ECLI:NL:RBMNE:2025:5065

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
16.006193.24 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en diefstal door middel van valse sleutels en valse hoedanigheid

Op 26 september 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder oplichting en diefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte kwetsbare ouderen heeft opgelicht door zich voor te doen als bankmedewerker of politiemedewerker. Dit gebeurde door telefonisch contact op te nemen met de slachtoffers en hen te misleiden om hun bankpassen en pincodes af te geven. De verdachte heeft in de periode van 7 tot en met 19 december 2023 in verschillende plaatsen, waaronder Zeist en Woudenberg, meerdere slachtoffers opgelicht en geldbedragen en sieraden gestolen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat de benadeelde partijen recht hebben op schadevergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van verschillende banken en slachtoffers integraal toegewezen, met uitzondering van enkele vorderingen die al door andere partijen waren vergoed. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van de feiten, waarbij de emotionele impact op de slachtoffers zwaar heeft meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.006193.24 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 september 2025
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 september 2025. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. J.P. Jansen en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E. Bruijn, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht. Daarnaast is mevrouw [A] van Slachtofferhulp Nederland namens een aantal benadeelde partijen aan het woord geweest. De strafzaak van verdachte is gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte] , eveneens bijgestaan door mr. E. Bruijn.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:
in de periode van 7 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist, Woudenberg, Soest en/of Nijkerk, samen met een ander, twaalf aangevers heeft opgelicht door hen te bellen, zich voor te doen als iemand anders en zo hun pinpassen en pincodes heeft verkregen;
ten aanzien van feit 2:
in dezelfde periode, samen met een ander, geld heeft opgenomen met de pinpassen van de aangevers van feit 1;
ten aanzien van feit 3:
op 15 december 2023 te Zeist, samen met een ander, terwijl zij zich voordeden als iemand anders, sieraden heeft gestolen bij één van de aangevers van feit 1 ( [benadeelde 1] );
ten aanzien van feit 4:
op 15 december 2023 te Zeist, samen met een ander, een sieraad heeft gestolen bij één van de aangevers van feit 1 ( [benadeelde 1] ).

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat de rechtbank de zaak inhoudelijk kan behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de bewezenverklaring.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte de tenlastegelegde feiten bekend heeft. De raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen: [1]
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 september 2025;
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 2] d.d. 14 december 2023 (p. 133);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 3] d.d. 12 december 2023 (p. 173);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 4] d.d. 18 december 2023 (p. 209);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 5] d.d. 13 december 2023 (p. 237);
  • proces-verbaal van aangifte namens [benadeelde 6] d.d. 19 december 2023 (p. 273);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 1] d.d. 15 december 2023 (p. 299);
  • proces-verbaal van aangifte namens [benadeelde 7] d.d. 22 december 2023 (p. 349);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 8] d.d. 14 december 2023 (p. 406);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 9] d.d. 12 december 2023 (p. 548);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 10] d.d. 22 december 2023 (p. 561);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 11] d.d. 11 januari 2024 (p. 582);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 12] d.d. 19 december 2023 (p. 595).

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
op meerdere tijdstippen, in de periode van 7 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist en Woudenberg en Soest en Nijkerk (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels:
- [benadeelde 2] op 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 1) en
- [benadeelde 3] op 7 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 2) en
- [benadeelde 4] op 8 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode en randomreader (zaak 3) en
- [benadeelde 5] op 9 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 4) en
- [benadeelde 6] op 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpassen en bijbehorende pincodes (zaak 5) en
- [benadeelde 1] op 15 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en visacard en bijbehorende pincodes en een geldbedrag van in totaal ongeveer 200 euro (zaak 6) en
- [benadeelde 7] op 18 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 7) en
- [benadeelde 8] op 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 8) en
- [benadeelde 9] op 7 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 9) en
- [benadeelde 10] op 18 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode en een creditcard en sieraden (zaak 10) en
- [benadeelde 11] op 12 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 11) en
- [benadeelde 12] op 19 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode en sieraden en een geldbedrag van in totaal ongeveer 600 euro (zaak 12)
