11.DE BESLISSING
- verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft gepleegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat de verdachte het onder feit 2 primair tenlastegelegde heeft gepleegd, zoals hierboven in paragraaf 4.4 is omschreven;
- verklaart het overige dat in de beschuldiging staat niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 5 is vermeld;
- verklaart de verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf van 12 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde:
- de verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
- de verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht;
- de verdachte kan, als de reclassering dat nodig vindt en de verdachte daarmee instemt, voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of een andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
- de verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
- de verdachte laat zich opnemen in een nader te bepalen zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Indien die plaatsing niet mogelijk is, werkt de verdachte mee aan plaatsing in een nader te bepalen overbruggingsplek, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- de verdachte laat zich behandelen door een nader te bepalen zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- de verdachte verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- de verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd;
- de verdachte gebruikt geen alcohol en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd;
- de verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de medeverdachten, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- de verdachte spant zich in tot het verkrijgen en behouden van zinvolle dagbesteding in de vorm van (vrijwilligers-)werk of scholing;
- beveelt dat de voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
- geeft de reclassering opdracht aan de verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- gelast de teruggave aan de verdachte van de volgende voorwerpen:
- 1 jas, goednummer PL0900-2024360643-3435660;
- 1 aansteker, goednummer PL0900-2024360643-3435697;
- 1 jas, goednummer PL0900-2024360643-3435755;
- 1 joggingbroek, goednummer PL0900-2024360643-3435753;
- 1 paar schoenen, goednummer PL0900-2024360643-3435754;
- 1 bodywarmer, goednummer PL0900-2024360643-3435784;
- 1 tas, goednummer PL0900-2024360643-3435791;
- 1 notebook, goednummer PL0900-2024360643-3435794;
- 1 aansteker, goednummer PL0900-2024360643-3435796;
- 1 telefoontoestel, goednummer PL0900-2024360643-3435800;
- 1 scooter, goednummer PL0900-2024360643-3435694;
vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 16/093091-24
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging;
vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 16/067047-23
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E.S. Dolmans, voorzitter, mr. J.O. Zuurmond en
mr. A. Maas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Benschop, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 september 2025.
Bijlage I: De beschuldiging
De verdachte wordt er na wijziging van de tenlastelegging van beschuldigd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 12 november 2024 te Utrecht, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, een Cobra, althans brandbaar en/of explosief materiaal, tegen/bij een bus, althans een voertuig heeft geplakt/geplaatst en/of aangestoken waardoor die Cobra tot ontploffing is gekomen/gebracht terwijl die [slachtoffer] zich in dat voertuig bevond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 november 2024 te Utrecht, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen een Cobra, althans brandbaar en/of explosief materiaal, tegen/bij een bus, althans een voertuig heeft geplakt/geplaatst en/of aangestoken waardoor die Cobra tot ontploffing is gekomen/gebracht terwijl die [slachtoffer] zich in dat voertuig bevond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2
hij op of omstreeks 12 november 2024 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een Cobra, althans brandbaar en/of explosief materiaal, tegen/bij een bus, althans een voertuig te plakken/plaatsen en/of aan te steken, waardoor die Cobra tot ontploffing is gekomen/gebracht, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten een bus, althans een voertuig, en/of de in de bus/voertuig aanwezige goederen, en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten [slachtoffer] te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 november 2024 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een bus, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] en/of [benadeelde] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Bijlage II: Bewijsmiddelen
1.
Een proces-verbaal van aangifte van 12 november 2024, pagina’s 11-13, voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Op 12 november 2024 was ik aanwezig op de parkeerplaats tegenover sportpark Zoudenbalch, gelegen aan de Koningsweg te Utrecht. Ik was daar met een Feyenoord spelersbus voor de jeugd.
