ECLI:NL:RBMNE:2025:5066

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
16.005857.24, 10.020054.25 (gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting, diefstal en valsheid in geschrift met toepassing van jeugdstrafrecht

Op 26 september 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2004, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder oplichting, diefstal door middel van valse sleutels, en valsheid in geschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte kwetsbare ouderen heeft opgelicht door zich voor te doen als bankmedewerkers en hen te misleiden om hun bankpassen en pincodes af te geven. Dit leidde tot aanzienlijke financiële schade voor de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 330 dagen, waarvan 227 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 200 uur opgelegd. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen en beslag gelegd op in beslag genomen goederen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafoplegging, maar heeft ook rekening gehouden met de jonge leeftijd en de psychische problematiek van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16.005857.24, 10.020054.25 (gevoegd) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 september 2025
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [2004] te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 september 2025. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. J.P. Jansen en van wat de gemachtigd raadsman, mr. E. Bruijn, advocaat te Amsterdam, namens verdachte naar voren heeft gebracht. Daarnaast is mevrouw [A] van Slachtofferhulp Nederland namens een aantal benadeelde partijen aan het woord geweest. De strafzaak van verdachte is gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte] , die, eveneens bijgestaan door mr. E. Bruijn, ook ter terechtzitting aanwezig was.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 16.005857.24:
ten aanzien van feit 1:
in de periode van 7 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist, Woudenberg, Soest en/of Nijkerk, samen met een ander, zeven aangevers heeft opgelicht door hen te bellen, zich voor te doen als iemand anders en zo hun pinpassen en pincodes heeft verkregen;
ten aanzien van feit 2:
in dezelfde periode, samen met een ander, geld heeft opgenomen met de pinpassen van de aangevers van feit 1;
ten aanzien van feit 3:
op 15 december 2023 te Zeist, samen met een ander, terwijl zij zich voordeden als iemand anders, sieraden heeft gestolen bij één van de aangevers van feit 1 ( [benadeelde 1] );
ten aanzien van feit 4:
op 15 december 2023 te Zeist, samen met een ander, een sieraad heeft gestolen bij één van de aangevers van feit 1 ( [benadeelde 1] ).
Parketnummer 10.020054.25:
in de periode van 23 juni 2024 tot en met 2 oktober 2024 in Rotterdam, Den Haag en/of Schiedam twee vervalste VOG's (een digitale en een papieren versie) heeft ingestuurd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat de rechtbank de zaak inhoudelijk kan behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de bewezenverklaring.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte de tenlastegelegde feiten bekend heeft. De raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen: [1]
16.005857.24:
  • proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 januari 2024 (p. 652);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 2] d.d. 14 december 2023 (p. 133);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 3] d.d. 18 december 2023 (p. 209);
  • proces-verbaal van aangifte namens [benadeelde 4] d.d. 19 december 2023 (p. 273);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 1] d.d. 15 december 2023 (p. 299);
  • proces-verbaal van aangifte namens [benadeelde 5] d.d. 22 december 2023 (p. 349);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 6] d.d. 14 december 2023 (p. 406);
  • proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 7] d.d. 19 december 2023 (p. 595).
10.020054.25:
  • proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 januari 2025 (p. 18);
  • proces-verbaal van aangifte door [aangever] namens het Ministerie van Justitie en Veiligheid d.d. 14 november 2024 (p. 7).

