ECLI:NL:RBMNE:2025:4859

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 september 2025
Publicatiedatum
9 september 2025
Zaaknummer
UTR 24/5196, UTR 24/5221
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen omgevingsvergunning voor de bouw van een ambulancepost aan de Middelhoefseweg in Amersfoort

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van Stichting Ontwikkeling en Behoud Erfgoed Soest-Soesterberg, [eiser 1] en [eiser 2] tegen de omgevingsvergunning die het college aan de vergunninghouder heeft verleend voor het bouwen van een ambulancepost aan de Middelhoefseweg nabij huisnummer 10 in Amersfoort. De rechtbank oordeelt dat het college de omgevingsvergunning redelijkerwijs heeft kunnen verlenen. De rechtbank stelt vast dat het college voldoende heeft uitgelegd waarom de door eisers aangedragen locaties geen gelijkwaardig resultaat met aanmerkelijk minder bezwaren opleveren. De motivering in de ruimtelijke ordening voldoet aan de vereisten die worden gesteld aan de Ladder voor duurzame ontwikkeling. De rechtbank oordeelt dat de belangen van omwonenden en het maatschappelijk belang van gezondheidszorg goed zijn afgewogen. De rechtbank volgt het college in zijn standpunt dat de vestiging van de ambulancepost geen nadelige gevolgen heeft voor het Natuurwerk Nederland en/of beschermde diersoorten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de eisers in de proceskosten terug.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers:
  • UTR 24/5196 (Stichting Ontwikkeling en Behoud Erfgoed Soest-Soesterberg)
  • UTR 24/5221 ( [eiser 1] en [eiser 2] )

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september 2025 in de zaak tussen

Stichting Ontwikkeling en Behoud Erfgoed Soest-Soesterberg, uit Soesterberg, eiseres, en
[eiser 1] en [eiser 2], uit [woonplaats] , eisers
(gemachtigde: mr. E.P. Euverman),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, het college
(gemachtigde: H. Maaijen).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Stichting Regionale Ambulance Voorziening Provincie Utrecht (RAVU)uit Bilthoven (de vergunninghouder)
(gemachtigden: J.P. Versluijs en A.J. Pels).

Waar gaat deze zaak over?

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van Stichting Ontwikkeling en Behoud Erfgoed Soest-Soesterberg, [eiser 1] en [eiser 2] tegen de omgevingsvergunning die het college aan de vergunninghouder heeft verleend voor het bouwen van een ambulancepost aan de Middelhoefseweg nabij huisnummer 10 in Amersfoort. De ambulancepost wordt iets ten noorden van het bestaande bouwvlak gerealiseerd. De beoogde ambulancepost heeft een oppervlakte van 1.675 m² en een hoogte van 7,9 meter en komt op een plek waar nu een groot parkeerterrein is. De ambulancepost zal deels uit één laag bestaan ten behoeve van de stalling van 17 ambulances en deels uit twee lagen ten behoeve van kantoorruimte en verblijfsruimte voor personeel. Eiseres Stichting Ontwikkeling en Behoud Erfgoed Soest-Soesterberg en eisers [eiser 1] en [eiser 2] hebben afzonderlijk van elkaar een beroepschrift ingediend. De beroepsgronden in beide beroepschriften zijn gelijkluidend. Hierna zullen zij gezamenlijk eisers worden genoemd.

Inleiding

2. De Stichting Ontwikkeling en Behoud Erfgoed Soest-Soesterberg is op 22 februari 2022 opgericht en heeft als doel: het opkomen voor de belangen van inwoners van de gemeente Soest en/of het direct aangrenzende grondgebied en andere gemeenten. Het gaat om woongenot, welzijn, leefmilieu, cultuurlandschap, natuur en groene leefomgeving. [eiser 1] en [eiser 2] wonen aan de [adres] in [woonplaats] op ongeveer 120 meter afstand van de ambulancepost.
2.1.
De RAVU heeft op 27 december 2022 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de nieuwbouw van een ambulancepost. De RAVU heeft de aanvraag voorzien van een ruimtelijke onderbouwing.
2.2.
De raad van de gemeente Amersfoort heeft op 4 juli 2023 een ontwerp verklaring van geen bedenkingen (vvgb) voor dit bouwplan afgegeven.
2.3.
Het college heeft van 13 juli 2023 tot en met 23 augustus 2023 een ontwerp omgevingsvergunning ter inzage gelegd. Eisers hebben hiertegen een zienswijze ingediend, waarop het college heeft gereageerd met een zienswijzenota.
2.4.
De gemeenteraad heeft op 28 mei 2024 een vvgb afgegeven voor de vergunningaanvraag.
2.5.
In een besluit van 19 juni 2024 (het bestreden besluit) heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning aan de RAVU verleend.