- door telefonisch contact op te nemen met de hiervoor genoemde aangevers en zich hierbij voor te doen als bankmedewerker of als politiemedewerker en (vervolgens) mede te delen dat er iets mis was en/of fraude was gepleegd met de bankpas(sen) en de rekening(en) en mede te delen dat een medewerker van de bank of politie langs zou komen om de bankpas(sen) op te halen en te vragen naar de pincode van de bankpas(sen) en
- naar de woning van voornoemde aangevers te gaan en zich daarbij voor te doen als een medewerker van de bank of medewerker van de politie die de (bank)pas(sen) en visacard en creditcard en randomreader en een of meer sier(a)d(en) en het geldbedrag komt ophalen en de pincode(s) in ontvangst te nemen, waardoor die aangevers werden bewogen tot afgifte van voornoemde goederen en gegevens;
2
op een of meer tijdstip(pen), in de periode van 7 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist en Woudenberg en Soest en Nijkerk, telkens tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere geldbedragen , geheel of ten dele toebehorende aan ander of anderen dan aan hem, verdachte, en zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en zijn mededader(s) die weg te nemen geldbedragen/ (telkens) onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten bankpassen en bijbehorende pincodes, tot het gebruik waarvan verdachte en zijn mededader(s) niet gerechtigd en gemachtigd en bevoegd waren, te weten:
- op 14 december 2023, te Zeist, een geldbedrag van in totaal 750 euro, toebehorende aan [benadeelde 2] (zaak 1) en
- op 7 december 2023, te Woudenberg, een geldbedrag van in totaal 950 euro, toebehorende aan [benadeelde 3] (zaak 2) en
- op 8 december 2023, te Woudenberg, een geldbedrag van in totaal 950 euro, toebehorende aan [benadeelde 4] (zaak 3) en
- op 9 december 2023, te Woudenberg, een geldbedrag van in totaal 852 euro, toebehorende aan [benadeelde 5] (zaak 4) en
- op 14 december 2023, te Zeist, een geldbedrag van in totaal 1300 euro, toebehorende aan [benadeelde 6] (zaak 5) en
- op 15 december 2023 te Zeist, een geldbedrag van in totaal 2300 euro, toebehorende aan [benadeelde 1] (zaak 6) en
- op 18 december 2023 te Zeist, een geldbedrag van in totaal 850 euro, toebehorende aan [benadeelde 7] (zaak 7) en
- op 14 december 2023 te Zeist, een geldbedrag van in totaal 630 euro, toebehorende aan [benadeelde 8] (zaak 8) en
- op 7 december 2023 te Woudenberg, een geldbedrag van in totaal 850 euro, toebehorende aan [benadeelde 9] (zaak 9) en
- op 18 december 2023 te Zeist, een geldbedrag van in totaal 750 euro, toebehorende aan [benadeelde 10] (zaak 10) en
- op 12 december 2023 te Soest, een geldbedrag van in totaal 950 euro, toebehorende aan [benadeelde 11] (zaak 11) en
- op 19 december 2023 te Nijkerk, een geldbedrag van in totaal 659,50 euro, toebehorende aan [benadeelde 12] (zaak 12);
3
op 15 december 2023 te Zeist tezamen en in vereniging met een of meer anderensieraden, te weten twee gouden kettingen die geheel aan [benadeelde 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, of door listige kunstgrepen, of door een samenweefsel van verdichtsels,​​​​​​ door:
- telefonisch contact op te nemen met deze [benadeelde 1] en zich hierbij voor te doen als bankmedewerker en (vervolgens) mede te delen dat er iets mis was met de bankpas(sen) en mede te delen dat een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpas(sen) op te halen en
- naar de woning van deze [benadeelde 1] te gaan en zich daarbij voor te doen als een medewerker van de bank en te vragen naar sieraden en hierbij mede te delen dat deze nodig waren voor de verzekering;
4
op 15 december 2023 te Zeist tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een sieraad, te weten een zegelring die geheel aan [benadeelde 1] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid;
feit 4: diefstal door twee of meer verenigde personen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 16 maanden (met aftrek van het voorarrest) waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de op te leggen straf substantieel te matigen ten opzichte van de eis van de officier van justitie en een groot deel in voorwaardelijke vorm op te leggen. De raadsman heeft benadrukt dat verdachte destijds impulsief is geweest en de gevolgen van zijn handelen niet heeft overzien. Hij is inmiddels in goed vaarwater beland en dat zou niet doorkruist moeten worden. Daarom heeft de raadsman verzocht te volstaan met het opleggen van de maximale taakstraf en in overweging gegeven om het daarbij te laten, ook gezien de reeds ondergane voorlopige hechtenis.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
De rechtbank stelt voorop dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heel nare strafbare feiten. Hij heeft, samen met zijn medeverdachte, kwetsbare oudere mensen opgelicht en ervoor gezorgd dat zij hun pinpassen en pincodes hebben afgegeven. Door vervolgens met die pinpassen geldbedragen te pinnen, hebben de verdachten veel geld buitgemaakt. Maar het gaat veel verder dan ‘alleen’ het geld: de verdachten hebben op brutale en geraffineerde wijze ontzettend veel angst en leed veroorzaakt bij de slachtoffers. Bij meerdere slachtoffers zijn ook sieraden weggenomen en bij één van de aangevers ook een zegelring die was gemaakt van de trouwringen van hem en zijn overleden vrouw. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij alleen maar bezig is geweest met zijn eigen financiële belangen en niet heeft stilgestaan bij de grote, ook emotionele, gevolgen die zijn handelen voor de slachtoffers heeft gehad. De slachtoffers zijn tot op de dag van vandaag angstig, boos en verdrietig en zijn door het toedoen van de verdachten een fundamenteel gevoel van vertrouwen kwijtgeraakt.