Op bovenstaande datum, omstreeks 19:25 uur zat ik in de bus op de eerste rij televisie te kijken. De motor van de bus draaide op dat moment en de verlichting stond aan. Ik hoorde dat er op het raam aan de bestuurderszijde getikt werd. Ik hoorde dat er gerommeld werd. Ik zag dat er een man aan de buitenkant van de bus stond, aan de bestuurderszijde naast het raam. Ik zag dat verdachte een cillinderachtig voorwerp van ongeveer 20 centimeter lang aan het raam bevestigde. Ik zag dat het voorwerp bleef hangen aan het raam. Op dat moment pakte hij een aansteker en zag ik dat er een vlammetje uit de aansteker kwam. Op dat moment ben ik opgestaan en ben ik naar achteren in de bus gerend met mijn vingers in de
oren. Ik was nog niet eens halverwege de bus toen ik een harde knal hoorde. Ik zag dat de bus gevuld was met roze kleurige rook. Ik zag dat de rook van buiten door het raam aan de bestuurderszijde kwam. Ik zag dat er glas op de grond lag.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van 12 november 2024, pagina’s 118-122, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (forensisch onderzoekers):
Op 12 november 2024 kwamen wij, naar aanleiding van een ontploffing/explosie, voor forensisch onderzoek aan op de locatie Koningsweg, 3585 LD Utrecht.
Aldaar was een explosie geweest. Bij de explosie was de spelersbus van Feyenoord betrokken.
Staand op de openbare weg zagen wij een geparkeerde autobus staan. Wij zagen dat de ruit van de deur volledig was gebarsten, maar nog in de deur zat. Wij zagen in het gebarsten patroon van de ruit meerdere afwijkende beschadigingen. Deze beschadigingen zijn zeer vermoedelijk ontstaan door secundaire scherfwerking van het glas afkomstig van de ruit van de bestuurder.
Staand aan de buitenzijde van de bus zagen wij dat het raamwerk bestond uit een kleine en grote ruit. De kleine ruit, ter hoogte van de chauffeur, was bijna volledig weg. De grote ruit, om de kleine ruit, was volledig versplinterd, maar zat nog wel in het raamwerk. Ter hoogte van de overgang van de carrosserie en de ruit zagen wij een gat. Wij zagen rechts van de ruit een wit/grijze aanslag. Onder het raam zagen wij op de grond meerdere glassplinters liggen. Wij zagen tussen de glassplinters sleutels liggen. De chauffeur vertelde ons dat dit zijn sleutels, liggend binnen naast het raam, door de explosie naar buiten waren geslagen.
3.
Een geschrift, te weten de vakbijlage van het NFI ‘Gevaarzetting Super Cobra 6 en vergelijkbare artikelen’, pagina’s 139-145, voor zover inhoudende:
In het geval van een Super Cobra 6 met een brok zwart buskruit of een laagje voorlading, is er eerst gevaar voor brand en brandwonden door de vlam. Wanneer een Super Cobra 6 (2G) ontploft, levert dit gevaar op voor personen en goederen die zich nabij de ontploffende Cobra 6 bevinden. Wanneer een Super Cobra 6 (2G) direct tegen een voorwerp aan ontploft, zal dit voorwerp vrijwel altijd beschadigen. De drukgolf kan tot op enkele meters afstand van de explosie tot permanente gehoorschade zoals trommelvliesbreuk leiden. Tot op tientallen meters afstand kan deze drukgolf ook nog tot andere vormen van (tijdelijke) gehoorschade leiden. Naast het hierboven beschreven letsel door de drukgolf en hitte van explosie, kan ook letsel optreden door de impact van scherven en brokstukken. Indien de Super Cobra 6 (2G) een object in de omgeving beschadigd, kunnen scherven en brokstukken van dit object met hoge snelheden weggeslingerd worden. Indien deze scherven en brokstukken van een hard materiaal zoals glas, metaal of steen zijn, kunnen ze lichamelijk letsel veroorzaken.