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16.005857.24
1
op meerdere tijdstippen, in de periode van 8 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist en Woudenberg en Nijkerk en Almere, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen met het oogmerk om zich en/een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels:
- [benadeelde 2] op 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 1) en
- [benadeelde 3] op 8 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode en randomreader (zaak 3) en
- [benadeelde 4] op 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpassen en bijbehorende pincodes (zaak 5) en
- [benadeelde 1] op 15 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en visacard en bijbehorende pincodes en/of een geldbedrag (zaak 6) en
- [benadeelde 5] op 18 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 7) en
- [benadeelde 6] op 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode (zaak 8) en
- [benadeelde 7] op 19 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en bijbehorende pincode en sieraden en een geldbedrag van in totaal 600 euro (zaak 12)
- door telefonisch contact op te nemen met de hiervoor genoemde aangevers en zich hierbij voor te doen als bankmedewerker of als politiemedewerker en (vervolgens) mede te delen dat er iets mis was en/of fraude was gepleegd met de bankpas(sen) en/of de rekening(en) en/of mede te delen dat een medewerker van de bank of politie langs zou komen om de bankpas(sen) op te halen en te vragen naar de pincode van de bankpas(sen) en
- naar de woning van voornoemde aangevers te gaan en zich daarbij voor te doen als een medewerker van de bank of medewerker van de politie die de (bank)pas(sen) en visacard en creditcard en randomreader en een of meer sier(a)d(en) en het geldbedrag komt ophalen en de pincode(s) in ontvangst te nemen, waardoor die aangevers werden bewogen tot afgifte van voornoemde goederen en gegevens;
2
op een of meer tijdstip(pen), in de periode van 8 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist en Woudenberg en Nijkerk en Almere, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere geldbedragen geheel of ten dele toebehorende aan ander of anderen dan aan haar, verdachte, en haar mededader(s), waarbij zij, verdachte, en haar mededader(s) die weg te nemen geldbedragen (telkens) onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten bankpassen en bijbehorende pincodes tot het gebruik waarvan verdachte en haar mededader(s) niet gerechtigd en gemachtigd en bevoegd waren, te weten:
- op 14 december 2023, te Zeist, een geldbedrag van in totaal 750 euro, toebehorende aan [benadeelde 2] (zaak 1) en
- op 8 december 2023, te Woudenberg, een geldbedrag van in totaal 950 euro, toebehorende aan [benadeelde 3] (zaak 3) en
- op 14 december 2023, te Zeist, een geldbedrag van in totaal 1300 euro, toebehorende aan [benadeelde 4] (zaak 5) en
- op 15 december 2023 te Zeist, een geldbedrag van in totaal 2300 euro, toebehorende aan [benadeelde 1] (zaak 6) en/of
- op of omstreeks 18 december 2023 te Zeist, (een) geldbedrag van in totaal 850 euro, toebehorende aan [benadeelde 5] (zaak 7) en
- op 14 december 2023 te Zeist, een geldbedrag van in totaal 630 euro, toebehorende aan [benadeelde 6] (zaak 8) en
- op 19 december 2023 te Nijkerk, een geldbedrag van in totaal 659,50 euro, toebehorende aan [benadeelde 7] (zaak 12);
3
op 15 december 2023 te Zeist, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, sieraden, te weten twee gouden kettingen die geheel aan [benadeelde 1] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en haar mededader(s) die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, of door listige
kunstgrepen, of door een samenweefsel van verdichtsels, door:
- telefonisch contact op te nemen met deze [benadeelde 1] en zich hierbij voor te doen als bankmedewerker en (vervolgens) mede te delen dat er iets mis was met de bankpas(sen) en mede te delen dat een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpas(sen) op te halen en
- naar de woning van deze [benadeelde 1] te gaan en zich daarbij voor te doen als een medewerker van de bank en te vragen naar sieraden en hierbij mede te delen dat deze nodig waren voor de verzekering;
4
op 15 december 2023 te Zeist, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een sieraad, te weten een zegelring die geheel aan [benadeelde 1] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
10.020054.25
op een of meerdere tijdstippen in de periode van 23 juni 2024 tot en met 2 oktober 2024, te Rotterdam en 's-Gravenhage en Schiedam meermalen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten (een kopie van) een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) als ware het echt en onvervalst, door (die kopie van) die Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te verstrekken aan de [naam] ten behoeve van het volgen van een opleiding.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16.005857.24