Strafblad
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie (het strafblad) van de verdachte van 6 september 2025. Hieruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten.
Persoonlijke omstandigheden
Er is door de Reclassering een rapport opgemaakt over verdachte op 21 mei 2025. De Reclassering ziet risicofactoren op het gebied van dagbesteding, financiën, relaties, het psychosociaal functioneren en de houding van verdachte. Op dat laatste punt zien met name de zorgen: verdachte lijkt te denken vanuit korte termijn behoefte, waardoor hij verkeerde keuzes maakt en in de problemen raakt. Er is nooit eerder Reclasseringsbemoeienis geweest (met uitzondering van het toezicht tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis) en de Reclassering adviseert ook nu een straf zonder bijzondere voorwaarden. Tijdens de zitting heeft verdachte aangegeven dat het inmiddels goed met hem gaat, dat hij een baan heeft als bezorger, een MBO-certificaat heeft gehaald om in de bouw te werken en dat hij een regeling met het CJIB heeft getroffen voor het afbetalen van zijn openstaande (verkeers)boetes.
Strafoplegging
Gelet op al het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat alleen een gevangenisstraf recht doet aan de ernst en de hoeveelheid van de feiten. Daarbij weegt de rechtbank ook mee dat verdachte weliswaar een bekennende verklaring heeft afgelegd, maar verder op geen enkele manier verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen en zijn eigen rol in het geheel kleiner maakt dan uit het dossier volgt.
De rechtbank zal verdachte, in navolging van de strafeis van de officier van justitie, veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden (met aftrek van het voorarrest) waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank hoopt dat verdachte door het onvoorwaardelijke gedeelte van deze straf leert dat zijn gedrag consequenties heeft en dat het voorwaardelijke strafdeel als stok achter de deur kan dienen om ervoor te zorgen dat verdachte op het rechte pad blijft.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank zal de schorsing van de voorlopige hechtenis niet opheffen. Dat betekent dat verdachte niet direct na de uitspraak vast komt te zitten, maar in vrijheid het eventueel in te stellen hoger beroep van zijn strafzaak kan en mag afwachten.

9.BENADEELDE PARTIJEN

[B] namens ABN AMRO bank
[B] heeft, namens ABN AMRO bank, een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 1609,50 euro (materiële schade). Hierbij gaat het om slachtoffers [benadeelde 3] en [benadeelde 12] . Daarnaast wordt er 240,00 euro aan onderzoekskosten gevorderd.
[benadeelde 3][benadeelde 3] heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 950,00 euro (materiële schade).
[benadeelde 11]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 950,00 euro (materiële schade) en 500,00 euro (immateriële schade).
[C] namens ING bank
[C] heeft, namens ING bank, een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 4.552,00 euro (materiële schade). Hierbij gaat het om slachtoffers [benadeelde 9] , [benadeelde 5] , [benadeelde 8] , [benadeelde 2] , [benadeelde 6] en [benadeelde 10] . Daarnaast wordt er 720,00 euro aan onderzoekskosten gevorderd.
[benadeelde 6]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 1.304,95 euro (materiële schade) en 500,00 euro (immateriële schade).
[benadeelde 1]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 5.754,38 euro (materiële schade) en 600,00 euro (immateriële schade).
[D] namens Rabobank
[D] heeft, namens Rabobank, een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 2.140,00 euro (materiële schade). Hierbij gaat het om slachtoffers [benadeelde 4] en [benadeelde 11] en 240,00 aan onderzoekskosten.