Specifiek voor de situatie dat de Super Cobra 6 tegen een glazen ruit aan ontploft, heeft het NFI praktijkonderzoek uitgevoerd. Voor dubbel en triple glas geldt aanvullend op de hierboven beschreven gevaarzetting van een ontploffende Super Cobra 6, dat het glas direct achter een ontploffende Super Cobra 6 zo sterk wordt verbrijzeld, dat er een soort ‘zandstraal’ van kleine glasdeeltjes wegspuit. Het exacte effect hiervan op het menselijk lichaam is nog niet bekend, maar het is aannemelijk dat iemand die hierdoor geraakt wordt, ernstig lichamelijk letsel op kan lopen. Tijdens de proeven is gebleken dat de vuureffecten van de explosie aan beide zijden van het raam optraden. Ook de drukgolf van de explosie is aan beide zijden van het raam geregistreerd.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen van 20 november 2024, pagina’s 172-182, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
In dit proces-verbaal beschrijf ik de resultaten van het onderzoek van de telefoon waarvan de gegevens hieronder vermeld staan. De verdachte betreft: [verdachte] , geboren [2005] te [geboorteplaats] .
Chatberichten tussen [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer medeverdachte 1] ) (rechtbank: hierna en telkens de medeverdachte
[medeverdachte 1]) en [verdachte] ( [telefoonnummer 1 verdachte] )
12 november 2024 18:09 uur:
“ [medeverdachte 1] ” stuurt een forwarded filmpje: Hierop is de Feyenoord bus te zien die gefilmd wordt vanuit een auto. Iemand zegt: Gatver.
12 november 2024 20:02 uur:
“ [medeverdachte 1] ” stuurt een video/mp4 met een bus waar een ontploffing is en iets voor de ontploffing zie je een persoon rennen. Vermoedelijk wordt er gefilmd uit een auto omdat een buitenspiegel is te zien.
Zoekslag Cobra
In een groepsapp (547 deelnemers) vraagt [verdachte] op 12 november 2024 om 18:10 uur en 17:11 uur (
rechtbank: dit tijdstip is in een later proces-verbaal gerectificeerd naar 18:11 uur)voor Cobra 6 of Shell.
5.
Een proces-verbaal van bevindingen van 2 december 2024, pagina’s 221-226, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4]
Dit betreft een aanvullend proces-verbaal op het onderzoek aan de telefoon iPhone 14. Dit betreft de van bij [verdachte] inbeslaggenomen telefoon.
Op 12 november 2024 te 17:30 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 1 verdachte] , in gebruik bij [verdachte] , gebeld door het contact “ [medeverdachte 1] ” voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer medeverdachte 1] . Het betreft een videocall van 1 minuut en 50 seconden.
Om 18:07 uur wordt er wederom door “ [medeverdachte 1] ” gebeld Het betreft een videocall voor de duur van 2 minuten en 52 seconden.
Om 18:14 uur wordt er door het contact “ [medeverdachte 1] ” gebeld. Dit betreft een videocall van 35 seconden.
Om 19:09 uur wordt er door het contact “ [medeverdachte 1] ” gebeld. Dit betreft een videocall van 20 seconden.
Om 19:12 uur wordt er door het contact “ [medeverdachte 1] ” gebeld. Dit betreft een videocall van 20 seconden.
6.
Een proces-verbaal van bevindingen van 29 november 2024, pagina’s 229-234, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Video van de explosie van de Feyenoord bus. Deze video werd op 12 november 2024 20:02 uur door contact “ [medeverdachte 1] ” gestuurd naar telefoonnummer [telefoonnummer 1 verdachte] , in gebruik bij [verdachte] .
Op de video is te zien dat het hier gaat om de explosie van de Feyenoord bus. Op de video is de omgeving van Zoudenbalch complex, gelegen aan de Koningsweg te Utrecht te zien. De video is gemaakt net voor en op het moment van explosie. De maker van de video is op dat moment aanwezig in een auto in de directe omgeving van de Feyenoord bus. Gezien de positie van de auto is de video die van de explosie gemaakt door de persoon welke op de bijrijder stoel van de auto zat.
7.
Een proces-verbaal van bevindingen van 10 december 2024, pagina’s 332-333, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 16 november 2024 vond er een telefoongesprek plaats tussen verdachte [verdachte] en een vrouw met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit betreft vermoedelijk zijn oma. [verdachte] noemt de vrouw oma.
[telefoonnummer 2 verdachte] = [verdachte]
[telefoonnummer] = oma
[telefoonnummer] Hoe ken je dat nou weer doen man?
