3.3.2.Bewijsmiddelen feiten 1 tot en met 3
De rechtbank oordeelt dat de feiten 1 tot en met 3 zijn bewezen. De rechtbank baseert dit oordeel op de volgende bewijsmiddelen:
1. [slachtoffer] heeft op 28 juni 2024 bij de politie aangifte gedaan en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte– zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Op 28 juni 2024 reden we naar een voor mij onbekende plek. Ik begreep later van de politie dat het de Kanaalpad te Muiden betrof. Onder de snelweg stond nog een auto. Dit betrof een zwarte kleine auto. Eén van de dames kende ik via Snapchat. Ik weet dat ze [verdachte] heet. Ik heb haar 3 keer gesproken. Samen met haar waren er nog 2 dames. Van hun weet ik de namen niet.
Ik zag dat [verdachte] was uitgestapt. Ik hoorde haar vragen: 'ben jij [slachtoffer] ?'. Ik antwoorde met: "ja". Toen sloot verdachte 1 aan. Ze vroeg waarom ik loog over [A] . Ze zei dat ik geïnteresseerd zou zijn in [A] . [A] zou de ex-vriend zijn van [verdachte] .
Ik vertelde [verdachte] dat ik niet loog. Vanaf hier ging het heel snel. Ik zag dat zij mij kracht aan mijn haren begon te trekken. Dit deed veel zeer. Doordat zij aan mijn haren trok, werd ik naar de grond gebracht. Daarna begon ze mij te slaan en trappen. Ik weet niet met welke hand en welk been ze dit deed. Wel voelde ik dat ze dit krachtig deed en dat het mij pijn deed. Ik zag en voelde dat verdachte 1 ook mij begon te slaan. Ik probeerde mijn hoofd te beschermen. In de tussentijd werd mijn bril vernield die ik op dat moment op had.
Ik hoorde verdachte 1 zeggen: " geef mij je telefoon". Dit wilde ik niet. Ik had mijn telefoon bij mijn BH verstopt. Ik hoorde haar zeggen dat zij mij ging dood maken. Ik voelde mij hier erg door bedreigd. Hierop heb ik mijn telefoon afgegeven. Dit betrof mijn roze IPhone 15+ smartphone, met een doorzichtig hoesje met een witte cirkel erop. Ook moest ik mijn identiteitskaart afgeven. Dit heb ik ook gedaan.
Daarna werd ik weer geslagen en geschopt door [verdachte] en verdachte 1. Ik weet niet hoelang dit duurde. [getuige] keek vanaf een afstand en riep dat ze moesten stoppen.
Ik hoorde [verdachte] zeggen dat ik mij moest uitkleden tot mijn ondergoed. Uit doodsangst heb ik dit toen gedaan. Ik legde mijn kleding op de grond. [verdachte] en de andere twee verdachten hebben mij toen gefilmd met hun telefoons. Ook begonnen ze mensen te facetimen. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat ze met [A] aan het facetimen was. Ik zei dat het niet waar was wat [verdachte] zei. Ik zag dat [verdachte] hier nog bozer om werd. Ik zag dat ze mij vervolgens weer krachtig in mijn gezicht sloeg met haar vuisten. Ik ben toen uit paniek weggerend globaal in de richting van Weesp. Ik werd gevolgd door de verdachten en opnieuw werd ik geslagen. Toen zag ik twee jongens bij het water. Eén van die jongens kende ik als [aangever] . Ik heb ooit wel eens met hem afgesproken.
Ik zag dat [verdachte] en de verdachten terug naar hun auto liepen en vervolgens wegreden.. Ondertussen hadden zij mijn kleding meegenomen die ik op de grond had gelegd. [aangever] en de andere jongen waren achter hen aangelopen en hebben vervolgens de linker buitenspiegel van de auto eraf getrapt.
2. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 29 juni 2024 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 28 juni 2024 omstreeks 20.50 stapte ik in de ambulance. Ik hoorde [slachtoffer] in de ambulance kort en zakelijk het volgende verklaren: Ze hebben mijn bril gepakt en die door midden gebroken en in het water gegooid.
3. Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 29 juni 2024 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 29 juni 2024 heeft het onderzoeksteam telefonisch contact opgenomen met het slachtoffer, via het telefoonnummer van de moeder van het slachtoffer. Dit gesprek wisselde tussen moeder en slachtoffer. Uit dit gesprek kwamen de volgende bijzonderheden naar voren:- Tijdens het incident zijn de volgende spullen van [slachtoffer] afgenomen: telefoon, ID-kaart, schoenen en kleren.- [slachtoffer] moest onder dwang haar wachtwoord van haar telefoon geven. Haar telefoon is toen direct uitgelogd, gewist en uitgezet.
- Moeder heeft via via een foto van twee van daders.- Moeder gaat deze foto naar ons sturen.