2.6.
Eisers hebben beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend.
2.7.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 10 juni 2025. De zaken worden gelijktijdig doch niet gevoegd behandeld. Eiseres Stichting Ontwikkeling en Behoud Erfgoed Soest-Soesterberg wordt bijgestaan door haar gemachtigde. Eiser [eiser 1] is op de zitting verschenen en wordt bijgestaan door dezelfde gemachtigde. Eisers hebben [A] , werkzaam bij Bodem Natuur Consult, mee naar de zitting genomen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en heeft planologisch jurist mr. [B] mee naar de zitting genomen. De vergunninghouder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

Beoordelingskader
3. Op 1 januari 2024 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ingetrokken en is de Omgevingswet in werking getreden. Omdat de vergunninghouder zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning voor die datum heeft ingediend, is in deze zaak de Wabo met de onderliggende regelingen nog van toepassing. [1]
4. Tussen partijen is niet in geschil dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen (het bestemmingsplan). De aanvraag voldoet niet aan de bouwregels van de bestemming “Maatschappelijke doeleinden” die op het perceel rust. Binnen de bestemming zijn op grond van artikel 11 van het bestemmingsplan (functieaanduiding “Religie”) uitsluitend religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen toegestaan. Iets ten zuiden van de planlocatie bevindt zich een bouwvlak waar op grond van het bestemmingsplan bijvoorbeeld een kerk of een moskee van maximaal 15 meter hoog zou mogen worden gebouwd. Op grond van artikel 13 van het bestemmingsplan (functieaanduiding “Verblijfsdoeleinden”) zijn op de planlocatie toegestaan: wegen met een verblijfsfunctie, voetpaden, fietspaden, bermen, geluidwerende voorzieningen, parkeervoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen, watergangen- en partijen en bijbehorende voorzieningen. De ambulancepost heeft een even grote footprint als het hiervoor genoemde bouwvlak.
5. Het college heeft de omgevingsvergunning voor de bouw van de ambulancepost in afwijking van het bestemmingsplan verleend op grond van een buitenplanse afwijking als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3, van de Wabo. Dat kan als uit een ruimtelijke onderbouwing is gebleken dat het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Het college heeft bij het nemen van een dergelijk besluit beleidsruimte. Als het college van mening is dat de activiteit waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, kan hij ervoor kiezen om zijn bevoegdheid tot afwijking van de planologische regels te gebruiken. Daarbij moet het college alle betrokken belangen afwegen. De rechtbank oordeelt niet zelf of verlening van de omgevingsvergunning in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. [2] De rechtbank beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden van eisers of het college met de motivering van zijn besluit bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het besluit onevenredig zijn in verhouding tot de met de verlening van de omgevingsvergunning te dienen doelen.
Locatieonderzoek
6. Eisers voeren aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen, omdat het college onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de belangen van de omwonenden en het bestaan van alternatieve locaties. Eisers wijzen op rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 10 januari 2024 [3] , waaruit zou blijken dat het college de besluitvorming van de gemeenteraad voorbereidt en de raad in het kader van haar beoordeling van een goede ruimtelijke ordening een afweging moet maken tussen mogelijke locaties. Omdat het college geen (eigen) locatieonderzoek heeft verricht, waarin alle mogelijke locaties zijn betrokken, was het voor de gemeenteraad niet mogelijk om tot een volledige afweging van mogelijke locaties te komen. Het college wijst in de zienswijzenota op een locatieonderzoek uit 2020 waarin drie locaties zijn beoordeeld. Dit onderzoek maakt geen deel uit van het bestreden besluit en is ook niet gepubliceerd. Volgens eisers is niet gemotiveerd dat de ambulancepost niet kan worden voortgezet op of nabij de huidige locatie aan de Nijverheidsweg-Noord 121 in Amersfoort (op bedrijventerrein De Isselt), dan wel elders op een bedrijventerrein binnen stedelijk gebied.
7. De rechtbank stelt voorop dat het vaste rechtspraak van de Afdeling is dat het college moet beslissen op de aanvraag zoals die is ingediend. Als een bouwplan op zichzelf aanvaardbaar is, kan het bestaan van alternatieven alleen leiden tot weigering van de vergunning als op voorhand al duidelijk is dat door verwezenlijking van de alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren. [4] Het is aan eisers om alternatieve locaties aan te dragen en aannemelijk te maken dat het alternatief voldoet aan die voorwaarden. [5]
8. Het college is in zijn zienswijzenota uitgebreid ingegaan op de locatiekeuze. Het college heeft hierin verwoord dat het al enige tijd duidelijk was dat de vergunninghouder een nieuwe locatie nodig had. Een ambulancepost is een noodzakelijke maatschappelijke voorziening en moet voldoen aan een aantal wensen en eisen die aan het verlenen van noodhulp gesteld worden. Belangrijke factor hierbij zijn de aanrijtijden (maximaal 15 minuten), snelle aansluiting op het hoofdwegennetwerk en de wens om niet midden in een woonwijk terecht te komen.
