ECLI:NL:RBMNE:2025:4880
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek na einduitspraak in bestuursrechtelijke zaak
Op 5 september 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster, ingediend op 29 augustus 2025. Verzoekster had mr. M. van der Knijff gewraakt, de behandelend rechter in de hoofdzaken met de zaaknummers UTR 25/4132 en 25/4291. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling en heeft de uitspraak op dezelfde dag gedaan.
In de beoordeling van het wrakingsverzoek is gekeken naar artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Verzoekster voerde aan dat zij tijdens de zitting op 29 augustus 2025 constant werd onderbroken door de rechter, terwijl de tegenpartij dat niet overkwam, en dat haar verweer niet serieus werd genomen.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek te laat is ingediend, aangezien dit pas na de einduitspraak van de rechter op 29 augustus 2025 is gedaan. Hierdoor is er geen behandelend rechter meer in de zin van artikel 8:15 Awb. De wrakingskamer heeft verzoekster daarom niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.