[benadeelde 2]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 750,00 euro (materiële schade).
[benadeelde 8]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 500,00 euro (immateriële schade).
[benadeelde 4]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 19,95 euro (materiële schade).
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
ABN AMRO bank
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 3]De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de schade van deze benadeelde partij al is vergoed door de ABN AMRO bank. De benadeelde partij is dus al schadeloos gesteld en dient om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard.
[benadeelde 11]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de materiële schade al is vergoed door de Rabobank en dat de benadeelde partij voor dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. De gevorderde immateriële schade is toewijsbaar voor een bedrag van 500,00 euro, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
ING bank
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [C] niet is gemachtigd door de ING bank om de vordering in te dienen en om die reden niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
[benadeelde 6]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 1]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Rabobank
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 2]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de schade van deze benadeelde partij al is vergoed door de ING bank. De benadeelde partij is dus al schadeloos gesteld en dient om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
[benadeelde 8]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 4]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de ingediende vorderingen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat vaststaat dat de benadeelde partijen door het toedoen van verdachte en zijn medeverdachte rechtstreekse schade hebben geleden. Wat betreft de materiële schade gaat dat om de geldbedragen die met de weggenomen pinpassen zijn gepind en de sieraden die bij sommige benadeelde partijen zijn weggenomen. Daarnaast hebben sommige partijen immateriële schade gevorderd. De verdediging heeft de gestelde schade niet betwist. De rechtbank zal de vorderingen toewijzen zoals door de officier van justitie is verzocht.
ABN AMRO bank
De rechtbank zal de vordering van de ABN AMRO bank integraal toewijzen. De vordering bestaat uit de schade die de bank heeft vergoed aan de benadeelde partijen [benadeelde 3] (950,00 euro) en [benadeelde 12] (659,50 euro). Daarnaast zal de rechtbank ook de gevorderde 240,00 euro aan onderzoekskosten toewijzen. De rechtbank zal de toegewezen bedragen vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2024 (met betrekking tot de schade van [benadeelde 3] ) en vanaf 4 maart 2024 (met betrekking tot de schade van [benadeelde 12] ) en 7 december 2023 (met betrekking tot de onderzoekskosten) tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade ziet op benadeelde partij [benadeelde 12] en de onderzoekskosten naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal ten aanzien van de bank geen schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Deze maatregel is bedoeld om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van de
schadevergoeding. Een rechtspersoon mag in beginsel geacht worden zelf de wegen te
kennen om een vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijke persoon.
De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van dit beginsel af te wijken.
[benadeelde 3]
De rechtbank stelt vast dat de schade van [benadeelde 3] al is vergoed door de ABN AMRO bank. Daarmee is de benadeelde partij al schadeloos gesteld. De rechtbank zal de vordering daarom afwijzen.
Proceskosten
Nu de vordering van de benadeelde partij wordt afgewezen, zullen de kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
[benadeelde 11]
Materiële schade
De rechtbank stelt vast dat de materiële schade van [benadeelde 11] al is vergoed door de Rabobank. Daarmee is de benadeelde partij al schadeloos gesteld. De rechtbank zal de vordering daarom afwijzen.
Immateriële schade
De rechtbank zal de gevorderde immateriële schade integraal toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 januari 2024 tot de dag van volledige betaling.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 11] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van 500,00 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 23 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 10 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 11] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
ING bank
De rechtbank stelt vast dat uit de ingestelde vordering niet blijkt dat [C] is gemachtigd om namens de ING bank een vordering in te dienen. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, nu de vordering niet op de door de wet voorgeschreven wijze is ingediend. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Proceskosten
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
[benadeelde 6]
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 6] integraal toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 6] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van 1.804,95 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 28 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 6] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[benadeelde 1]
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 1] integraal toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van 6.354,38 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 66 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Rabobank
De rechtbank zal de vordering van Rabobank integraal toewijzen. De vordering bestaat uit de schade die de bank heeft vergoed aan de benadeelde partijen [benadeelde 11] (950,00 euro) en [benadeelde 4] (950,00 euro). Daarnaast zal de rechtbank ook de gevorderde 240,00 euro aan onderzoekskosten toewijzen. De rechtbank zal de toegewezen bedragen vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2024 (met betrekking tot de schade van [benadeelde 11] ) en vanaf 3 januari 2024 (met betrekking tot de schade van [benadeelde 4] ) en 8 december 2023 (met betrekking tot de onderzoekskosten) tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade die ziet op benadeelde partij [benadeelde 4] en de onderzoekskosten naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal ten aanzien van de bank geen schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Deze maatregel is bedoeld om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van de
schadevergoeding. Een rechtspersoon mag in beginsel geacht worden zelf de wegen te
kennen om een vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijke persoon.