9. Verder wordt in de zienswijzenota vermeld dat er in 2020 drie mogelijke locaties zijn onderzocht. Dit is ook verwoord in het raadsvoorstel behorend bij de afgifte van de ontwerpverklaring van geen bedenkingen. Twee van deze locaties lagen op De Isselt (Uraniumweg en De Birkt). De drie locaties zijn beoordeeld op verschillende aspecten zoals eigendomssituatie, verkeersaspecten, stedenbouw, ruimtelijke procedure, economie en milieu. De locatie aan de Uraniumweg kreeg vanuit milieu een positief advies vanwege de gunstige ligging ten opzichte van omringende woningen, maar deze locatie scoorde slecht vanwege particuliere eigendom en kreeg een negatief advies vanuit de afdeling verkeer. De locatie De Birkt kreeg ook meerdere negatieve adviezen op deelaspecten.
10. Alle adviezen bekeken en beoordeeld, kwam de locatie aan de Middelhoefseweg eruit als de meest werkbare optie voor de ambulancepost, zo vervolgt het college in de zienswijzenota. De door indieners aangedragen alternatieven zijn niet geschikt om diverse redenen zoals de komst van een waterstoftankstation (Argonweg 10) en de particuliere eigendom waarbij een vergunningenprocedure loopt voor gehele nieuwbouw ( [adres] / [adres] ). De Nijverheidsweg-Noord 65 is een pand dat in huur wordt aangeboden voor de duur van vijf jaar, terwijl er voor de ambulancepost een verbouwing noodzakelijk zal zijn en zekerheid over een nieuwe locatie. Er zijn kortom geen reële alternatieven aangedragen, zoals die wel betrokken zijn geweest bij het uitgevoerde locatieonderzoek, aldus het college.
11. De rechtbank is van oordeel dat het college in de zienswijze voldoende heeft uitgelegd waarom de door eisers aangedragen locaties geen gelijkwaardig resultaat met aanmerkelijk minder bezwaren opleveren. De uitspraak van de Afdeling [6] waar eisers naar verwijzen, waarin de Afdeling oordeelt dat de gemeenteraad zelfstandig onderzoek moet doen naar mogelijke locaties, betrof een andere situatie en is geen vaste rechtspraak van de Afdeling. Het college is in de zienswijzenota uitgebreid ingegaan op mogelijke locaties voor de ambulancepost. De gemeenteraad heeft hiervan voorafgaand aan het afgeven van de vvgb kennisgenomen. De gemeenteraad was kennelijk niet van oordeel dat de locatie aan de Middelhoefseweg onzorgvuldig is gekozen. Het ligt dan niet op de weg van de gemeenteraad om verder mogelijke locaties te onderzoeken. De beroepsgrond slaagt niet.
Ladderonderbouwing en locatieafweging
12. Partijen zijn het erover eens dat met de bouw van de nieuwe ambulancepost sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. [7] Eisers stellen zich op het standpunt dat de locatie niet binnen bestaand stedelijk gebied [8] ligt. Het college stelt dat dit wel het geval is.
13. Eisers voeren aan dat de behoefteonderbouwing in de ruimtelijke onderbouwing niet in overeenstemming is met de ladder voor duurzame verstedelijking als bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de ruimtelijke onderbouwing wordt niet toegelicht waarom er een kwalitatieve en kwantitatieve behoefte bestaat aan 17 ambulanceplaatsen op de planlocatie. Volgens eisers is niet onderbouwd dat de behoefte niet binnen bestaand stedelijk gebied kan worden opgelost. Er is niet gemotiveerd waarom de ambulancepost niet kan worden voortgezet op of nabij de huidige locatie aan de Nijverheidsweg-Noord 121 in Amersfoort.
14. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling [9] dat de beantwoording van de vraag of een plangebied als een bestaand stedelijk gebied in de zin van het Bro kan worden aangemerkt, afhangt van de omstandigheden van het geval, de specifieke ligging, de feitelijke situatie, het bestemmingsplan en de aard van de omgeving. Bij de beantwoording van deze vraag dient te worden beoordeeld of het voorgaande bestemmingsplan binnen het gebied reeds een stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca mogelijk maakt, of het gebied op grond van het voorgaande plan kan worden beschouwd als bij een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.
