Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 1 september 2025, met producties.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die op 16 september 2025 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, heeft de kantonrechter zich gebogen over een kort geding waarin [eiseres] B.V. een ontruimingsvordering heeft ingediend tegen [gedaagde] B.V. wegens huurachterstand en het niet betalen van de waarborgsom. De procedure begon met een dagvaarding op 6 augustus 2025, gevolgd door een conclusie van antwoord op 1 september 2025. De mondelinge behandeling vond plaats op 2 september 2025, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] een huurachterstand heeft van € 70.977,50, maar heeft de ontruimingsvordering afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat het niet zeer waarschijnlijk is dat een bodemrechter de huurovereenkomst zou ontbinden op basis van de huidige huurachterstand, die minder dan drie maanden bedraagt. Wel is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de waarborgsom van in totaal € 191.977,50. De kantonrechter heeft ook de wettelijke handelsrente toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding en de proceskosten aan [eiseres] toegewezen, terwijl de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.