De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van dit beginsel af te wijken.
[benadeelde 2]
De rechtbank stelt vast dat de schade van [benadeelde 2] al is vergoed door de ING bank. Daarmee is de benadeelde partij al schadeloos gesteld. De rechtbank zal de vordering daarom afwijzen.
Proceskosten
Nu de vordering van de benadeelde partij wordt afgewezen, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
[benadeelde 8]
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 8] integraal toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 8] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van 500,00 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 10 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 8] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[benadeelde 4]
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 4] van 19,95 euro integraal toewijzen te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 4] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van 19,95 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 4] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 57, 60a, 63, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar.
Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat van de gevangenisstraf een
  • stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
  • als (algemene) voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire Beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Benadeelde partijen
ABN AMRO (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van ABN AMRO bank van een bedrag van 1.849,50 euro als volgt toe;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk met zijn mededaders tot betaling van een bedrag van 899,50 euro (voor de schade die ziet op benadeelde partij [benadeelde 12] en de onderzoekskosten), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2024 over het bedrag van 659,50 euro en vanaf 7 december 2023 over 240,00 euro, tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte tot betaling van 950,00 euro vermeerderd met wettelijke rente vanaf 19 januari 2024 (met betrekking tot de schade van [benadeelde 3] );
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
[benadeelde 3] (feit 1, feit 2)
  • wijst af de vordering van [benadeelde 3] ;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt.
[benadeelde 11] (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van [benadeelde 11] toe tot een bedrag van 500,00 euro;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 11] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • wijst af de vordering van [benadeelde 11] voor wat betreft het meer gevorderde ;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 11] aan de Staat 500,00 euro betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
ING bank (feit 1, feit 2)
  • verklaart ING bank niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt.
[benadeelde 6] (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van [benadeelde 6] integraal toe, dus tot een bedrag van 1.804,95 euro;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 6] aan de Staat 1.804,95 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 28 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
[benadeelde 1] (feit 1, feit 2, feit 3, feit 4)
  • wijst de vordering van [benadeelde 1] integraal toe, dus tot een bedrag van 6.354,38 euro;
  • veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat 6.354,38 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 66 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Rabobank (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van Rabobank van een bedrag van 2.140,00 euro als volgt toe;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk met zijn mededaders tot betaling van:
een bedrag van 950,00 euro (voor de schade die is vergoed aan benadeelde partij [benadeelde 4] ), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2024 tot de dag van de algehele voldoening;
een bedrag van 240,00 euro (voor de onderzoekskosten) vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte tot betaling van een bedrag van 950,00 euro (voor de schade die is vergoed aan benadeelde partij [benadeelde 11] ) vermeerderd met wettelijke rente vanaf 23 januari 2024 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
[benadeelde 2] (feit 1, feit 2)
  • wijst af de vordering van [benadeelde 2] ;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt.