feit 1: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid;
feit 4: diefstal door twee of meer verenigde personen;
10.020054.25:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een jeugddetentie van 330 dagen (met aftrek van het voorarrest) waarvan 227 dagen voorwaardelijk, een proeftijd van twee jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Reclassering. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd om verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 160 uur op te legen, waarbij geldt dat indien de werkstraf niet of niet naar behoren verricht wordt, er 80 dagen vervangende jeugddetentie tegenover staan.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de strafeis van de officier van justitie. Hij heeft daarbij nog wel benadrukt dat bij verdachte kwetsbaar is en kampt met psychische problematiek, waardoor hupverlening inderdaad van belang is.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
De rechtbank stelt voorop dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hele nare strafbare feiten. Zij heeft, samen met haar medeverdachte, kwetsbare oudere mensen opgelicht en ervoor gezorgd dat zij hun pinpassen en pincodes hebben afgegeven. Door vervolgens met die pinpassen geldbedragen te pinnen, hebben de verdachten veel geld buitgemaakt. Maar het gaat veel verder dan ‘alleen’ het geld: de verdachten hebben op brutale en geraffineerde wijze ontzettend veel angst en leed veroorzaakt bij de slachtoffers. Bij meerdere slachtoffers zijn ook sieraden weggenomen en bij één van de aangevers ook een zegelring die was gemaakt van de trouwringen van hem en zijn overleden vrouw. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat zij alleen maar bezig is geweest met haar eigen financiële belangen en niet hebben stilgestaan bij de grote, ook emotionele, gevolgen die dat voor de slachtoffers heeft gehad. De slachtoffers zijn tot op de dag van vandaag angstig, boos en verdrietig en zijn door het toedoen van de verdachten een fundamenteel gevoel van vertrouwen kwijtgeraakt.
Daarnaast heeft verdachte gebruik heeft gemaakt van een vervalste Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) om toegelaten te kunnen worden tot een opleiding in de zorg. De rechtbank vindt ook dit een heel kwalijk feit, omdat verdachte daarmee het vertrouwen dat in de juistheid en authenticiteit van dergelijke officiële documenten moet kunnen worden gesteld heeft geschonden.
Strafblad
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie (het strafblad) van de verdachte van 6 september 2025. Hieruit blijkt dat zij niet eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten of fraude.
Persoonlijke omstandigheden
Er is door de Reclassering een rapport opgemaakt over verdachte op 29 juli 2025. De Reclassering stelt dat verdachte een autismespectrumstoornis heeft, goede wil lijkt te hebben om een delictvrij leven op te bouwen en redelijk goed heeft meegewerkt aan het toezicht gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis. Er zijn echter nog wel zorgen en het is voor de Reclassering duidelijk dat verdachte baat heeft bij (verdere) hulp, behandeling en begeleiding. Daarom wordt een (deels) voorwaardelijke straf geadviseerd met een aantal bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de Reclassering, meewerken aan diagnostiek en ambulante behandeling en tenslotte het volgen van onderwijs.
Jeugdstrafrecht
De Reclassering adviseert om het adolescentenstrafrecht toe te passen. Daarbij heeft de reclassering meegewogen dat verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten 19 jaar oud was, nog bij haar moeder woonde en een autismespectrumstoornis heeft. De Reclassering stelt vast dat verdachte sterk beïnvloedbaar is en nog veel baat heeft bij de pedagogische invloed en ondersteuning van haar moeder en oma. De rechtbank kan zich vinden in bovenstaande overwegingen en conclusie van de Reclassering en zal in navolging daarvan het jeugdstrafrecht toepassen in deze strafzaak.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat hoeveelheid en de ernst van de feiten die verdachte heeft gepleegd in principe de oplegging van een onvoorwaardelijke jeugddetentie rechtvaardigen. Daarbij weegt de rechtbank ook mee dat verdachte weliswaar een bekennende verklaring heeft afgelegd, maar haar eigen rol daarbij lijkt af te zwakken, terwijl die rol naar het oordeel van de rechtbank aanzienlijk is geweest. Aan de andere kant ziet de rechtbank ook dat verdachte jong is, geen strafblad heeft en nog een hele toekomst voor zich heeft.
