van een locatie vertrekken, hoeft zij niet lang te wachten en hoeft zij de taxi niet met anderen te delen, zodat de overprikkeling tot een minimum kan worden beperkt. Zij zou hierdoor zoals gewenst ook een bezoek aan de Jehova’s getuigen, haar zoon, therapieën en andere korte sociale contacten af kunnen leggen. Het college heeft daarnaast ook met eiseres meegedacht over het verbeteren van haar reismogelijkheden, door ambulante begeleiding aan te bieden. De ambulante begeleiding kan bijvoorbeeld meedenken over hoe eiseres spanningsmomenten buitenshuis, zoals het wachten op een taxi, in de toekomst rustiger kan laten verlopen. Daarmee kan eiseres worden geholpen in haar vervoersbehoefte en wordt regiotaxi mogelijk in de toekomst opnieuw een passende oplossing. Hiermee wordt ook in het geestelijk welzijn van eiseres voorzien. Het ligt op de weg van eiseres om van de aangeboden mogelijkheden gebruik te maken. Dit heeft zij vooralsnog niet gedaan. Nu eiseres met deze verstrekte voorzieningen adequaat kan voorzien in haar vervoersbehoefte, heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een vervoersvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen.

Conclusie en gevolgen

13. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gesloten buitenwagen toegewezen krijgt. Eiseres heeft dus geen gelijk. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L. van 't Hof, rechter, in aanwezigheid van T. Rommes, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 3 september 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 2.3.2 en 2.3.5 van de Wmo.
2.Dit volgt uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 21 maart 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:819.