[benadeelde 8] (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van [benadeelde 8] integraal toe, dus tot een bedrag van 500,00 euro;
  • veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 8] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 8] aan de Staat 500,00 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
[benadeelde 4] (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van [benadeelde 4] integraal toe, dus tot een bedrag van 19,95 euro;
  • veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat 19,95 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van de volledige betaling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.R.H. Koekoek, voorzitter, mr. O. Böhmer en mr. G.M.C. Klink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Besselink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 september 2025.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 7 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist en/of Woudenberg en/of Soest en/of Nijkerk, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde 2] op of omstreeks 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 1) en/of
- [benadeelde 3] op of omstreeks 7 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 2) en/of
- [benadeelde 4] op of omstreeks 8 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode en/of randomreader (zaak 3) en/of
- [benadeelde 5] op of omstreeks 9 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 4) en/of
- [benadeelde 6] op of omstreeks 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten (de) bankpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) (zaak 5) en/of
- [benadeelde 1] op of omstreeks 15 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of visacard en/of bijbehorende pincode(s) en/of een geldbedrag van in totaal ongeveer 200 euro (zaak 6) en/of
- [benadeelde 7] op of omstreeks 18 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 7) en/of
- [benadeelde 8] op of omstreeks 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 8) en/of
- [benadeelde 9] op of omstreeks 7 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 9) en/of
- [benadeelde 10] op of omstreeks 18 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode en/of een creditcard en/of een of meer siera(a)d(en) (zaak 10) en/of
- [benadeelde 11] op of omstreeks 12 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 11) en/of
- [benadeelde 12] op of omstreeks 19 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode en/of een of meer siera(a)d(en) en/of een geldbedrag van in totaal ongeveer 600 euro (zaak 12)
- door telefonisch contact op te nemen met de hiervoor genoemde aangevers en/of zich hierbij voor te doen als bankmedewerker en/of als politiemedewerker en/of (vervolgens) mede te delen dat er iets mis was en/of fraude was gepleegd met de bankpas(sen) en/of de rekening(en) en/of mede te delen dat een medewerker van de bank en/of politie langs zou komen om de bankpas(sen) op te halen en/of te vragen naar de pincode van de bankpas(sen) en/of
- naar de woning van voornoemde aangever(s) te gaan en/of zich daarbij voor te doen als een medewerker van de bank en/of medewerker van de politie die de (bank)pas(sen) en/of visacard en/of creditcard en/of randomreader en/of een of meer sier(a)d(en) en/of het geldbedrag komt ophalen en/of de pincode(s) in ontvangst te nemen, waardoor die aangevers werden bewogen tot afgifte van voornoemde goederen en/of gegevens;
2
hij, op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 7 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist en/of Woudenberg en/of Soest en/of Nijkerk, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) / goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten (een) bankpas(sen) en (een) bijbehorende pincode(s), tot het gebruik waarvan verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd en/of gemachtigd en/of bevoegd was/waren, te weten:
- op of omstreeks 14 december 2023, te Zeist, een geldbedrag van in totaal ongeveer 750 euro, toebehorende aan [benadeelde 2] (zaak 1) en/of
- op of omstreeks 7 december 2023, te Woudenberg, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 950 euro, toebehorende aan [benadeelde 3] (zaak 2) en/of
- op of omstreeks 8 december 2023, te Woudenberg, een geldbedrag van in totaal ongeveer 950 euro, toebehorende aan [benadeelde 4] (zaak 3) en/of
- op of omstreeks 9 december 2023, te Woudenberg, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 852 euro, toebehorende aan [benadeelde 5] (zaak 4) en/of
- op of omstreeks 14 december 2023, te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 1300 euro, toebehorende aan [benadeelde 6] (zaak 5) en/of
- op of omstreeks 15 december 2023 te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 2300 euro, toebehorende aan [benadeelde 1] (zaak 6) en/of
- op of omstreeks 18 december 2023 te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 850 euro, toebehorende aan [benadeelde 7] (zaak 7) en/of
- op of omstreeks 14 december 2023 te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal 630 euro, toebehorende aan [benadeelde 8] (zaak 8) en/of
- op of omstreeks 7 december 2023 te Woudenberg, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 850 euro, toebehorende aan [benadeelde 9] (zaak 9) en/of
- op of omstreeks 18 december 2023 te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 750 euro, toebehorende aan [benadeelde 10] (zaak 10) en/of
- op of omstreeks 12 december 2023 te Soest, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 950 euro, toebehorende aan [benadeelde 11] (zaak 11) en/of
- op of omstreeks 19 december 2023 te Nijkerk, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 659,50 euro, toebehorende aan [benadeelde 12] (zaak 12);
3
hij op of omstreeks 15 december 2023 te Zeist, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer siera(a)d(en), te weten twee gouden kettingen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, of door listige kunstgrepen, of door een samenweefsel van verdichtsels,​​​​​​ door:
- telefonisch contact op te nemen met deze [benadeelde 1] en/of zich hierbij voor te doen als bankmedewerker en/of (vervolgens) mede te delen dat er iets mis was met
de bankpas(sen) en/of mede te delen dat een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpas(sen) op te halen en/of
- naar de woning van deze [benadeelde 1] te gaan en/of zich daarbij voor te doen als een medewerker van de bank en/of te vragen naar sieraden en/of hierbij mede te delen dat deze nodig waren voor de verzekering;
4
hij op of omstreeks 15 december 2023 te Zeist, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een sieraad, te weten een zegelring, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 14 augustus 2024, genummerd 20240814.0849.2519, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 810. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.