ECLI:NL:RBMNE:2025:5003
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor woninguitbreiding
Op 22 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die bezwaar had gemaakt tegen een omgevingsvergunning verleend aan vergunninghouder voor de uitbreiding van zijn woning, vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening totdat op haar beroep was beslist. De vergunninghouder had echter aangegeven voorlopig geen gebruik te maken van de omgevingsvergunning, waardoor de voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was en wees het af zonder zitting. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in het bodemgeding. De voorzieningenrechter benadrukte dat de wijziging van het bouwplan door het college als ondergeschikte wijziging was beoordeeld, waardoor de vergunninghouder verplicht was conform deze wijziging te bouwen. De uitspraak werd gedaan door mr. J.A. Spee, in aanwezigheid van griffier mr. I.C. de Zeeuw-t Lam.