ECLI:NL:RBMNE:2025:4904

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 september 2025
Publicatiedatum
12 september 2025
Zaaknummer
11806859 \ AV EXPL 25-34
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van werknemer wegens betrokkenheid bij hackpogingen op bedrijfsystemen

In deze zaak gaat het om een werknemer die op staande voet is ontslagen door zijn werkgever, Fietsvoordeelshop, vanwege vermeende betrokkenheid bij hackpogingen op de systemen van het bedrijf. De werknemer, hierna te noemen [eiser], heeft een bodemprocedure aangespannen om het ontslag te vernietigen en eist in een kort geding voorlopige wedertewerkstelling en betaling van zijn loon vanaf de datum van ontslag. De kantonrechter heeft op 16 september 2025 uitspraak gedaan in deze kort geding procedure. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever de reden voor het ontslag op staande voet overtuigend heeft onderbouwd. De werknemer was op de avond van 5 juni 2025 alleen op kantoor en er zijn hackpogingen gedaan op de systemen van de werkgever. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat de werknemer onschuldig is aan de beschuldigingen en heeft de vorderingen van de werknemer afgewezen. De werknemer moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 949,00, inclusief wettelijke rente. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in ontslagzaken en de rol van de rechter in kort geding procedures.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 11806859 \ AV EXPL 25-34
Vonnis in kort geding van 16 september 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende in [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. J.A. Neslo,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FIETSVOORDEELSHOP.NL,
gevestigd in Heerhugowaard,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Fietsvoordeelshop,
gemachtigde: mr. D.A. Molier.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met vier producties
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke tegenvordering met 7 producties
- de mondelinge behandeling van 2 september 2025
- de pleitnota van [eiser] .
1.2.
Aan het eind van de mondelinge behandeling is de datum van het vonnis bepaald op vandaag.

2.De zaak in het kort

2.1.
[eiser] is op 1 januari 2025 in dienst getreden bij Fietsvoordeelshop in de functie van [functie 1] , met als standplaats [plaats] . Op de arbeidsovereenkomst zijn van toepassing de arbeidsvoorwaarden en regelingen, waaronder een gedragscode, die via [naam] beschikbaar worden gesteld.
2.2.
In de avond van 5 juni 2025 rond 22:00 uur ontving het (cyber)securityteam van de [handelsnaam] een aantal alarmmeldingen in verband met hackpogingen op de systemen van de [handelsnaam] . Uit onderzoek [1] naar de incidenten is gebleken dat er is geprobeerd om op twee laptops, die in op het kantoor van Fietsvoordeelshop in [plaats] aanwezig waren, malware te installeren door middel van een usb-stick.
2.3.
Volgens Fietsvoordeelshop is [eiser] betrokken geweest bij die hackpogingen. Dit is één van de redenen waarom Fietsvoordeelshop [eiser] op 10 juni 2025 op staande voet heeft ontslagen.
2.4.
Op 8 augustus 2025 heeft [eiser] een (bodem)procedure aanhangig gemaakt waarin hij verzoekt om vernietiging van het ontslag op staande voet.
2.5.
[eiser] eist in dit kort geding voorlopige wedertewerkstelling in zijn functie van [functie 1] , betaling van zijn salaris vanaf 10 juni 2025 tot de dag van daadwerkelijke wedertewerkstelling, en de wettelijke verhoging en wettelijke rente over de gestelde achterstallige loonbedragen. Fietsvoordeelshop heeft zich met een beroep op het gegeven ontslag op staande voet verweerd tegen de vorderingen van [eiser] .
2.6.
De kantonrechter is voorshands van oordeel dat er geen reden is om de gevraagde voorzieningen, in afwachting van de uitkomst in de bodemprocedure, te treffen. De vorderingen van [eiser] worden dus afgewezen.

