ECLI:NL:RBMNE:2025:5076

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
11556999 \ MC EXPL 25-990
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake betaling tandheelkundige kosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een verzet van [opposant] tegen een verstekvonnis van 19 oktober 2011, waarbij hij was veroordeeld tot betaling van € 47,10 voor een tandheelkundige behandeling aan Infomedics B.V. [opposant] heeft tegen dit vonnis verzet ingesteld, omdat hij nooit de behandeling heeft ondergaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld, aangezien de betekening van het verstekvonnis niet correct heeft plaatsgevonden. De deurwaarder heeft het vonnis op 27 november 2024 betekend, maar niet in persoon, waardoor de verzettermijn pas op 22 januari 2025 is aangevangen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Infomedics niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering en heeft het verstekvonnis vernietigd. De oorspronkelijke vorderingen van Infomedics zijn afgewezen, en [opposant] is ontheven van de veroordelingen uit het verstekvonnis. Tevens is de vordering in reconventie van [opposant] tot betaling van buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat deze niet onderbouwd was. Infomedics is veroordeeld in de proceskosten van de verstek- en verzetprocedure, terwijl [opposant] de proceskosten in reconventie moet dragen, die op nihil zijn begroot.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
Zaaknummer: 11556999 \ MC EXPL 25-990 D/51246
Vonnis van 16 juli 2025
in de zaak van
[opposant],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie in het verzet,
oorspronkelijk gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [opposant] ,
gemachtigde: de heer C. Ceder,
tegen
de besloten vennootschap
INFOMEDICS B.V.,
mede handelend onder de namen Infomedics Factoring, Uwnota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
gevestigd te Almere,
gedaagde partij in conventie in het verzet,
oorspronkelijk eisende partij,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: mr. H.R. Yücesan.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de oorspronkelijke dagvaarding van 18 juli 2011;
- het verstekvonnis van 19 oktober 2011;
- de verzetdagvaarding (ook wel conclusie van antwoord in conventie) met eis in reconventie van 11 februari 2025;
- de conclusie van antwoord in het verzet (ook wel conclusie van repliek in conventie) met de conclusie van antwoord in reconventie;
- de conclusie van repliek in het verzet (ook wel conclusie van dupliek in conventie) met de conclusie van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
De kantonrechter heeft bepaald dat hij schriftelijk uitspraak zal doen.

2.De kern van de zaak

2.1.
[opposant] is bij verstekvonnis van 19 oktober 2011 van de rechtbank ZwolleLelystad, locatie Lelystad, veroordeeld om een bedrag van € 47,10 voor een tandheelkundige behandeling met rente en proceskosten aan Infomedics te betalen. [opposant] is tegen dit vonnis in verzet gekomen. Dat verzet is gegrond. De kantonrechter zal in conventie het verstekvonnis vernietigen en de oorspronkelijke vorderingen van Infomedics afwijzen. [opposant] vordert in reconventie betaling van een bedrag van € 450,- aan buitengerechtelijke kosten. Die vordering is niet onderbouwd en zal daarom worden afgewezen.

