ECLI:NL:RBMNE:2025:5118

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
30 september 2025
Zaaknummer
598726
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake onteigening en benoeming deskundigen door de Rechtbank Midden-Nederland

Op 1 oktober 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een tussenbeschikking gegeven in de onteigeningsprocedure van TenneT TSO B.V. tegen belanghebbenden [belanghebbende 1] B.V. en [belanghebbende 2]. TenneT heeft verzocht om de schadeloosstelling vast te stellen en deskundigen te benoemen die de rechtbank adviseren over de prijs van de onroerende zaken die ter onteigening zijn aangewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat TenneT ontvankelijk is in haar verzoek, omdat het verzoek is ingediend na de bekendmaking van de onteigeningsbeschikking en binnen de wettelijke termijn. De rechtbank heeft de deskundigen benoemd, waaronder mr. I.P.A. van Heijst als voorzitter, en heeft een rechter-commissaris aangesteld om toezicht te houden op de plaatsopneming. De rechtbank heeft ook de procedure voor de schadeloosstelling uiteengezet, waarbij belanghebbenden de gelegenheid krijgen om hun standpunten toe te lichten. De deskundigen zijn opgedragen om advies uit te brengen over de schadeloosstelling van de onroerende zaken, en de rechtbank heeft de publicatie van de plaatsopneming geregeld. TenneT is veroordeeld in de kosten van deze publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer / rekestnummer: C/16/598726 / HL RK 25-40
Beschikking van 1 oktober 2025
in de zaak van
TENNET TSO B.V.,
te Arnhem,
verzoekende partij,
hierna te noemen: TenneT,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans,
tegen

1.[belanghebbende 1] B.V.,

te [plaats 1] ,
belanghebbende,
hierna te noemen: [belanghebbende 1] ,
advocaat: mr. C.F. van Helvoirt,

2. [belanghebbende 2] ,

te [plaats 2] ,
belanghebbende,
hierna te noemen: [belanghebbende 2] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties 1-8, binnengekomen bij de rechtbank op 25 augustus 2025;
- het bewijs dat de onteigende en de in het verzoekschrift genoemde belanghebbenden het verzoekschrift hebben ontvangen;
- het verweerschrift van [belanghebbende 1] ;
- de akte van TenneT met de bij de onteigeningsbeschikking behorende lijst van te onteigenen zaken.
1.2.
Ten slotte is een datum voor deze tussenbeschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
De Provinciale Staten van de Provincie Utrecht hebben op 4 juni 2025 een onteigeningsbeschikking afgegeven. Een afschrift daarvan heeft TenneT als productie 1 overgelegd. In die beschikking zijn de volgende perceelsgedeelten ter onteigening aangewezen, kadastraal bekend gemeente [gemeente] :
  • sectie [letter] , nummer [nummeraanduiding 1] (ged.), groot 16.043 m2;
  • sectie [letter] , nummer [nummeraanduiding 2] (ged.), groot 20.975 m2;
  • sectie [letter] , nummer [nummeraanduiding 3] (ged.), groot 26.104 m2;
hierna te noemen: de onroerende zaken.
2.2.
De onteigeningsbeschikking is op de in artikel 16.33d Omgevingswet (hierna: Ow) voorgeschreven wijze bekendgemaakt en ter inzage gelegd, hetgeen volgt uit producties 2 tot en met 4 bij het verzoekschrift.
2.3.
De onroerende zaken zijn in eigendom van [belanghebbende 1] . De eigenaar heeft op grond van artikel 15.17 Ow recht op schadeloosstelling.
2.4.
De te onteigenen perceelsgedeelten zijn volgens opgave van TenneT belast met een opstalrecht ten gunste van [belanghebbende 2] . [belanghebbende 2] is een rechthebbende zoals bedoeld in artikel 15.27 Ow die ook recht op schadeloosstelling heeft. Zij is rechtsgeldig opgeroepen in deze verzoekschriftprocedure.
2.5.
Bij TenneT zijn geen andere gerechtigden in de zin van artikel 15.27 Ow bekend.
2.6.
In het verzoekschrift is de schadeloosstelling opgenomen die door TenneT aan elk van de belanghebbenden wordt aangeboden. Aan [belanghebbende 1] is een schadeloosstelling van
€ 2.760.000,- aangeboden. Aan [belanghebbende 2] is een schadeloosstelling van nihil aangeboden, omdat de opstallen van [belanghebbende 2] niet geraakt worden door de onteigening en TenneT de opstalrechten na de onteigening opnieuw zal vestigen.