De rechtbank zal verdachte daarom veroordelen tot een jeugddetentie van 330 dagen (met aftrek van het voorarrest) waarvan een gedeelte van 227 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Zij hoeft dus niet (terug) de jeugdgevangenis in, maar ze moet zich gedurende de proeftijd wel houden aan de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Reclassering. De precieze invulling van de bijzondere voorwaarden staat in het dictum van dit vonnis. De rechtbank hoopt dat verdachte zich op de toekomst gaat richten, met de begeleiding van de Reclassering een nieuwe weg zal inslaan en niet opnieuw zal vervallen in het plegen van strafbare feiten.
De rechtbank is echter van oordeel dat verdachte ook de consequenties van haar gedrag moet voelen en dat niet met alleen een voorwaardelijke straf kan worden volstaan. Daarom zal de rechtbank, naast de voorwaardelijke jeugddetentie, nog een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 200 uur opleggen. Dat is de maximale werkstraf in het jeugdstrafrecht. Als verdachte deze werkstraf niet of niet naar behoren verricht, staan daar 100 dagen jeugddetentie tegenover.
Voorlopige hechtenis
Nu de rechtbank beslist dat verdachte niet terug hoeft naar de jeugdgevangenis zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen telefoon (een iPhone 15) verbeurd moet worden verklaard en dat de inbeslaggenomen bankpas van de ING Bank kan worden teruggegeven aan de rechthebbende.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten een iPhone 15, verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp zijn de bewezen verklaarde feiten begaan. Daarnaast zal de rechtbank de teruggave gelasten van het in beslag genomen voorwerp, te weten de bankpas van ING bank, aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van dit voorwerp kan worden aangemerkt.

10.BENADEELDE PARTIJEN

[B] namens ABN AMRO bank
[B] heeft namens ABN AMRO bank een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 1609,50 euro (materiele schade). Hierbij gaat het om slachtoffers [benadeelde 8] en [benadeelde 7] . Daarnaast wordt er 240,00 euro aan onderzoekskosten gevorderd.
[benadeelde 8][benadeelde 8] heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 950,00 euro (materiele schade).
[benadeelde 9]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 950,00 euro (materiële schade) en 500,00 euro (immateriële schade).
[C] namens ING bank
[C] heeft namens ING bank een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 4552,00 euro (materiele schade). Hierbij gaat het om slachtoffers [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 6] , [benadeelde 2] , [benadeelde 4] en [benadeelde 12] . Daarnaast wordt er 720,00 euro aan onderzoekskosten gevorderd.
[benadeelde 4]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 1304,95 euro (materiele schade) en 500,00 euro (immateriële schade).
[benadeelde 1]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 5754,38 euro (materiele schade) en 600,00 euro (immateriële schade).
[D] namens Rabobank
[D] heeft namens Rabobank een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 2140,00 euro (materiele schade). Hierbij gaat het om slachtoffers [benadeelde 3] en [benadeelde 9] . Daarnaast wordt er 240,00 euro aan onderzoekskosten gevorderd.
[benadeelde 2]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 750,00 euro (materiele schade).
[benadeelde 6]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 500,00 euro (immateriële schade).
[benadeelde 3]
heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van 19,95 euro (materiele schade).
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
ABN AMRO bank
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 8]De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de schade van deze benadeelde partij al is vergoed door de ABN AMRO bank. Daarmee is de benadeelde partij al schadeloos gesteld en dient om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard.
[benadeelde 9]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de materiële schade al is vergoed door de Rabobank en dat de benadeelde partij voor dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. De gevorderde immateriële schade is toewijsbaar voor een bedrag van 500,00 euro, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
ING bank
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [C] niet is gemachtigd door ING bank om de vordering in te dienen en om die reden niet-ontvankelijk verklaart dient te worden.
