Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Zitting
- [verdachte (voornaam)] ;
- de officier van justitie: mr. M. de Nooij;
- de advocaat van [verdachte (voornaam)] : mr. B. Venema (waarnemend voor mr. I. Stas);
- de moeder van [verdachte (voornaam)] ;
- een onderzoeker van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad);
- [verdachte (voornaam)] toezichthouder bij [instelling 1] te Gelderland (hierna: [instelling 1] );
- de persoonlijk begeleider van [verdachte (voornaam)] en zijn moeder bij [instelling 2] .
2.Tenlastelegging
3.Bewijs
.
- de bekennende verklaring van [verdachte (voornaam)] op de zitting van 26 augustus 2025;
- de aangifte van [slachtoffer 1] , pagina’s 87 tot en met 90;
- het proces-verbaal van bevindingen van [A] , pagina’s 168 tot en met 172;
- de verklaring van getuige [slachtoffer 2] , pagina’s 102 tot en met 105;
- de aangifte van [slachtoffer 4] , pagina’s 153 tot en met 156;
- de aangifte van [slachtoffer 5] , pagina’s 209 tot en met 211;
- het proces-verbaal van bevindingen van [B] , pagina’s 454 tot en met 465.
zitting van 26 augustus 2025onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van bevindingen van 25 maart 2025, zakelijk weergegeven, een opgenomen gesprek tussen [verdachte (voornaam)] en [medeverdachte (voornaam)] als volgt uitgewerkt:
proces-verbaal van bevindingen van 21 maart 2025, zakelijk weergegeven, het volgende beschreven:
aangifte van [slachtoffer 1]van 7 maart 2025 volgt, zakelijk weergegeven:
aangifte van [slachtoffer 2]van 7 maart 2025 volgt, zakelijk weergegeven:
aangifte van [slachtoffer 3]van 13 maart 2025 volgt, zakelijk weergegeven:
aangifte van [slachtoffer 4]van 10 maart 2025 volgt, zakelijk weergegeven:
aangifte van [slachtoffer 5]van 28 maart 2025 volgt, zakelijk weergegeven:
4.Kwalificatie en strafbaarheid
diefstal, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
5.Straf
- het strafblad van [verdachte (voornaam)] van 27 augustus 2025;
- een rapport van een psycholoog die [verdachte (voornaam)] heeft onderzocht van 15 mei 2025;
- een advies van de Raad van 7 juli 2025.
6.In beslag genomen voorwerpen
7.Vordering benadeelde partij
Vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf
9.Toegepaste wetsartikelen
- 36f, 47, 57, 63, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, , 77aa, 77gg, 285, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht en
- 26, 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
10.De beslissing
jeugddetentie van 270 (tweehonderdzeventig) dagen;
173 (honderddrieënzeventig) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat [verdachte (voornaam)] de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
2 (twee) jarenvast;
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- meewerkt aan het reclasseringstoezicht van de gecertificeerde instelling, te weten [instelling 1] ( [instelling 1] ) te Gelderland ;
- zich houdt aan de aanwijzingen de gecertificeerde instelling, te weten de [instelling 1] , waarbij de minderjarige (behoudens verlenging) zes maanden intensieve begeleiding aanvaardt in het kader van ITB Harde Kern, zolang de [instelling 1] dit nodig acht;
- zich houdt aan het locatiegebod en locatieverbod en zich ter controle van het locatiegebod en locatieverbod onder elektronische monitoring zal stellen van de gecertificeerde instelling, te weten de [instelling 1] ;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- meewerkt aan de hulpverlening/ behandeling die door het NIFP wordt geadviseerd, wanneer de jeugdreclasseerder dit nodig vindt;
- meewerkt aan een positief ingevulde gestructureerde dagbesteding (zoals school/, stage, werk en/of vrijetijdsbesteding);
- meewerkt aan plaatsing en wonen bij [instelling 3] (of vergelijkbare instelling), voor zolang de jeugdreclasseerder dit nodig acht;
- meewerkt aan hulpverlening vanuit [instelling 2] (of vergelijkbare instelling), voor zolang de jeugdreclasseerder dit nodig acht;
- meewerkt aan behandeling, indien de jeugdreclasseerder dit nodig acht;
- meewerkt aan het afnemen van urineonderzoek, gericht op verdovende middelen, indien de jeugdreclasseerder hier aanleiding toe ziet;
dadelijk uitvoerbaarzijn;
So-Cool Regulier (zeventien bijeenkomsten), voor de duur van 40 uren;
20 dagen jeugddetentie;
- wijst de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 5] toe tot een bedrag van € 1.181,39 bestaande uit € 181,39 materiële schade en € 1.000,00 immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 maart 2025 tot de dag van volledige betaling;
- bepaalt dat benadeelde partij [slachtoffer 5] voor het overige van haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk is en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt [verdachte (voornaam)] hoofdelijk met de medeverdachte tot betaling aan benadeelde partij [slachtoffer 5] van het toegewezen bedrag en legt [verdachte (voornaam)] de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat € 1.181,39 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 maart 2025 tot de dag van volledige betaling. Bij niet betaling zal geen gijzeling worden toegepast;
- bepaalt dat [verdachte (voornaam)] van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op één van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt [verdachte (voornaam)] ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verlengt de proeftijd met één jaar in parketnummer 05/321699-23 in de door de kinderrechter in de rechtbank Gelderland bij vonnis van 6 mei 2024 voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 40 uren;
- verklaart de vordering tot tenuitvoerlegging in parketnummer 05/250526-24 van de door de kinderrechter in de rechtbank Gelderland bij vonnis van 9 december 2024 voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 15 uren niet-ontvankelijk;