ECLI:NL:RBMNE:2025:4845
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag vervoersvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning
Op 3 september 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats]. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college heeft deze aanvraag op 31 juli 2024 afgewezen, omdat het de gesloten buitenwagen niet noodzakelijk achtte. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, maar heeft zich afgemeld voor de zitting op 3 juli 2025.
De rechtbank heeft beoordeeld of het college de aanvraag terecht heeft afgewezen. De rechtbank concludeert dat het college een zorgvuldig onderzoek heeft verricht, onder andere door het voeren van een keukentafelgesprek en het opvragen van een extern medisch advies. Dit advies concludeerde dat er geen medische noodzaak was voor de gesloten buitenwagen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij beperkingen ondervindt bij het gebruik van de scootmobiel en regiotaxi, maar de rechtbank oordeelt dat de beschikbare voorzieningen voldoende zijn om in haar zelfredzaamheid en participatie te voorzien.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de gevraagde vervoersvoorziening. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.