[benadeelde 4]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 1]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Rabobank
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 2]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de schade van deze benadeelde partij al is vergoed door de ING bank. Daarmee is de benadeelde partij al schadeloos gesteld en dient om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
[benadeelde 6]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 3]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal en hoofdelijk kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de ingediende vorderingen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat vaststaat dat de benadeelde partijen door het toedoen van verdachte en haar medeverdachte rechtstreekse schade hebben geleden. Wat betreft de materiele schade betreft dat de geldbedragen die met de weggenomen pinpassen zijn gepind en daarnaast zijn er bij sommige benadeelde partijen ook sieraden weggenomen. Daarnaast hebben sommige partijen immateriële schade gevorderd. De verdediging heeft de gestelde schade niet betwist. De rechtbank zal de vorderingen toewijzen zoals door de officier van justitie is verzocht.
ABN AMRO bank
De rechtbank zal de vordering van ABN AMRO bank deels toewijzen voor zover deze ziet op vergoeding van schade aan die de bank [benadeelde 7] (659,50 euro) en onderzoekskosten (240,00 euro). De rechtbank zal de toegewezen bedragen vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2024 (met betrekking tot de schade van [benadeelde 7] ) tot de dag van volledige betaling en 7 december 2023 (met betrekking tot de onderzoekskosten) tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade die ziet op benadeelde partij [benadeelde 7] en de onderzoekskosten naar burgerlijk recht met haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal ten aanzien van de bank geen schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Deze maatregel is bedoeld om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van de
schadevergoeding. Een rechtspersoon mag in beginsel geacht worden zelf de wegen te
kennen om een vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijke persoon.
De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van dit beginsel af te wijken.
[benadeelde 8]
Betrokkenheid van verdachte is jegens [benadeelde 8] niet bewezen. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Proceskosten
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
[benadeelde 9]
Betrokkenheid van verdachte is jegens [benadeelde 9] niet bewezen. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Proceskosten
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
ING bank
De rechtbank stelt vast dat uit de ingestelde vordering niet blijkt dat [C] is gemachtigd om namens de ING bank een vordering in te dienen. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu de vordering niet op de door de wet voorgeschreven wijze is ingediend. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Proceskosten
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
[benadeelde 4]
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 4] integraal toewijzen te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 4] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van 1.804,95 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal geen gijzeling worden toegepast.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 4] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[benadeelde 1]
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 1] integraal toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van 6.354,38 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal geen gijzeling worden toegepast.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Rabobank
De rechtbank zal de vordering van Rabobank deels toewijzen voor zover deze ziet op schade die de bank heeft vergoed aan de benadeelde partij [benadeelde 3] (950,00 euro) en onderzoekskosten (240,00 euro). De rechtbank zal de toegewezen bedragen vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2024 (met betrekking tot de schade van [benadeelde 3] ) en 8 december 2023 met betrekking tot de onderzoekskosten.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade die ziet op benadeelde partij [benadeelde 3] en de onderzoekskosten naar burgerlijk recht met haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal ten aanzien van de bank geen schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Deze maatregel is bedoeld om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van de
schadevergoeding. Een rechtspersoon mag in beginsel geacht worden zelf de wegen te
kennen om een vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijke persoon.
De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van dit beginsel af te wijken.
[benadeelde 2]
De rechtbank stelt vast dat de schade van [benadeelde 2] al is vergoed door de ING bank. Daarmee is de benadeelde partij al schadeloos gesteld. De rechtbank zal de vordering daarom afwijzen.
Proceskosten
Nu de vordering van de benadeelde partij wordt afgewezen, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
[benadeelde 6]
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 6] integraal toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 6] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van 500,00 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, wordt geen gijzeling toegepast.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 6] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[benadeelde 3]
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 3] van 19,95 euro integraal toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 3] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van 19,95 euro, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal geen gijzeling worden toegepast.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 3] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 77c, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 225, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar.
Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat van de jeugddetentie een
  • stelt daarbij een
  • als
  • stelt de volgende

Meldplicht bij de Reclassering (na afspraak)
Verdachte meldt zich op afspraken met de Reclassering van het Leger des Heils te Rotterdam, zo vaak en zolang de Reclassering dat nodig vindt. De Reclassering zal contact met verdachte opnemen voor een nieuwe afspraak.

Ambulante behandeling
Verdachte laat zich diagnosticeren en (indien dat noodzakelijk blijkt uit het diagnostisch onderzoek) behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de Reclassering. De behandeling start zo snel als mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de Reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.