3.De beoordeling

Toetsingskader kort geding
3.1.
In een kortgedingprocedure wordt aan de rechter gevraagd om een (spoed)maatregel te nemen. In zo’n procedure moet de rechter beoordelen of het waarschijnlijk is dat in een bodemprocedure een beslissing zal worden genomen die in het voordeel van de eisende partij zal zijn. Als dat voldoende aannemelijk is en als er haast bij is (spoedeisend belang), kan de maatregel die op de beslissing in de bodemprocedure vooruitloopt, in een kortgedingprocedure worden toegewezen. Voor bewijslevering is in kort geding geen plaats.
3.2.
Het spoedeisend belang vloeit voor uit de aard van de (loon)vordering. Om te kunnen voorzien in zijn levensonderhoud en dat van zijn kinderen is [eiser] afhankelijk van het ontvangen van loon. Fietsvoordeelshop betwist dat ook niet.
Niet aannemelijk dat de bodemrechter het aan [eiser] gegeven ontslag op staande voet zal vernietigen
3.3.
De vordering van [eiser] is gebaseerd op de verwachting dat de (bodem)rechter in de verzoekschriftprocedure het ontslag op staande voet zal vernietigen. In de op dit moment bekende feiten en omstandigheden ziet de kantonrechter op voorhand echter onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat de bodemrechter dat zal doen. De kantonrechter motiveert dat als volgt.
3.4.
Niet ter discussie staat dat [eiser] in de avond van 5 juni 2025 op het kantoor van Fietsvoordeelshop in [plaats] aanwezig was. [eiser] heeft zelf gezegd dat hij die avond alleen op kantoor was en dat hij heeft gewerkt. Uit camerabeelden is gebleken dat [eiser] op 6 juni 2025 om 00:38 het pand heeft verlaten. De kantonrechter heeft deze camerabeelden niet gezien, maar [eiser] betwist niet dat hij de persoon is die op dat tijdstip het kantoor verlaat zodat de kantonrechter daarvan uit zal gaan.
3.5.
Verder heeft Fietsvoordeelshop, in de persoon van de heer [A] ( [functie 2] ), op de mondelinge behandeling nog de volgende toelichting gegeven op het uitgevoerde onderzoek:
3.5.1.
Om haar computersystemen te beveiligen beschikt de [handelsnaam] onder meer over een
security monitoring system,waarmee inlogs op het systeem centraal bekeken kunnen worden.
3.5.2.
Naar aanleiding van de meldingen in de avond van 5 juni 2025 zijn de logbestanden van die avond en daaropvolgende nacht onderzocht; het zogenoemde
logspitten [2] . In de logbestanden kan gezien worden op welk moment, vanaf welk apparaat en met welk Cloud systeem is ingelogd.
3.5.3.
Uit de logsbestanden is gebleken dat op twee geregistreerde laptops van Fietsvoordeelshop vanuit het IP-adres van de vestiging van Fietsvoordeelshop in [plaats] hack-activiteiten zijn uitgevoerd: er is meerdere keren actief geprobeerd malware te installeren via een externe “d-schijf”. Dat is gebeurd door een USB-stick met (uniek) kenmerk in de laptops te steken. Het installeren van de bestanden via de USB-stick gaat niet vanzelf, maar is vrij eenvoudig. Dat kan door een bestand op de USB stick aan te klikken en op die manier te openen.
3.5.4.
Omdat de hack-activiteiten vanuit het IP-adres van de vestiging van Fietsvoordeelshop in [plaats] zijn uitgevoerd, moet het zo zijn geweest dat de twee laptops op dat moment aanwezig waren in de vestiging in [plaats] . Dat was ook logisch omdat die laptops tijdelijk niet werden gebruikt en in een kast lagen in één van de kantoren. Bij onderzoek op 6 juni 2025 bleek echter nog maar één laptop aanwezig te zijn. De andere bleek enkele minuten voordat [eiser] om 00:38 uur het pand verliet te zijn uitgezet en een half uur later, om 01:07 en 01:15, even online geweest via een ander netwerk dan het kantoor in [plaats] .
3.5.5.
De laptops waren beveiligd met een wachtwoord. Het gebeurde echter dat een laptop die tijdelijk was ingeleverd leeg werd getrokken en vervolgens werd weggelegd met een briefje met het wachtwoord erop, zodat de toekomstige gebruiker er gemakkelijk in zou kunnen. Een van de laptops was bovendien kort daarvoor gebruikt door de [functie 3] van Fietsvoordeelshop toen die zijn eigen laptop vergeten was. Het vermoeden is dat hij niet is uitgelogd, maar de laptop stand-by heeft weggezet, waardoor ook die laptop eenvoudig was te gebruiken. In de stand-by stand vroeg de laptop namelijk niet om invoeren van een wachtwoord. Vastgesteld is dat met die laptop de bewuste avond ook gevoelige bedrijfsinformatie is ingezien.
