In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een bijstandsuitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, en het Dagelijks Bestuur Werk en Inkomen Lekstroom, de verweerder. De verweerder heeft de bijstandsuitkering van eiser over de maand januari 2025 met 50% verlaagd, omdat eiser onvoldoende sollicitatiepogingen heeft gedaan. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat zijn medische situatie hem belemmerde om aan de sollicitatieverplichtingen te voldoen.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat eiser zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehouden. Eiser had afspraken gemaakt met zijn werkcoach over het voeren van sollicitatiegesprekken en het aanpassen van zijn CV, maar heeft deze afspraken niet nagekomen. De rechtbank oordeelt dat de verweerder de verlaging van de bijstandsuitkering terecht heeft doorgevoerd, omdat eiser niet heeft aangetoond dat hij niet in staat was om aan de sollicitatieverplichtingen te voldoen. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen dringende redenen zijn om van de verlaging af te zien, ondanks de medische situatie van eiser.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is en dat de verlaging van de bijstandsuitkering met 50% gedurende de maand januari 2025 rechtmatig is. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.