15. De rechtbank kan het college volgen in zijn toelichting in de zienswijzenota dat de ontwikkeling in bestaand stedelijk gebied ligt. De bestemming voorziet in bebouwing met een maatschappelijke functie en is momenteel in gebruik als parkeerplaats op een terrein waar ook andere voorzieningen zoals de Superfun aanwezig is. Het terrein behoort evident bij een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing.
16. De rechtbank kan het college ook volgen in zijn standpunt dat uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er sprake is van een zeer specifieke functie waarvoor een concrete behoefte bestaat. Ruim 20 jaar was de ambulancepost Amersfoort Centrum gehuisvest aan de Zonnehof. Vanwege de herontwikkeling van de gronden aan de Zonnehof moet een nieuwe locatie voor de ambulancepost worden gevonden. De locatie aan de Zonnehof was ook te klein en de nieuwere ambulances konden in verband met hun hoogte ook niet in het gebouw naar binnen rijden. Er is voor een periode van twee jaar een tijdelijke oplossing gevonden voor een ambulancepost aan de
Nijverheidsweg-Noord 121 op bedrijventerrein De Isselt. In verband met de meest optimale uitrukomgeving ten opzichte van de andere posten elders in Amersfoort (met name Amersfoort-Noord) moest een definitieve locatie ergens in de omgeving van de tijdelijke post worden gevonden. Met de locatie aan de Middelhoefseweg is die locatie beschikbaar gekomen. Deze plek zorgt er voor dat de vergunninghouder in de omgeving van Amersfoort-West bij spoedmeldingen binnen de daarvoor noodzakelijke aanrijtijden aanwezig kan zijn. De locatie is goed bereikbaar en ligt bij uitvalswegen. Er is voldoende ruimte voor de eenheden en voor dagverblijf en kleedkamers. Parkeergelegenheid op eigen terrein is beschikbaar. Het is noodzakelijk dat de ambulances snel een zo groot mogelijk gebied kunnen bereiken. Na afweging blijkt de betreffende locatie (het meest) geschikt.
17. Daarmee voldoet de motivering in de ruimtelijke ordening aan de vereisten die worden gesteld aan de Ladder voor duurzame ontwikkeling. [10] In de ruimtelijke onderbouwing wordt voldoende uitgelegd dat er een concrete behoefte aan de ambulancepost bestaat waarin kan worden voorzien binnen bestaand stedelijk gebied. In dat geval behoeft niet te worden gemotiveerd waarom niet in de behoefte aan de nieuwe stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied (elders) kan worden voorzien. De beroepsgrond slaagt niet.
Goede ruimtelijke ordening
18. Eisers voeren aan dat realisering van het bouwplan aan de locatie Middelhoefseweg om diverse redenen ruimtelijk niet aanvaardbaar is. Zij vrezen voor geluidsoverlast, vergroting van de verkeersonveiligheid en negatieve effecten voor de natuur.
Geluid
19. Eisers voeren aan dat het, gelet op de omgeving, ruimtelijk niet aanvaardbaar is dat aan de Middelhoefseweg ieder uur of zelfs half uur ambulances uitrukken met een geluidsbelasting tot 118 dB(A) / 125 dB(A) Lmax. Volgens het geluidsrapport bij de ruimtelijke onderbouwing krijgen omwonenden te maken met 89 dB(A). Een dergelijke geluidsbelasting geeft niet alleen hinder maar ook een negatief effect op de gezondheid. De gemeenteraad heeft niet uitgelegd waarom hij piekgeluiden tot 89 dB(A)max ter plaatse ruimtelijk aanvaardbaar vindt.
20. De vergunninghouder heeft als bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing een akoestisch onderzoek Activiteitenbesluit ambulancepost Amersfoort van 11 november 2022 (het akoestisch onderzoeksrapport) van Weel Geluidsadvies gevoegd. In dit onderzoek is de berekende geluidbelasting van de ambulancepost op de gevels van de omliggende woningen getoetst aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Verder is getoetst aan de zogenaamd 'schrikkelcirculaire' vanwege het verkeer van en naar de ambulancepost en is in de rapportage aandacht besteed aan het aspect van een goede ruimtelijke ordening.
21. In het akoestisch onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat de vestiging van de ambulancepost aan de Middelhoefseweg als inrichting op zichzelf voldoet aan de wetgeving. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau is laag, het maximaal geluidniveau is ook laag als ervan wordt uitgegaan dat de sirene niet wordt ingeschakeld op het terrein van de inrichting. Het gebruik van de sirene is daar ook niet nodig. Wat betreft het verkeer van en naar de inrichting wordt ook voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Het verkeer van en naar de inrichting leidt tot een etmaalwaarde van Letm=48 dB(A).