3.6.
Fietsvoordeelshop trekt uit het uitvoerig gemotiveerde en onderbouwde onderzoek de conclusie dat [eiser] , die als enige in het pand aanwezig was op de avond dat er vanuit het kantoor in [plaats] is geprobeerd de systemen van de [handelsnaam] te hacken, de hack-activiteiten heeft uitgevoerd en één van de laptops heeft meegenomen.
3.7.
De kantonrechter heeft [eiser] bij de mondelinge behandeling gevraagd wat het alternatieve scenario voor de verdenking die tegen hem bestaat zou kunnen zijn. Daarop kon [eiser] geen ander antwoord geven dan dat Fietsvoordeelshop van hem af wilde en hem op deze wijze voor iets verantwoordelijk wil maken wat hij niet heeft gedaan. Voor diefstal van de verdwenen laptop ziet hij geen bewijs omdat niet is aangetoond dat hij met de laptop vanuit zijn woning heeft ingelogd. Verder vindt hij de verklaring voor het kunnen inloggen op de laptops ook niet aannemelijk.
3.8.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter wijzen de feiten en omstandigheden die Fietsvoordeelshop heeft geschetst, in onderlinge samenhang bezien, op betrokkenheid van [eiser] bij de op 5 juni 2025 geconstateerde pogingen om het systeem van de [handelsnaam] te hacken. [eiser] heeft daar onvoldoende tegenover gezet. [eiser] heeft verklaard dat hij tot na twaalven heeft zitten werken, tussendoor wat filmpjes heeft zitten kijken en rond 22:00 een paar pizza’s heeft besteld om thuis met zijn vriendin op te eten en dat dus pizzadozen te zien zijn op de camerabeelden van zijn vertrek en niet een laptop. Dit vindt de kantonrechter vooralsnog niet geloofwaardig omdat het gek is dat [eiser] met twee dozen koude pizza’s in de nacht naar huis gaat en daarmee niet is verklaard hoe het kan dat de verdwenen laptop, die eerder in het pand is gebruikt, een half uur nadat [eiser] het kantoor heeft verlaten weer is aangezet en verbonden met een ander netwerk. Anders dan [eiser] denkt is het niet belangrijk dat bewezen kan worden dat hij die laptop vanuit zijn woning heeft gebruikt. Het maakt namelijk niet uit wie de laptop waar heeft gebruikt. Waar het namelijk om gaat is dat de laptop uit het pand is verdwenen en dat de enige aannemelijke verklaring daarvoor is dat [eiser] die laptop heeft meegenomen toen hij het pand verliet. Het is dus ook niet van doorslaggevend belang dat op de camerabeelden niet duidelijk zichtbaar is wat [eiser] precies in zijn handen had toen hij het pand verliet.
3.9.
De conclusie is dus dat Fietsvoordeelshop het gegeven ontslag op staande voet overtuigend heeft onderbouwd en dat het zonder een (plausibele) verklaring van [eiser] over wat er die avond anders gebeurd zou kunnen zijn, niet aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering tot vernietiging van het ontslag op staande voet zal toewijzen. Bij deze stand van zaken bestaat dan ook geen aanleiding om vooruitlopend op dat oordeel (en in afwachting van de uitkomst in de bodemprocedure) de door [eiser] gevraagde voorzieningen – wedertewerkstelling en betaling van het loon – te treffen. De vorderingen worden daarom afgewezen. Aan een bespreking van de voorwaardelijk ingediende eis van Fietsvoordeelshop komt de kantonrechter niet toe omdat de voorwaarde niet is vervuld.
[eiser] moet de proceskosten betalen
3.10.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Fietsvoordeelshop worden begroot op:
- salaris gemachtigde
814,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
949,00
3.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
4.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2025.
1257

Voetnoten

1.Onderzoeksrapport hack activiteiten van 18 juli 2025, productie 2 van Fietsvoordeelshop
2.Zie productie 6 van Fietsvoordeelshop