Volgen van onderwijs (Jeugdstrafrecht)
Verdachte spant zich gedurende het toezicht in voor het volgen en voltooien van een passende opleiding, met als doel een startkwalificatie te behalen. Verdachte geeft openheid aan de Reclassering over de voortgang van haar opleiding.
- waarbij de volwassen Reclassering van het Leger des Heils opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;.
  • veroordeelt verdachte tot een taakstraf in de vorm van een
  • beveelt dat voor het geval verdachte de werkstraf niet of niet naar behoren verricht de werkstraf wordt vervangen door 100 dagen jeugddetentie.
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Benadeelde partijen
ABN AMRO bank (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van ABN AMRO bank deels toe, tot een bedrag van 899,50 euro, als volgt;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk met haar mededaders tot betaling van een bedrag van 899,50 euro (voor de schade die ziet op benadeelde partij [benadeelde 7] en de onderzoekskosten), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2024 over het bedrag van 659,50 euro en vanaf 7 december 2023 over 240,00 euro, tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
[benadeelde 8]
  • verklaart [benadeelde 8] niet-ontvankelijk in de vordering;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
[benadeelde 9]
  • verklaart [benadeelde 9] niet-ontvankelijk in de vordering;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
ING bank (feit 1, feit 2)
  • verklaart ING bank niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
[benadeelde 4] (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van [benadeelde 4] integraal toe, dus tot een bedrag van 1.804,95 euro;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat 1.804,95 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling wordt geen gijzeling toegepast;
  • bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
[benadeelde 1] (feit 1, feit 2, feit 3, feit 4)
  • wijst de vordering van [benadeelde 1] integraal toe, dus tot een bedrag van 6.354,38 euro;
  • veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat 6.354,38 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling wordt geen gijzeling toegepast;
  • bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Rabobank (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van Rabobank toe tot een bedrag van 1.190,00 euro als volgt;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk met haar mededaders tot betaling van een bedrag van 950,00 euro (voor de schade die is vergoed aan benadeelde partij [benadeelde 3] ), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2024 tot de dag van de algehele voldoening;
  • een bedrag van 240,00 euro (voor de onderzoekskosten) vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
[benadeelde 2] (feit 1, feit 2)
  • wijst af de vordering van [benadeelde 2] ;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt.
[benadeelde 6] (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van [benadeelde 6] integraal toe, dus tot een bedrag van 500,00 euro;
  • veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 6] aan de Staat 500,00 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling wordt geen gijzeling toegepast;
  • bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
[benadeelde 3] (feit 1, feit 2)
  • wijst de vordering van [benadeelde 3] integraal toe, dus tot een bedrag van 19,95 euro;
  • veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat 19,95 euro te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling wordt geen gijzeling toegepast;
  • bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Beslag
  • verklaart het volgende voorwerp verbeurd: 1 STK Telefoontoestel (G3282800, blauw, merk: Apple);
  • gelast de teruggave aan de rechthebbende van het volgende voorwerp: ING bankpas.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.R.H. Koekoek, voorzitter en tevens kinderrechter, mr. O. Böhmer en mr. G.M.C. Klink, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Besselink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 september 2025.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16.005857.24
1
zij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 8 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist en/of Woudenberg en/of Nijkerk en/of Almere, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- [benadeelde 2] op of omstreeks 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of
bijbehorende pincode (zaak 1) en/of
- [benadeelde 3] op of omstreeks 8 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of
bijbehorende pincode en/of randomreader (zaak 3) en/of
- [benadeelde 4] op of omstreeks 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten (de)
bankpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) (zaak 5) en/of
