Beoordeling door de rechtbank
7. Bij het beoordelen van de zaak stelt de rechtbank voorop dat het Uwv zijn besluiten over arbeidsongeschiktheid in principe mag baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten wel aan een aantal eisen voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de conclusies moeten logisch voortvloeien uit de rapporten. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze eisen voldoen. Om aannemelijk te maken dat de gegeven medische beoordeling onjuist is, is in principe een rapport van een arts nodig. Dit brengt mee dat de manier waarop eiser zelf zijn gezondheidsklachten ervaart, hiervoor onvoldoende is.
8. Van belang is verder dat het in deze zaak gaat om een beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser per het einde van de wachttijd, in dit geval 24 april 2023. Het gaat dus om de medische situatie van eiser op die datum, de zogenoemde datum in geding.
Zorgvuldigheid medisch onderzoek
9. Eiser voert aan dat de primaire verzekeringsarts slechts heeft gekeken naar zijn presentatie tijdens het spreekuur, terwijl psycholoog [psycholoog] heeft gewaarschuwd dat eiser zich energieker presenteert dan hij zich van binnen voelt. Om deze reden vindt eiser het medisch onderzoek onzorgvuldig. Daarnaast voert eiser aan dat de verzekeringsartsen de bevinding van de bedrijfsarts dat eiser slechts twee uur per dag kan werken zonder deugdelijke motivering volledig terzijde hebben geschoven. Als eiser niet belastbaar is voor eigen arbeid dan is hij om dezelfde reden ook niet belastbaar in het kader van de WIA. Ook om deze reden vindt eiser het verzekeringsgeneeskundig onderzoek onzorgvuldig.
10. De rechtbank ziet in wat eiser aanvoert geen aanleiding voor het oordeel dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is geweest. De rechtbank stelt vast dat de primaire verzekeringsarts eiser op het spreekuur heeft gezien en dat zowel de primaire verzekeringsarts als de verzekeringsarts bezwaar en beroep dossierstudie hebben verricht. De rechtbank volgt eiser daarom niet dat het Uwv slechts naar zijn presentatie op het spreekuur heeft gekeken. De primaire verzekeringsarts heeft de informatie van bedrijfsarts [bedrijfsarts] , en van psycholoog [psycholoog] in zijn medische beoordeling betrokken, zo blijkt uit de rapportage van 26 maart 2023. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft deze informatie in het dossier kenbaar in zijn beoordeling betrokken, zo volgt uit het rapport van 15 maart 2024. De primaire verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep hebben begrijpelijk en zonder tegenstrijdigheden beargumenteerd hoe de medische beoordeling tot stand is gekomen. De verzekeringsartsen van het Uwv hebben net als de bedrijfsarts vastgesteld dat eiser ongeschikt is voor zijn eigen arbeid. Een bedrijfsarts brengt re-integratiemogelijkheden in kaart en niet de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de WIA. Een verzekeringsarts heeft het specialisme om klachten te vertalen naar beperkingen in arbeid. Het Uwv mocht zich naar het oordeel van de rechtbank dan ook baseren op de verzekeringsgeneeskundige rapportages. De beroepsgrond slaagt niet.
11. Eiser voert aan dat de medische beoordeling onjuist is, omdat de verzekeringsarts bezwaar en beroep, gelet op zijn energetische en psychische klachten die chronisch en van toenemende aard zijn, een verdergaande urenbeperking had moeten aannemen. In de FML wordt eiser ten onrechte in staat geacht om 8 uur per dag en 40 uur per week te werken. Eiser voert aan dat hij slechts twee uur per dag kan werken door energetische beperkingen als gevolg van COMISA en slaapapneu. Eiser onderbouwt zijn standpunt met het resultaat van een slaaptest, waaruit volgt dat hij slechts 6% diepe slaap heeft, terwijl minstens 20% diepe slaap nodig zou zijn om normaal te kunnen functioneren. Ook voert eiser aan dat hij door het gebruik van 25 gram Quetiapine per dag niet in staat is om voor 10:00 uur zijn bed uit te komen. Door de slaapstoornis COMISA heeft eiser jarenlang in angst en onzekerheid geleefd, hetgeen heeft geleid tot psychische klachten. Uit het verslag van 8 april 2021 van het psychiatrisch onderzoek verricht door [A] blijkt volgens eiser dat zijn klachten van toenemende aard zijn. Omdat zijn klachten langdurig aanwezig zijn, vraagt eiser zich af of hij surmenage heeft. Eiser heeft bij zijn beroep informatie toegezonden over COMISA en surmenage. Volgens eiser blijkt hieruit dat zijn klachten, zoals hevige hoofdpijn, stress, slaapproblemen, angst en depressie, door deze aandoeningen veroorzaakt worden. Ook volgt hieruit dat zijn slaapklachten een veel groter effect hebben op zijn dagelijks functioneren dan de artsen bij het Uwv concluderen, aldus eiser.
