Uitspraak
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
13 augustus 2025 heeft een zitting plaatsgevonden in de hoofdzaak. Volgens verzoeker reageerde de rechter tijdens de zitting verrast op argumenten die hij aandroeg en legde zij de bewijslast bij hem neer. Daarnaast kende de rechter onvoldoende gewicht toe aan de nieuwe informatie waarover verzoeker de beschikking heeft gekregen (hierna: het novum). Tot slot heeft verzoeker in zijn schriftelijke reactie van 27 augustus 2025 naar voren gebracht dat de rechter haar bevoegdheid te buiten is gegaan door in de bevoegdheid te treden van het UWV om de condities vast te stellen waaronder het UWV terug komt van een in rechte vaststaande beslissing. Hiermee bevoordeelde zij het UWV en benadeelde zij verzoeker. Al deze omstandigheden hebben bij verzoeker het vermoeden gewekt dat de rechter partijdig is.
3.De beoordeling
4.De beslissing
mr. J.R. Hurenkamp als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. J.J. Terpstra, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2025.