22. In het akoestisch onderzoeksrapport staat verder dat het maximale geluidniveau ten aanzien van het gebruik van de sirene op de openbare weg LAmax=89 dB(A) in de dagperiode en avondperiode bedraagt en 79 dB(A) in de nachtperiode. De berekende niveaus zijn hoog en kunnen hinderlijk zijn. Deze waarden zijn echter uitgezonderd van toetsing aan de wet- en regelgeving [11] en worden beoordeeld in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Omdat een sirene moet worden ingeschakeld bij kruisingen met verkeerslichten is het gebruik noodzakelijk, er kan niet van worden afgezien. Gelet op de maatschappelijke noodzaak en het belang van gezondheidszorg heeft de wetgever beslist dat deze niveaus niet behoeven te worden getoetst. Met een gemiddelde van 6,84 spoedritten overdag, 1,48 spoedritten in de avond en 1,15 spoedritten per nacht is de hinder aanwezig maar in tijd en aantal beperkt.
23. In de ruimtelijke onderbouwing wordt nog vermeld dat het gaat om gemiddeld iets meer dan één rit per nacht. Dat is de periode waarin de overlast zich kan voordoen. In de dagperiode en in de avondperiode zijn er wat meer spoedritten, maar de hinder zal dan beperkt zijn. Gelet op de genoemde belangen, en het feit dan een ambulancepost vanwege de aanrijdtijden altijd in de directe nabijheid van stedelijke gebieden moet zijn gelegen is er sprake van een goede ruimtelijke ordening.
24. De rechtbank is van oordeel dat het college zich heeft mogen baseren op de ruimtelijke onderbouwing en het akoestisch onderzoeksrapport. In de ruimtelijke onderbouwing wordt het maatschappelijk belang van gezondheidszorg op het punt van geluid voldoende afgezet tegen de belangen van omwonenden. Eisers hebben het negatieve effect van het geluid op hun gezondheid niet met medische informatie onderbouwd. De beroepsgrond slaagt niet.
Verkeersveiligheid
25. Eisers voeren aan dat het bouwplan de reeds bestaande verkeersonveiligheid vergroot. De locatie Middelhoefseweg ligt nabij een kinderspeelparadijs, diverse sportclubs en een drukke verkeerskruising. Ambulances die met zeer grote snelheid uitrukken, vergroten de bestaande verkeersonveiligheid in deze omgeving.
26. In de ruimtelijke onderbouwing wordt ingegaan op de verkeersgeneratie en verkeersontsluiting als gevolg van de ambulancepost. Voor het bepalen van de verkeersgeneratie is gebruik gemaakt van de kengetallen van het CROW [12] . De verkeersgeneratie is bepaald op basis van de categorie 'bedrijf arbeidsextensief / bezoekersextensief'. Per 100 m² bruto vloeroppervlak (bvo) geldt een verkeersgeneratie van 3,6 tot 5,3 vervoersbewegingen per etmaal (gemiddeld 4,5). In het voorliggende plan is sprake van 2027 m² bvo. De verkeersgeneratie bedraagt daarmee 4,5 x (2027/100) = 90 vervoersbewegingen per etmaal. Daarnaast is op basis van gegevens van de vergunninghouder vastgesteld dat er gemiddeld per etmaal 20 ambulances uitrukken. Dat is verantwoord in bijlage 4 bij het eerder in deze uitspraak genoemde akoestisch onderzoeksrapport. Ervan uitgaande dat iedere ambulance na een uitruk terugkeert op de ambulancepost, bedraagt het aantal verkeersbewegingen als gevolg van de ambulanceritten 40 per etmaal.
27. In totaal is er dus sprake van 130 (90 + 40) vervoersbewegingen per etmaal. De intensiteit op de Middelhoefseweg is 410 motorvoertuigbewegingen per etmaal. Wanneer daar 130 motorvoertuigbewegingen per etmaal bijkomen, bedraagt de totale etmaalintensiteit gemiddeld rond de 540 motorvoertuigbewegingen per etmaal. De maximale theoretische afwikkelingscapaciteit van de Middelhoefseweg is 6.000 motorvoertuigbewegingen per etmaal (CROW). Daarmee blijft de gemiddelde verkeersgeneratie per etmaal ruim binnen de normen. Vanaf het kruispunt Middelhoefseweg-Amsterdamseweg verspreidt het verkeer zich over diverse wegen (Amsterdamseweg, Birkstraat en Barchman Wuytierslaan). De toename van het verkeer is aanvaardbaar, zo staat in de ruimtelijke onderbouwing.
