In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een verzet van [opposant] tegen een verstekvonnis van 19 oktober 2011, waarbij hij was veroordeeld tot betaling van € 47,10 voor een tandheelkundige behandeling aan Infomedics B.V. [opposant] heeft tegen dit vonnis verzet ingesteld, omdat hij nooit de behandeling heeft ondergaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld, aangezien de betekening van het verstekvonnis niet correct heeft plaatsgevonden. De deurwaarder heeft het vonnis op 27 november 2024 betekend, maar niet in persoon, waardoor de verzettermijn pas op 22 januari 2025 is aangevangen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Infomedics niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering en heeft het verstekvonnis vernietigd. De oorspronkelijke vorderingen van Infomedics zijn afgewezen, en [opposant] is ontheven van de veroordelingen uit het verstekvonnis. Tevens is de vordering in reconventie van [opposant] tot betaling van buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat deze niet onderbouwd was. Infomedics is veroordeeld in de proceskosten van de verstek- en verzetprocedure, terwijl [opposant] de proceskosten in reconventie moet dragen, die op nihil zijn begroot.