- [benadeelde 1] op of omstreeks 15 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of visacard en/of bijbehorende pincode(s) en/of een geldbedrag (zaak 6) en/of
- [benadeelde 5] op of omstreeks 18 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 7) en/of
- [benadeelde 6] op of omstreeks 14 december 2023 heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode (zaak 8) en/of
- [benadeelde 7] op of omstreeks 19 december 2023 heeft bewogen tot afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de bankpas en/of bijbehorende pincode en/of een of meer siera(a)d(en) en/of een geldbedrag van in totaal ongeveer 600 euro (zaak 12)
- door telefonisch contact op te nemen met de hiervoor genoemde aangevers en/of zich hierbij voor te doen als bankmedewerker en/of als politiemedewerker en/of (vervolgens) mede te delen dat er iets mis was en/of fraude was gepleegd met de bankpas(sen) en/of de rekening(en) en/of mede te delen dat een medewerker van de bank en/of politie langs zou komen om de bankpas(sen) op te halen en/of te vragen naar de pincode van de bankpas(sen) en/of
- naar de woning van voornoemde aangever(s) te gaan en/of zich daarbij voor te doen als een medewerker van de bank en/of medewerker van de politie die de (bank)pas(sen) en/of visacard en/of creditcard en/of randomreader en/of een of meer sier(a)d(en) en/of het geldbedrag komt ophalen en/of de pincode(s) in ontvangst te nemen, waardoor die aangevers werden bewogen tot afgifte van voornoemde goederen en/of gegeven;
2
zij, op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 8 december 2023 tot en met 19 december 2023 te Zeist en/of Woudenberg en/of Nijkerk en/of Almere, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan ander of anderen dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s), waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) / goed(eren) (telkens) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten (een) bankpas(sen) en (een) bijbehorende pincode(s), tot het gebruik waarvan verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd en/of gemachtigd en/of bevoegd was/waren, te weten:
- op of omstreeks 14 december 2023, te Zeist, een geldbedrag van in totaal ongeveer 750 euro, toebehorende aan [benadeelde 2] (zaak 1) en/of
- op of omstreeks 8 december 2023, te Woudenberg, een geldbedrag van in totaal ongeveer 950 euro, toebehorende aan [benadeelde 3] (zaak 3) en/of
- op of omstreeks 14 december 2023, te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 1300 euro, toebehorende aan [benadeelde 4] (zaak 5) en/of
- op of omstreeks 15 december 2023 te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 2300 euro, toebehorende aan [benadeelde 1] (zaak 6) en/of
- op of omstreeks 18 december 2023 te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 850 euro, toebehorende aan [benadeelde 5] (zaak 7) en/of
- op of omstreeks 14 december 2023 te Zeist, (een) geldbedrag(en) van in totaal 630 euro, toebehorende aan [benadeelde 6] (zaak 8) en/of
- op of omstreeks 19 december 2023 te Nijkerk, (een) geldbedrag(en) van in totaal
ongeveer 659,50 euro, toebehorende aan [benadeelde 7] (zaak 12);
3
zij op of omstreeks 15 december 2023 te Zeist, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, sieraden, te weten twee gouden kettingen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, of door listige
kunstgrepen, of door een samenweefsel van verdichtsels, door:
- telefonisch contact op te nemen met deze [benadeelde 1] en/of zich hierbij voor te doen als bankmedewerker en/of (vervolgens) mede te delen dat er iets mis was met de bankpas(sen) en/of mede te delen dat een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpas(sen) op te halen en/of
- naar de woning van deze [benadeelde 1] te gaan en/of zich daarbij voor te doen als een medewerker van de bank en/of te vragen naar sieraden en/of hierbij mede te delen dat deze nodig waren voor de verzekering;
4
zij op of omstreeks 15 december 2023 te Zeist, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een sieraad, te weten een zegelring, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
10.020054.25
zij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 23 juni 2024 tot
en met 2 oktober 2024, te Rotterdam en/of 's-Gravenhage en/of Schiedam, althans
in Nederland, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten (een kopie van) een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) als ware het echt en onvervalst, door (die kopie van) die Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te verstrekken aan de [naam] ten behoeve van het volgen van een opleiding.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 14 augustus 2024, genummerd 20240814.0849.2519, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 810 en een proces-verbaal van 23 januari 2025,genummerd PL1700-2024382652, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 28. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.