3.De beoordeling

in conventie en in reconventie
De betekening van het verstekvonnis
3.1.
Ten tijde van het verstekvonnis van 19 oktober 2011 stond [opposant] bij de gemeente [gemeente 1] geregistreerd als ‘vertrokken onbekend waarheen’ (VOW). Het verstekvonnis is daarom niet direct betekend. De deurwaarder heeft het dossier in juli 2024 heropend en heeft toen de Basisregistratie Personen (BRP) geraadpleegd. [opposant] stond op dat moment ingeschreven op een adres in de gemeente [gemeente 2] . Het verstekvonnis is op 27 november 2024 op dat adres aan [opposant] betekend.
[opposant] is ontvankelijk in zijn verzet
3.2.
Infomedics voert aan dat [opposant] niet-ontvankelijk is, omdat hij te laat verzet heeft ingesteld. Dit verweer faalt. Op grond van artikel 143 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) moet verzet tegen een veroordeling bij verstek worden gedaan binnen vier weken na betekening van het vonnis in persoon of van enige uit kracht daarvan opgemaakte of ter uitvoering daarvan strekkende akte aan de veroordeelde in persoon, of na het plegen door deze van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is. Op grond van artikel 143 lid 3 Rv vangt de termijn waarbinnen het verzet moet worden gedaan, aan op de dag waarop het vonnis ten uitvoer is gelegd. De deurwaarder heeft het verstekvonnis op 27 november 2024 in een gesloten envelop op het adres van [opposant] achtergelaten. Het verstekvonnis is dus niet in persoon betekend. Van de andere gevallen uit artikel 143 lid 2 en lid 3 Rv is ook geen sprake. Volgens [opposant] heeft hij pas op 22 januari 2025 kennisgenomen van de inhoud van het verstekvonnis. Naar het oordeel van de kantonrechter is op die datum de verzettermijn aangevangen. De verzetdagvaarding is uitgebracht op 11 februari 2025, dus binnen vier weken na aanvang van de verzettermijn. Dat betekent dat [opposant] tijdig verzet heeft ingesteld.
3.3.
Infomedics voert ook aan dat [opposant] zijn klachtplicht heeft geschonden en daarom niet-ontvankelijk is. De kantonrechter volgt dit standpunt niet. Binnen welke termijn [opposant] tegen het verstekvonnis moet opkomen, is geregeld in artikel 143 lid 2 en lid 3 Rv. Die termijn is nageleefd, zoals hiervoor al is besproken.
3.4.
Infomedics voert verder nog aan dat ontvankelijkheid van [opposant] in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid. Volgens Infomedics ontstaan er voor haar procesrechtelijke complicaties, omdat zij door het tijdsverloop niet meer in het bezit is van de relevante (bewijs)stukken. Dit verweer kan Infomedics niet helpen. Het is aan Infomedics om – ongeacht de wettelijke bewaartermijn – de benodigde (bewijs)stukken te bewaren in een zaak waarin zij nog een te executeren vonnis heeft. Dat geldt ook als de veroordeelde partij (tijdelijk) niet staat ingeschreven in het BRP en het verstekvonnis daardoor (in eerste instantie) niet kan worden betekend. Na betekening kan de veroordeelde partij verzet instellen. Infomedics moet in dat geval haar oorspronkelijke vorderingen kunnen onderbouwen (voor zover zij dat in de oorspronkelijke dagvaarding niet al had gedaan).
3.5.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat [opposant] ontvankelijk is in zijn verzet. Hierna zal de kantonrechter de oorspronkelijke vorderingen van Infomedics beoordelen.
De vorderingen van Infomedics worden alsnog afgewezen
3.6.
[opposant] voert aan dat hij de tandheelkundige behandeling nooit heeft ondergaan en dat het bedrag van € 47,10 daarom ten onrechte in rekening is gebracht. Gelet op deze betwisting lag het op de weg van Infomedics om haar vordering verder (met stukken) te onderbouwen. Dat heeft Infomedics niet gedaan. Zij heeft de onderliggende factuur van de behandeling niet bij de oorspronkelijke dagvaarding ingediend. Volgens Infomedics kan zij die factuur ook niet meer produceren en heeft zij geen andere gegevens meer over de behandeling. Daarmee is niet komen vast te staan dat [opposant] de behandeling daadwerkelijk heeft ondergaan. [opposant] hoeft daarom het bedrag van € 47,10 en de wettelijke rente daarover niet aan Infomedics te betalen. De overige standpunten van partijen (waaronder standpunten over verjaring en cessie) kunnen onbesproken blijven.
3.7.
De kantonrechter zal het verzet van [opposant] gegrond verklaren, het verstekvonnis van 19 oktober 2011 vernietigen en [opposant] ontheffen van de in het verstekvonnis uitgesproken veroordelingen. De vorderingen van Infomedics zullen alsnog worden afgewezen.
Infomedics hoeft [opposant] geen buitengerechtelijke kosten te betalen
3.8.
[opposant] vordert in reconventie dat Infomedics wordt veroordeeld om € 450,- aan buitengerechtelijke kosten te betalen. De kantonrechter zal deze vordering afwijzen. Uit niets blijkt dat [opposant] daadwerkelijk buitengerechtelijke werkzaamheden heeft gericht en dat hij hiervoor kosten heeft gemaakt die niet onder de proceskostenveroordeling vallen.
Proceskosten in conventie
3.9.
Infomedics heeft ongelijk gekregen en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) in de verstek- en verzetprocedure betalen. Dit betekent dat Infomedics haar eigen proceskosten moet dragen en de proceskosten van [opposant] aan hem moet betalen. De kosten voor het betekenen van het verstekvonnis en het uitbrengen van de verzetdagvaarding komen op grond van artikel 141 Rv voor rekening van [opposant] zelf, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat [opposant] in eerste instantie niet is verschenen. De proceskosten van [opposant] worden verder begroot op:
- salaris gemachtigde
40,00
(1 punt × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
60,00
Proceskosten in reconventie
3.10.
[opposant] heeft ongelijk gekregen en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op nihil (nul), omdat de vordering in reconventie geen substantieel meerwerk heeft opgeleverd voor de gemachtigde van Infomedics.

4.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
4.1.
verklaart het verzet van [opposant] gegrond;
4.2.
vernietigt het verstekvonnis van 19 oktober 2011 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, in de zaak met zaaknummer 565804 CV EXPL 11-10863 en ontheft [opposant] van de veroordelingen die uit dat vonnis voortvloeien;
en opnieuw rechtdoende:
4.3.
wijst de vorderingen van Infomedics af;
4.4.
veroordeelt Infomedics in de kosten van de verstek- en verzetprocedure (met uitzondering van de kosten van het betekenen van het verstekvonnis en van het uitbrengen van de verzetdagvaarding) begroot op € 60,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Infomedics niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Infomedics ook de kosten van betekening betalen;
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
4.7.
wijst de vordering van [opposant] af;
4.8.
veroordeelt [opposant] in de proceskosten van Infomedics, begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025.