ECLI:NL:RBMNE:2025:5098

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 september 2025
Publicatiedatum
29 september 2025
Zaaknummer
11689902
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen voor autoreparatie en APK keuring

In deze zaak vordert eiseres betaling van gedaagde voor onbetaalde facturen die voortvloeien uit werkzaamheden aan een auto, die door de ex-partner van gedaagde bij eiseres zijn gebracht voor reparatie en APK-keuring. Gedaagde, eigenaar van een eenmanszaak, stelt dat zij geen toestemming heeft gegeven voor de werkzaamheden en dat de ex-partner niet namens haar handelde. De kantonrechter heeft de zaak op 19 september 2025 behandeld en oordeelt dat gedaagde niet verplicht is de facturen te betalen. De kantonrechter concludeert dat er geen sprake is van een schijn van volmachtverlening, omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de ex-partner van gedaagde bevoegd was om de overeenkomst aan te gaan. Ook het beroep op zaakwaarneming en ongerechtvaardigde verrijking wordt afgewezen. Eiseres wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van gedaagde vergoeden, die in totaal € 677,00 bedragen. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11689902 \ UC EXPL 25-4080
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 19 september 2025
in de zaak van
[eiseres],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: M.E. Jacobs,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. R.S. Rabarison.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Utrecht.
De zaak wordt behandeld door mr. A.A.T. Werner, kantonrechter, bijgestaan door mr. R. van de Meent als griffier.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft de volgende stukken ontvangen en gelezen:
- de dagvaarding van 28 april 2025,
- de conclusie van antwoord van 11 juni 2025.
1.2.
Op 19 september 2025 is de zaak besproken tijdens een mondelinge behandeling, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Daarbij was namens [eiseres] de heer [A] aanwezig, met de gemachtigde van [eiseres] , mevrouw M.E. Jacobs. Mevrouw [gedaagde] was ook aanwezig met haar gemachtigde, mr. R.S. Rabarison.
1.3.
Na sluiting van de inhoudelijke behandeling heeft de kantonrechter op zitting mondeling uitspraak gedaan. Die mondelinge uitspraak is hieronder opgenomen onder paragraaf 3 en 4. Paragraaf 1 en 2 zijn toegevoegd voor de duidelijkheid.

2.De kern van de zaak

2.1.
[gedaagde] was eigenaar van de inmiddels uitgeschreven eenmanszaak [onderneming] . De ex-partner van [gedaagde] , de heer [B] , heeft tweemaal dezelfde auto bij [eiseres] gebracht om te laten repareren en APK te laten keuren. Hij heeft hierbij gezegd dat dit op naam van [onderneming] moet gebeuren. [eiseres] heeft werkzaamheden aan de auto uitgevoerd, maar de hierop volgende rekeningen zijn niet betaald. Omdat [gedaagde] eigenaar bleek van de eenmanszaak, vordert [eiseres] betaling van [gedaagde] . [eiseres] zegt dat hij dacht dat [B] handelde namens [onderneming] en dat hij een volmacht had om dit te doen. [gedaagde] wil de facturen niet betalen en zegt dat zij [B] geen toestemming heeft gegeven om werkzaamheden uit te laten voeren aan de auto. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] de facturen van [eiseres] niet hoeft te betalen.