[telefoonnummer 2 verdachte] Ja dat is, uh, met [medeverdachte 1] samen gedaan
[telefoonnummer] Waarom ben jij dan alleen gepakt?
[telefoonnummer 2 verdachte] Omdat [medeverdachte 1] die was in de auto aan het wachten
[telefoonnummer] En wie was erop dat idee gekomen dan?
[telefoonnummer 2 verdachte] Wij allemaal
[telefoonnummer] Ja, wie allemaal?
[telefoonnummer 2 verdachte] Ik, [medeverdachte 1] en nog iemand anders
Op 17 november 2024 om 12:52 uur belt [verdachte] [telefoonnummer 2 verdachte] met gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer A] . Uit de Ciot komt naar voren dat dit telefoonnummer op naam staat van [A] :
[telefoonnummer 2 verdachte] Zegt met wie denk je dat ik was? Met [bijnaam]
[telefoonnummer A] ? [medeverdachte 1]
[telefoonnummer 2 verdachte] Zegt ja
8.
Een proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2024, pagina’s 440-445, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Op 5 december 2024 te 18:03 uur belt [verdachte] met de gebruiker van het telefoonnummer
[telefoonnummer] :
[telefoonnummer] : Ja maar wie zegt tegen jou dat je dat moet doen dan mongool?
[verdachte] : Ja een paar van die gasten van Utrecht ultra's
Opmerking verbalisant: In de telefoon van [medeverdachte 1] staat een whatsapp groep “ [Whatsapp groep] ”, zowel het telefoonnummer van [medeverdachte 2] als [medeverdachte 1] stonden in deze whatsapp groep.
9.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 13 november 2024, pagina’s 86-90, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
V: staat voor vraag verbalisant
A: staat voor antwoord verdachte
V: Gisteren, 12 november 2024, omstreeks 19:25 uur, is er een explosief geplakt op een spelersbus van Feyenoord voor de jeugd. De bus stond geparkeerd in Utrecht aan de Koningsweg. Wat kun je hierover verklaren?
A: Eerder op de dag kreeg ik een berichtje dat die Feyenoord bus daar stond. We hadden zoiets van die hoort niet in Utrecht thuis. We hadden zoiets van, laten we die eventjes kapot maken. Ik ben daar met een vriend naartoe gegaan en toen heb ik een Cobra op het raam geplakt. Ik ben eerst om de bus heen gelopen om te kijken of er iemand in zat. Ik zag toen opeens dat er toch iemand in zat, maar ik had het al aangestoken. Ik ben toen erg geschrokken en naar mijn vriend gerend. Ik wilde eigenlijk alleen die ruit kapot maken, ik had geen ander doel.
10.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 25 november 2024, pagina’s 183-192, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
V: staat voor vraag verbalisant
A: staat voor antwoord verdachte
V: Waarom was die vriend met die auto daar?
A: Die was ook daar bij de spelersbus en met de auto ben je sneller weg dan met de scooter.
11.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [verdachte] door de rechter-commissaris van 13 maart 2025, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige:
Hoe wist u dat er een Feyenoord-bus in Utrecht stond?
Ik werd gebeld door [medeverdachte 1] en die heeft mij toen gezegd dat die bus daar zou staan en toen zei hij tegen mij van: ‘kan jij vuurwerk regelen?’.
Nu zegt u dat u gebeld bent. In het dossier staat dat u eerder heeft verklaard een bericht te hebben ontvangen. Hoe zit dat nu precies?
Dat klopt. Ik heb daar ook een bericht van ontvangen dat er een filmpje van de bus was gemaakt en die was dan naar mij doorgestuurd.
12.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 17 januari 2025, pagina’s 477-485, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
V: staat voor vraag verbalisant
A: staat voor antwoord verdachte
V: Jij wist toch dat die Feyenoord bus op Zoudenbalch stond en jij bent toch de enige die met [verdachte] is mee gegaan naar Zoudenbalch?
A: Achter op de scooter.
V: Toen jullie met zijn drieën in de auto van [medeverdachte 2] zaten, waar zat jij toen?
A: Op de stoel.
V: Waar?
A: Ernaast, naast [medeverdachte 2] .