- De blonde op de foto heet [verdachte] (fonetisch).- Er is een filmpje in omloop via Snapchat waarin de telefoon van [slachtoffer] te koop wordt aangeboden voor 950 euro.
4. [slachtoffer] heeft op 30 juni 2024 zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuige– zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Opmerking verbalisant: Jullie hebben een foto met ons gedeeld waarop twee meiden zijn te zien. Jullie vertelden ons dat deze twee meiden tijdens het incident aanwezig waren. Ik zal de foto aan je tonen.
Vraag verbalisant: Kun je vertellen wat de rol, tijdens het incident is geweest, van de linker persoon met blond haar op de foto?
Antwoord: Ja dat is [verdachte] . Zij was degene die mij had aangesproken toen ik in Muiden uitstapte, uit de auto van de twee jongens die ik niet kende. Dat is de vriendin van [A] . Zij trok mij aan mijn haar, trapte in mij mijn gezicht en sloeg mij. Ze heeft mij op de grond geduwd en daarna sloeg en trapte ze mij. Ook zei zij trek je kleding uit.
5. [getuige] heeft volgens een
proces-verbaal van verhoor getuige met fotobijlagenvan 28 juni 2024 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik zag het kenteken: [kenteken] . Ik zag dat er 3 meiden uitstapten. Meid 1 of meid 3 heet [verdachte] , maar ik weet niet wie van de 2.
Meid 1 pakte de bril van [slachtoffer] en brak deze doormidden. Vervolgens sloeg ze [slachtoffer] vaak. Meid 1 duwde [slachtoffer] op de grond en sloeg herhaaldelijk [slachtoffer] . Ik zag dat [medeverdachte 1] , [slachtoffer] op haar gezicht trapte en vervolgens ook herhaaldelijk sloeg. Ik zag dat [slachtoffer] ondertussen meerdere keren geslagen en geschopt werd. Ik zag dat [slachtoffer] meerdere keren probeerde op te staan maar elke keer werd ze naar de grond geduwd. Ik zag dat [slachtoffer] op haar hele lichaam geschopt en geslagen werd. Ik zag dat er bij [slachtoffer] aan haar haar getrokken werd. Dit heeft ongeveer 15 minuten lang geduurd. Tijdens dit werd er gefilmd door alle 3 de meiden. Ik hoorde dat meid 1 tegen [slachtoffer] zei: "We stoppen pas als jij je kleren uit doet." Ik zag dat [slachtoffer] haar kleding uitdeed. Ik zag dat ze alleen haar onderbroek en BH nog aan had. Ik zag dat ze daarna nog steeds doorgingen met slaan en schoppen.
6. Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben in een
proces-verbaal van bevindingenvan 29 juni 2024 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik hoorde dat [getuige] zei dat ze het kenteken van de auto van de verdachten in haar notities van had telefoon had gezet. Ik zag dat ze haar notities opende en dat daar het kenteken [kenteken] stond.
7. [aangever] heeft op 28 juni 2024 bij de politie aangifte gedaan en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte met bijlage– zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik zag ineens een dame in BH en ondergoed naar me toe rennen. Ik zag haar even daarvoor ook al op de grond liggen. Toen had ze ook al niet meer veel kleren aan. Ik zag toen dat ze werd geschopt door een meisje. Ik zag dat dat meisje schopte met haar linkerbeen. Ik zag toen meteen dat ze bloed aan haar lip en neus had, en blauwe plekken op haar gezicht.
De auto kwam zo hard achteruit dat deze met zijn linkerbuitenspiegel tegen mijn been aankwam, en de spiegel brak meteen af. Die moet daar nu nog liggen.
8. Verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] hebben in een
proces-verbaal van bevindingenvan 29 juni 2024 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik, verbalisant [verbalisant 5] , zag daar een pluk haar op de grond liggen. Deze pluk haar was zwart van kleur. Wij zagen in de richting van het kanaal een kapotte autospiegel liggen. De kappen van deze spiegel waren zwart van kleur.
9. Verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hebben in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlagevan 1 juli 2024 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 30 juni 2024 reden wij over de Botterstraat te Amsterdam. Wij zagen de zwarte Citroen Cl kenteken: [kenteken] , langs de weg in een parkeervak staan. Wij zagen dat de linker buitenspiegel ontbrak.
10. Verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] hebben in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlagenvan 3 juli 2024 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Wij werden hier geconfronteerd met foto 1 op deze bijlage. Wij herkenden direct de linker vrouw als: [verdachte] .
Wij hebben op 1 juli 2024 [verdachte] gecontroleerd.
