I. ontbinding van de huurovereenkomst betreffende de woning staande en gelegen te [plaats] aan de [adres 2] ;
II. [gedaagde] te veroordelen tot ontruiming van de woning te [plaats] aan het adres [adres 2] binnen drie dagen na betekening van het vonnis met alle zich daarin bevindende personen en zaken onder afgifte van de sleutels en ter vrije beschikking te stellen aan [eisers c.s] ;
III. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 31.386,72 ten titel van huur, rente en incassokosten, te verminderen met eventuele betalingen, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 30.725,25 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. [gedaagde] te veroordelen tot betaling een bedrag van € 904,86 per maand, voor de woning met verder aanhorigheden, zijnde de periodiek door gedaagde verschuldigde huurverplichting, te rekenen vanaf 30 juni 2024 tot aan het tijdstip van ontbinding van de huurovereenkomst;
V. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van schadevergoeding een bedrag ad. € 904,86 per maand voor de woning met verder aanhorigheden, voor elke maand of gedeelte daarvan dat gedaagde in gebreke blijft het gehuurde te ontruimen en ter beschikking van [eisers c.s] te stellen, zulks ingaande op het tijdstip waarop onderhavige huurovereenkomst door wordt beëindigd;
VI. te verklaren voor recht dat er tussen [overledene] en [gedaagde] geen algemene verrekeningsafspraak is gemaakt of aannemingsovereenkomst met betrekking tot de onderhoudswerkzaamheden aan de woning [adres 2] te [plaats] (hierna: [adres 2] ) tot stand is gekomen, althans dat deze algemene afspraak thans is vernietigd;
VII. te verklaren voor recht dat er tussen [eiser sub 1] en [gedaagde] geen (aanvullende) aannemingsovereenkomst [adres 2] met verrekeningsbeding bestaat, dat hiertoe de essentialia ontbreken om van de (aanvullende) aannemingsovereenkomst te kunnen spreken, althans deze (aanvullende) aannemingsovereenkomst thans is vernietigd op basis van het gestelde wilsgebrek: dwang en/of bedrog en/of misbruik van omstandigheden;
VIII. te verklaren voor recht dat [gedaagde] geen verrekeningsbevoegdheid toekomt nu hij geen opeisbare vordering te verrekenen heeft op [eisers c.s] ;
IX. te verklaren voor recht dat de aannemingsovereenkomst [adres 2] i.v.m. niet tijdige oplevering is ontbonden en [eisers c.s] niet gehouden is tot betaling van enige vergoeding;
X. [gedaagde] te veroordelen tot terugbetaling van € 27.150,00 (voorschot ad. € 18.150,00 en factuur d.d. 06-12-2022 € 9.000,00), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf: 11-11-2024;
XI. te verklaren voor recht dat als [gedaagde] een verrekenbare vordering heeft op [eisers c.s] , de aanneemsom als vermeld in paragraaf 20 van de CVA reeds volledig is voldaan, en het alsdan resterende bedrag ad. € 27.852,25 / € 37.477,25, voldoende is om tot de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst te komen en de gerechtelijke ontruiming van de woning toe te wijzen;
XII. met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.