28. Het college heeft in de zienswijzenota toegelicht dat tijdens de bouw van de ambulancepost mogelijk tijdelijk enige overlast zal worden ervaren, hetgeen heel gebruikelijk is in een stedelijk gebied. Dat bezoekers na voltooiing van de bouw ambulances tegen zullen komen op de toegangsweg is heel goed mogelijk. Als de ambulances of het personeel aan komen rijden zal het als gewone verkeersdeelnemer zijn. Alleen bij het gebruik van geluid of optische signalen (spoedritten) zal de ambulance voorrang moeten verkrijgen. Zoals in de overwegingen over geluid is vermeld, gaat het om een gemiddelde van 6,84 spoedritten overdag, 1,48 spoedritten in de avond en 1,15 spoedritten per nacht.
29. Kinderen zullen met hun begeleiders per auto of fiets Monkey Town / Superfun bezoeken. Een ambulance is uitsluitend een voorrangsvoertuig als deze met geluid en optische signalen vertrekt, maar dat is niet bij iedere deelname aan het verkeer het geval. Als de begeleiders van kinderen hier correct mee omgaan zoals zij overal op de openbare weg moeten, zal dit niet leiden tot verkeersonveilige situaties, aldus het college in de zienswijzenota.
30. In de zienswijze wordt verder opgemerkt dat ambulancechauffeurs speciaal zijn opgeleid om naar een locatie van een incident te rijden al dan niet met de inzet van een sirene en optische geluiden. Zij mogen zich als voorrangsvoertuig in het verkeer begeven op grond van de Regeling optische en geluidssignalen 2009. Deze regeling geeft aan dat wanneer er sprake is een dergelijke situatie en deze is verder uitgewerkt in een instructieregeling voor chauffeurs. De chauffeurs zijn heel goed in staat in te schatten afhankelijk van de aard van de melding en de situatie op de weg en het tijdstip welke signalen er nodig zijn om zo snel mogelijk ter plaatse te komen.
31. Het college heeft op de zitting aanvullend toegelicht dat de verkeerslichten na bouw van de ambulancepost op het kruispunt van de Middelhoefseweg met de Amsterdamseweg zullen worden aangepast om voorrang aan ambulances te geven.
32. De rechtbank is van oordeel dat het college zich op het punt van verkeersveiligheid heeft mogen baseren op de ruimtelijke onderbouwing. De rechtbank kan het college ook volgen in zijn toelichting in de zienswijzenota dat er, ondanks dat er enige mate van verkeersoverlast zal optreden, sprake is van een verantwoorde situatie wat betreft verkeersveiligheid. Uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er onderzoek is gedaan naar de verkeersgeneratie van de ambulancepost. Eisers hebben onvoldoende onderbouwd dat er nader onderzoek naar de verkeersveiligheid had moeten plaatsvinden. Het college heeft daarbij de gemoeide belangen van omwonenden en het feit dat een ambulancepost in verband met de aanrijdtijden altijd in de directe nabijheid van stedelijke gebieden moet zijn gelegen in het belang van de gezondheidszorg, gedegen afgewogen.
Natuur
33. Tussen partijen staat niet ter discussie dat het projectgebied buiten de begrenzing van het Natuurwerk Nederland (NNN) valt.
34. Eisers voeren aan dat de ambulancepost onmiskenbaar gevolgen heeft voor het behoud en de ontwikkeling van de nabijgelegen ecologische verbindingszone (de Melksteeg), die behoort tot het NNN. De uitrukkende ambulances over de Middelhoefseweg kunnen leiden tot een aantasting van de wezenlijke waarden en kenmerken van het nabijgelegen NNN. Het sirenegeluid en de zwaailichten hebben een storend effect voor de diersoorten waarvoor het NNN is aangewezen. Eisers verwijzen naar een second opinion advies van Bodem Natuur Consult van 30 augustus 2024 dat zij hebben ingebracht. Hierin wordt gesteld dat door het sirenegeluid en de zwaailichten er verschillende beschermde diersoorten de verbindingszone vermijden en de zone niet de functie zal krijgen die hiervoor op grond van de provinciale verordening is beoogd. Eisers stellen dat het college hier nader onderzoek naar had moeten (laten) verrichten.
35. In de Quickscan die als bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing is gevoegd, worden de gevolgen van de ambulancepost voor verschillende diersoorten duidelijk in kaart gebracht. Tijdens een veldbezoek op het perceel zijn geen sporen aangetroffen van beschermde grondgebonden zoogdieren. Er wordt niet verwacht dat de planlocatie hiervoor een essentiële functie kan vervullen. Er zijn geen structuren aanwezig die als vaste rust- en/of voortplantingsplaats kunnen fungeren. Gezien de hoge mate van verharding is het voedselaanbod nihil, waardoor geen functioneel leefgebied aanwezig is. Sporadisch kunnen marterachtigen de planlocatie passeren echter is er door het gebrek aan dekking geen sprake van een essentiële migratieroute op de planlocatie. Negatieve effecten op de boommarter, das, rode eekhoorn en steenmarter kunnen derhalve uitgesloten worden.