12. De rechtbank stelt vast dat de klachten van eiser in de FML zijn erkend en vertaald naar beperkingen. De primaire verzekeringsarts heeft in FML beperkingen aangenomen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren in arbeid, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. Zo is eiser aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines en productiepieken en op werk waarmee hij fysiek wordt ontlast. Eiser kan volgens de primaire verzekeringsarts acht uur per dag en 40 uur per week werken, maar mag vanwege zijn slaapstoornis niet tussen 22:00 en 06:00 uur werken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de FML gehandhaafd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 23 december 2024 gesteld dat kennelijk de diagnose COMISA bij eiser is gesteld. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is een diagnose niet bepalend voor de vraag of iemand al dan niet arbeidsongeschikt is, maar diens beperkingen ten gevolg van ziekte.Zoals het Uwv op de zitting heeft aangegeven, heeft eiser algemene stukken over COMISA en surmenage overgelegd. De rechtbank kan uit deze algemene informatie niet opmaken welke klachten eiser als gevolg van deze (vermeende) aandoeningen (nog meer) heeft, in welke mate en welke beperkingen op basis daarvan moeten worden aangenomen.
13. De rechtbank ziet in wat eiser aanvoert daarom geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de verzekeringsgeneeskundige beoordeling. Hierbij betrekt de rechtbank ook dat uit het dagverhaal van eiser niet blijkt dat hij verdergaand beperkt is, bijvoorbeeld omdat hij overdag rustmomenten nodig heeft of dutjes doet. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de klachten van eiser, kan aan hoe eiser zelf zijn vermoeidheidsklachten ervaart geen doorslaggevende betekenis worden toegekend bij de medische beoordeling. Een verzekeringsarts beschikt over de specifieke deskundigheid om op basis van medisch objectiveerbare klachten en aandoeningen, beperkingen in arbeid vast te stellen. Het Uwv mag daarom in het geval van eiser van de verzekeringsgeneeskundige beoordeling uitgaan. De beroepsgrond slaagt niet.
Arbeidskundige beoordeling
14. Eiser voert aan dat in meerdere geselecteerde functies de norm wordt overschreden. Zo wordt de tijd bij staan en lopen overschreden met 15 minuten. Ook wordt het gebruik van een soldeerbout vergoelijkt, omdat deze slechts enkele malen en voor korte duur gebruikt hoeft te worden. De verzekeringsarts gaat er echter aan voorbij dat eiser ernstig slaaptekort heeft, waardoor hij vermoeidheids- en concentratieklachten heeft. Het gebruik van een soldeerbout door eiser is gevaarlijk, omdat een fractie van een seconde genoeg is om levensgevaarlijke situaties te veroorzaken. Bovendien stelt de functieomschrijving als voortdurende factor een zeer goede oog- en handcoördinatie wat eiser als gevolg van zijn beperkingen niet heeft. Daarnaast wordt ook de norm voor reiken overschreden. Verder zijn er piekmomenten in vakantieperioden en bij belastingaangiften. Het zou gaan om korte perioden. Een vakantieperiode kan echter lang duren en kan vaak in het jaar voorkomen. Ook de periode van belastingaangiften kan meerdere weken of maanden in beslag nemen. De geselecteerde functies passen daarom volgens eiser niet binnen de beperkingen die zijn vastgelegd in de FML. De arbeidskundige beoordeling is daarom onjuist.
15. De rechtbank kan de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep volgen in zijn motivering dat in geen van de geduide functies de norm voor lopen en/of staan wordt overschreden. Dat geldt dus ook voor de functie van schadecorrespondent (SBC-code 516080), omdat gewerkt wordt aan een in hoogte verstelbaar bureau. De primaire verzekeringsarts heeft in de FML een aantal signaleringen gegeven. Zo kan eiser niet in omstandigheden werken met verwondings- of ongevalsrisico. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de functie productiemedewerker industrie met SBC-code 111180 geselecteerd. De arbeidskundig analist heeft toegelicht dat in deze functie wordt gewerkt met een soldeerbout ten grootte van een pen. Deze pen gaat automatisch uit als hij in de houder wordt geplaatst. De functie is volgens de arbeidsdeskundige geschikt, omdat de soldeerbout ter grootte van een pen geen bewegende delen heeft, waardoor de kans op verwondingsrisico minimaal is.
16. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat eiser tijdens elk uur van de werkdag 600 maal kan reiken over ongeveer 70 centimeter afstand. Bij de functie productiemedewerker industrie (SBC-code 111180) wordt ieder uur 60 maal over 60 centimeter gereikt en 1000 maal over 40 centimeter. De arbeidsdeskundige heeft overleg gehad met de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De korte reikafstand compenseert volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep de hogere frequentie. De norm in de FML wordt daarom niet overschreden.
17. Eiser is volgens de FML aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken met als toelichting ‘niet boven de referentiewaarde’. Deze referentiewaarde houdt volgens het CBBS-5 (versie 1.3) werk in waarin minstens eenmaal per week gedurende het merendeel van het jaar of meerdere keren per week gedurende een korte periode van het jaar sprake is van strikte oplevertijdstippen of verhoogde productie-eisen die een beduidend hogere inzet vragen dan normaal. In de geselecteerde functie van administratief ondersteunend medewerker (document scannen) met SBC-code 315133 gaat het volgens de arbeidskundig analist en arbeidsdeskundige bezwaar en beroep om enkele kortdurende en voorspelbare piekmomenten per jaar, met name tijdens vakanties en belastingaangiften. Hiermee wordt de referentiewaarde volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep niet overschreden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft deze conclusie onderschreven.
18. De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat de geduide voorbeeldfuncties de belastbaarheid van eiser niet overschrijden en dus passend zijn. Deze functies heeft het Uwv dan ook aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiser ten grondslag mogen leggen. Eiser is 50,1% arbeidsongeschikt.