3.De mondelinge uitspraak

Geen sprake van schijn van volmachtverlening
3.1.
Voor beoordeling van de vordering, zal vastgesteld moeten worden met wie de overeenkomst tot stand is gekomen. [eiseres] heeft gesproken met [B] . Hij kwam langs bij [eiseres] en meldde zich als een bij [eiseres] bekende schilder, in zijn schilderkleren, met zijn schilderbus. De vraag is of [eiseres] er vanuit mocht gaan dat hij juridisch gezien met [gedaagde] een overeenkomst sloot of met de eenmanszaak op naam van [gedaagde] . [eiseres] heeft daarvoor een beroep gedaan op schijn van volmachtverlening. Hiervoor moet aan twee eisen zijn voldaan: allereerst moeten er feiten en omstandigheden zijn die de conclusie rechtvaardigen dat [eiseres] redelijkerwijs mocht aannemen dat er een toereikende volmacht was verleend. Ook moet [eiseres] daadwerkelijk hebben aangenomen dat de volmacht is verleend. De kantonrechter oordeelt dat dit laatste niet vastgesteld kan worden. [eiseres] heeft uitgelegd dat [B] naar hem toe kwam en dat [eiseres] hem al kende als schilder. [B] kwam bij [eiseres] in zijn schildersbus. Toen de kantonrechter vroeg waarom [eiseres] dacht dat er een contract was gesloten met [gedaagde] , zei [eiseres] dat hij dat niet weet. Ter onderbouwing van de schijn van volmacht heeft [eiseres] bovendien vooral gewezen op de e-mail die is gestuurd naar het e-mailadres van [gedaagde] , namelijk de opdrachtbevestiging. De kantonrechter vindt enkel de e-mail en het niet daarop antwoorden van [gedaagde] , onvoldoende om vast te stellen dat [B] mocht handelen namens [gedaagde] .
Geen sprake van zaakwaarneming
3.2.
[eiseres] zegt vervolgens nog dat er sprake is van zaakwaarneming. De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling gevraagd of en hoe die toets verschilt van de schijn van volmachtverlening. Tussen deze twee zit in dit geval niet zo’n groot verschil en dat heeft de gemachtigde van [eiseres] bevestigd. De kantonrechter oordeelt daarom dat, met deze zelfde omstandigheden, er ook geen sprake is van zaakwaarneming.
Het beroep op onrechtvaardigde verrijking wordt afgewezen
3.3.
Tot slot heeft [eiseres] een beroep gedaan op ongerechtvaardigde verrijking. Voor toewijzing moet er sprake zijn van verrijking van [gedaagde] en verarming van [eiseres] . Wanneer van beide sprake is, wordt er alleen een vergoeding toegekend wanneer dat redelijk is. De kantonrechter ziet dat [eiseres] kosten heeft gemaakt om de auto te repareren. Daarmee is sprake van verarming aan de zijde van [eiseres] . Maar, dat wil niet zeggen dat [gedaagde] met hetzelfde bedrag is verrijkt. De kantonrechter vindt dat er onvoldoende is aangevoerd om vast te stellen dat [gedaagde] met een bepaald bedrag verrijkt is. Ook dat het redelijk is om een vergoeding voor enige verrijking toe te kennen, is onvoldoende gesteld door [eiseres] . [gedaagde] heeft daarentegen wel meerdere redenen genoemd waarom het niet redelijk is om [eiseres] te vergoeden voor de gestelde ongerechtvaardigde verrijking. Ze zegt namelijk dat ze schulden heeft die [B] heeft gemaakt en dat ze geen geld heeft om te betalen. De kantonrechter oordeelt dat het beroep van [eiseres] op ongerechtvaardigde verrijking niet slaagt.
De nevenvorderingen worden afgewezen
3.4.
Omdat de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en rente in verband staan met de hoofdvordering, worden ook deze vorderingen afgewezen.
[eiseres] moet de proceskosten betalen
3.5.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [gedaagde] vergoeden. Het zijn niet de volledige kosten die [gedaagde] heeft gemaakt die [eiseres] moet betalen, maar een vast tarief. Voor het salaris van de gemachtigde van [gedaagde] krijgt [gedaagde] en vergoeding van twee salarispunten van € 270,00, samen € 542,00. [eiseres] moet ook de nakosten betalen van € 135,00. In totaal is dit € 677,00. Dit moet [eiseres] betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als het vonnis moet worden betekend, dan moet [eiseres] ook de kosten van de betekening betalen.
Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard
3.6.
[gedaagde] heeft gevraagd om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dat zal de kantonrechter ook doen. Dit betekent dat wanneer een partij in hoger beroep gaat tegen dit vonnis, deze uitspraak geldt, totdat er een vonnis wordt uitgesproken in het hoger beroep.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
4.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 677,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. Werner en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2025.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de kantonrechter en de griffier is ondertekend.
de griffier, de kantonrechter
mr. R. van de Meent mr. A.A.T Werner