36. Verder wordt in de Quickscan vermeld dat in de bomen op en nabij de planlocatie geen boomholten of andere potentiële verblijfplaatsen voor vleermuizen zijn aangetroffen. Dergelijke openingen / holtes worden ook niet verwacht gelet op de groeiwijze van de bomen en de beperkte dikte van de stammen. De ontwikkeling resulteert daarom niet in het wegnemen van verblijfplaatsen van boombewonende vleermuizen. Verder is er op de planlocatie geen bebouwing aanwezig is. Daarom kan ook het wegnemen van verblijfplaatsen van gebouw bewonende vleermuizen als gevolg van de ambulancepost worden uitgesloten. Nabij de planlocatie is een vleermuisbunker gelegen die door de gewone grootoorvleermuis wordt gebruikt als massawinterverblijfplaats. Er is voor gekozen om de noordelijke groenstrook te versterken middels het aanplanten van inheemse (struikvormende) soorten. Daarmee wordt gewaarborgd dat vleermuizen vanaf de bunker het buitengebied ten westen van de planlocatie ongestoord kunnen bereiken en vice versa. Hiervoor wordt ook de huidige verlichting geminimaliseerd door deze af te schermen richting de groenstructuur. Noodzakelijke verlichting van de ambulancepost zal zo worden toegepast dat vleermuizen hier geen hinder van ondervinden.
37. In de Quickscan wordt verder toegelicht dat op de planlocatie en de directe omgeving hiervan tijdens het veldbezoek diverse vogelsoorten zijn waargenomen. Er zijn echter geen nesten en/of sporen aangetroffen van vogelsoorten met een jaarrond beschermde nestlocatie en/of leefgebied. Binnen een straal van 100 meter van de planlocatie is vastgestelde aanwezigheid van nestlocaties van jaarrond beschermde vogels niet bekend. Er is geen bebouwing aanwezig op de planlocatie. Het voorkomen van nestlocaties van de huismus of gierzwaluw kan daarom worden uitgesloten. Ook nesten van gebouw-bewonende uilen, als kerkuil en steenuil, kunnen uitgesloten worden. Gezien de hoge mate van verharding en verstoring en het lage voedselaanbod kan uitgesloten worden dat de planlocatie onderdeel uitmaakt van het functioneel leefgebied van uilen en roofvogels. De planlocatie voorziet in beperkt voedselaanbod en structuurrijke schuilgelegenheden voor algemene vogelsoorten. De te kappen bomen vormen voor algemene broedvogels zoals merel, duiven en kleine zangvogels geschikte nestlocaties. Gedurende het broedseizoen zijn de nesten en de functionele leefomgeving van voornoemde soorten beschermd. Ten aanzien van algemene broedvogels en categorie 5 soorten kunnen de kapwerkzaamheden worden opgestart buiten het broedseizoen en/of na het ongeschikt maken van de planlocatie. Indien de beoogde werkzaamheden in het broedseizoen worden opgestart dient de locatie voorafgaand aan de werkzaamheden geïnspecteerd te worden door een ter zake deskundige, zo staat in de Quickscan.
38. Het college stelt zich op het standpunt dat in het rapport van Bodem Natuur Consult niet aannemelijk wordt gemaakt op welke wijze de vestiging van de ambulancepost nadelige gevolgen heeft voor het NNN. De ambulancepost ligt in een gebied waar meerdere wegen elkaar kruisen en waar al veel verkeer gebruik van maakt. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat de ambulancepost een doorslaggevend negatief effect heeft op de instandhouding van het NNN en de daar voorkomende diersoorten. Eisers hebben een aantal waarnemingen van de das en de ree overgelegd. Het college merkt hierover op dat de locatie(s) van deze waarnemingen niet is/zijn benoemd. Verder wijst het college erop dat de locatie voor de ambulancepost is gelegen op een plek die al geruime tijd als een geasfalteerde parkeerplaats functioneert. Dit is, kort gezegd, niet het ideale gebied voor de das en de ree en deze locatie heeft op zichzelf een zeer beperkte betekenis als foerageergebied. Het college betwist niet dat de das en de ree mogelijk wel eens worden waargenomen op het parkeerterrein maar het terrein wordt dan alleen gebruikt om op een andere plek te komen. Uit de waarnemingen van de ree kan volgens het college niet worden afgeleid dat deze soort wordt verstoord of bedreigd door de komst van de ambulancepost.