Wij herkenden [verdachte] aan haar jukbeenderen, de vorm van haar neus, haar volle wenkbrauwen en haar lichaamsbouw. Van de controle is ook een foto gemaakt van [verdachte] en [A] , aangeduid als foto 2 in deze bijlage. Wij zien op zowel foto 1 als foto 2 dat [verdachte] dezelfde outfit aan heeft. Tijdens het doorzoeken van het voertuig met het kenteken [kenteken] , waarbij [verdachte] de bestuurster was, hebben wij de tas gezien welke [verdachte] op foto 1 draagt. Wij zien dat het zwarte jack dat [verdachte] draagt sterke gelijkenissen heeft met het jack dat te zien is op foto 2. Wij zien dat de haarkleur van [verdachte] hetzelfde is op foto 1 als foto 2.
11. Verbalisant [verbalisant 11] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 11 juli 2024 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Tijdens een controle door geüniformeerde politiemedewerkers werd op 1 juli 2024 de mobiele telefoon, te weten een Apple IPhone 11 in beslaggenomen ten behoeve van het onderzoek.
In dit proces-verbaal worden alle tijden, conform de weergave in de onderzoek software,
weergegeven in UTC+0, oftewel de standaardtijd. De werkelijke tijd betreft UTC+2. Kortom, bij ieder genoemd tijdstip in dit proces-verbaal dient men hier 2 uren bij op te tellen.
Ik zag de volgende gebruikersinformatie in de telefoon:• WhatsApp-accountnaam: [telefoonnummer]• Emailadres: [e-mail adres verdachte] @live.nl
Aangetroffen foto van een Marokkaanse identiteitskaart.
Gezien bovenstaande informatie is het aannemelijk dat genoemd telefoon in gebruik is bij verdachte [verdachte] .
Call logIk zag dat er op 28 juni 2024, rondom het tijdstip van het incident, diverse inkomende en uitgaande gesprekken waren. Opvallend hierin is dat er met deze telefoon ten tijde van het incident diverse malen is gebeld met een contact genaamd “ [contactnaam A] ”, met bijbehorend telefoonnummer [telefoonnummer A] . Uit onderzoek bleek dat dit contact “ [contactnaam A] ” in chatberichten als “ [A] ” wordt aangesproken. Deze belgegevens passen bij de verklaring van de aangeefster, waarin zij stelde dat de verdachte, die zij omschreef als “ [verdachte] ”, aangaf te “facetimen” met [A] . Echter bleek uit dit onderzoek dat zij niet via de applicatie Facetime contact had met “ [A] ” maar via de applicatie Whatsapp.
WhatsApp
Chatbericht met het contact “ [contactnaam 1] ", tel [telefoonnummer] . In dit gesprek werd op 29 juni 2024 te 18:06:17 uur door verdachte aan dit contact gevraagd waar zij zo snel mogelijk aan een zijspiegel kon komen voor een Citroen. Verdachte stelt zelfs voor aan het contact “ [contactnaam 1] ” om de spiegel te stelen. Verdachte geeft hierbij een kentekencombinatie [kenteken] .
Snapchat
Chatbericht met het contact “ [contactnaam 2] ”. In dit gesprek op 29 juni 2024 te 10:29 uur stuurde het contact naar verdachte een aantal foto’s en filmpjes in 1 bericht. Tussen de verstuurde filmpjes zat het filmpje van de IPhone 15. Daarnaast stuurde het contact een zogeheten “selfie” foto waarop verdachte (links) in beeld zichtbaar is en vermoedelijk het contact [contactnaam 2] rechts in beeld. Verdachte zegt vervolgens “Van C1”. Hierop stuurde het contact een aantal foto’s van een vrouwelijk persoon die met gezichtsbedekking poseerde voor een foto. De locatie zichtbaar op de foto komt volledig overeen met de locatie van de plaats delict.
Ik zag dat er naast enkele foto’s ook een filmpje werd gestuurd vanaf het contact “ [contactnaam 2] ” naar verdachte. Ik zag dat dit het filmpje betrof waarin de telefoon van de aangeefster gefilmd werd en te koop werd aangeboden.
Device eventsIk stelde hierbij vast dat zowel de voor als achterzijde van de camera’s regelmatig in werking traden tussen vernoemde tijdstippen. Ik zag dat het gebruik van een camera geregistreerd werd om 18:29:42 uur, 18:29:50 uur en 18:29:55 uur, terwijl de telefoon gebruik maakte van de applicatie WhatsApp. Gezien de verklaring van het slachtoffer, namelijk dat verdachte aan het filmen en aan het videobellen was gedurende het incident, past dit bij deze aangetroffen gegevens in de telefoon van verdachte. Met de applicatie WhatsApp is het namelijk mogelijk om te videobellen, waardoor er dus gebruik wordt gemaakt van de camera van de telefoon. Uit de eerder getoonde call log bleek dat er rond 18.30:00 uur gebeld is met WhatsApp naar het contact “ [contactnaam A] ”.
Er zijn meerdere feiten bewezen verklaard. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarover deze gaan.