39. De rechtbank is van oordeel dat de gevolgen voor diverse diersoorten in de Quickscan duidelijk in kaart zijn gebracht en ziet in wat eisers aanvoeren onder verwijzing naar het tegenadvies van Bodem Natuur Consult geen aanleiding om aan de juistheid van de Quickscan te twijfelen. In dit tegenadvies wordt onvoldoende onderbouwd welk nader onderzoek het college had moeten (laten) verrichten. De rechtbank kan het college volgen in zijn toelichting dat de vestiging van de ambulancepost geen nadelige gevolgen heeft voor het NNN en/of beschermde diersoorten. Omdat op de locatie geen sprake is van beschermde diersoorten waarvoor een toestemming of een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming nodig is, bestaat er ook geen aanhaakverplichting. [13] De beroepsgrond slaagt niet.
Horizonvervuiling
40. Stichting Ontwikkeling en Behoud Erfgoed Soest-Soesterberg voert aan dat de ambulancepost een relatief grote impact zal hebben op de beleving van het projectgebied en de omgeving van dit gebied. De omgeving is bosrijk en bestaat uit ruim opgezette percelen met veel groen en laagbouw. De ambulancepost is niet passend binnen het huidige straat- en bebouwingsbeeld en het ruimtelijke karakter van de omgeving.
41. Het college heeft in de zienswijzenota toegelicht dat het plan voldoet aan de door de gemeenteraad vastgestelde Wetstandsnota 2017 Amersfoort. Het college onderschrijft het standpunt van de stadbouwmeester die heeft overwogen dat de nieuwe ambulancepost een bescheiden en fijn gebouw is dat goed staat op deze plek. De functie van ambulancepost sluit goed aan bij de direct omliggende functies en de milieutechnische beperkingen van deze locatie. Door groencompensatie op eigen terrein, versterking van de bestaande groenstructuur en de komst van de ‘Melksteeg’ wordt voor een optimale landschappelijke inpassing gezorgd. Vanuit een goede ruimtelijke ordening is de ambulancepost aan de Middelhoefseweg een juiste ontwikkeling in dit gebied.
42. De rechtbank kan het college hierin volgen. De beroepsgrond slaagt niet.
De Interim Omgevingsverordening Provincie Utrecht
43. De rechtbank stelt vast dat ten tijde van de vergunningverlening de Interim Omgevingsverordening Provincie Utrecht (de Interim Omgevingsverordening) gold. In de ruimtelijke onderbouwing is het bouwplan getoetst aan artikel 9.15 van deze verordening. In dit artikel staat dat een besluit dat betrekking heeft op locaties binnen stedelijk gebied bestemmingen en regels kan bevatten voor verstedelijking.
44. Eisers voeren aan dat niet is voldaan aan de instructieregel in de Interim Omgevingsverordening die gaat over uitbreiding van een bedrijventerrein in stedelijk gebied.
45. Artikel 9.16 van de Interim Omgevingsverordening behelst de instructieregel voor bedrijventerreinen binnen stedelijk gebied. In bijlage I bij de Interim Omgevingsverordening wordt onder het begrip bedrijventerrein verstaan: een terrein van minimaal één hectare bruto dat vanwege zijn bestemming bestemd en geschikt is voor gebruik door handel, nijverheid, industrie en commerciële en niet-commerciële dienstverlening, met uitzondering van een terrein voor grondstoffenwinning, olie- en gaswinning, terrein voor waterwinning, terrein voor agrarische doeleinden, terrein voor afvalstort en terreinen met laad- en/of loskade langs diep vaarwater toegankelijk voor grote zeeschepen.
46. De rechtbank is het met het college eens dat het bouwplan geen uitbreiding van een bedrijventerrein betreft als bedoeld in de Interim Omgevingsverordening, omdat het terrein een maatschappelijke functie heeft. Op het perceel rusten op grond van het bestemmingsplan “Maatschappelijke doeleinden”. Het perceel wordt ook geen bedrijventerrein na de bouw van de ambulancepost. Gelet op het voorgaande heeft het college het bouwplan niet aan instructieregel 9.16 van de Interim Omgevingsverordening hoeven toetsen. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

47. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat het college de omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van een ambulancepost aan de Middelhoefseweg in Amersfoort redelijkerwijs heeft kunnen verlenen. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.E.H.G. Visser, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.M.T. Bouwman, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 10 september 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dat volgt uit het overgangsrecht van artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet.
2.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1633.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 10 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:504, r.o. 6.1.
5.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 20 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4750, r.o. 7.1.
6.De uitspraak van 10 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:48.
7.Als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro.
8.Als bedoeld in artikel 1.1.1., eerste lid, onder h, van het Bro.
9.Zie de uitspraak van de Afdeling van 28 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1724, r.o. 10.1.
10.Als bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro.
11.Op grond van artikel 2.22, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer.
12.Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in Grond-, Water- en Wegenbouw en Verkeerstechniek.
13.Als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo in samenhang met de artikelen 2.2aa en 6.10a van het Besluit omgevingsrecht.