3.Het geschil

3.1.
TenneT vraagt de rechtbank – kort samengevat – de schadeloosstelling die het gevolg is van de onteigening vast te stellen, daartoe drie deskundigen te benoemen die de rechtbank dienen te adviseren over de prijs, om een opneming van de onroerende zaken te gelasten, om daarna de voorlopige schadeloosstelling vast te stellen en tot slot de definitieve schadeloosstelling vast te stellen.
3.2.
[belanghebbende 1] heeft het aanbod tot schadeloosstelling, zoals opgenomen in het verzoekschrift, verworpen. [belanghebbende 2] heeft niet gereageerd.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid
4.1.
TenneT is ontvankelijk in haar verzoek omdat het is ingediend nadat de onteigeningsbeschikking is bekendgemaakt (artikel 11.14 Ow) en omdat de termijn van 12 maanden als genoemd in artikel 11.12 Ow nog niet is verstreken.
4.2.
Verder voldoet het verzoek aan alle vormvoorschriften zoals opgenomen in artikel 278 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering en artikel 15.37 Ow.
Bevoegdheid
4.3.
Deze rechtbank is ook bevoegd een beslissing te nemen over de hoogte van de schadeloosstelling, omdat de onroerende zaken geheel of grotendeels zijn gelegen binnen het rechtsgebied van deze rechtbank.
Opmerkingen [belanghebbende 1] m.b.t. de inrichting van de schadeloosstellingsprocedure
4.4.
[belanghebbende 1] heeft in haar verweerschrift een aantal opmerkingen gemaakt over de inrichting van de schadeloosstellingsprocedure, in het bijzonder wat betreft de mogelijkheid tot het voeren van verweer. De rechtbank merkt hierover op dat alle partijen, dus ook [belanghebbende 1] , bij de plaatsopneming de gelegenheid krijgen om hun standpunt over de te begroten schadeloosstelling aan de hand van een (schriftelijke) nota toe te lichten aan de rechtbankdeskundigen. Daarna krijgen partijen nog de gelegenheid te reageren op het conceptrapport van deskundigen en op het definitieve rapport van deskundigen ter gelegenheid van het pleidooi. Daarmee wordt aangesloten bij de staande praktijk en heeft [belanghebbende 1] voldoende gelegenheid om verweer te voeren.
De plaatsopneming
4.5.
De rechtbank zal een gerechtelijke plaatsopneming (artikel 15.40 Ow) gelasten. Direct daaraan voorafgaand zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld hun standpunten aan de hand van een (schriftelijke) nota nader toe te lichten ten overstaan van een door de rechtbank te benoemen rechter-commissaris en de deskundigen.
4.6.
Bij e-mailbericht respectievelijk brief van 8 september 2025 heeft de griffier [belanghebbende 1] respectievelijk [belanghebbende 2] in de gelegenheid gesteld een schriftelijk verweer in te dienen en daarbij ook bericht dat de rechtbank voornemens is om de volgende deskundigen te benoemen: mr. I.P.A. van Heijst (voorzitter), ing. H.M. Dorenbosch en ing. J.L. Scheffer. Ook TenneT is bij e-mail van 8 september 2025 van de voorgenomen benoeming op de hoogte gesteld. Partijen hebben daartegen geen bezwaren gemaakt.
4.7.
Overeenkomstig artikelen 15.39 Ow zal de rechtbank deze deskundigen benoemen om over de schadeloosstelling een schriftelijk bericht uit brengen. Verder zal de rechtbank één van haar leden als rechter-commissaris benoemen om, vergezeld van de griffier, bij de plaatsopneming aanwezig te zijn.
4.8.
Tot slot zal de rechtbank overeenkomstig artikel 15.40 lid 3 Ow een nieuwsblad aanwijzen waarin kennis wordt gegeven van de tijd en de plaats van de plaatsopneming. Ingevolge artikel 15.46 lid 5 Ow zal verzoeker als onteigenaar worden veroordeeld in de kosten van deze publicatie. Daartoe zal verzoeker een factuur ontvangen van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht.

5.De beslissing

De rechtbank:
de deskundigen
5.1.
benoemt tot deskundigen die de schadeloosstelling zullen begroten:
- mr. I.P.A. van Heijst, voorzitter
adres: [adres 1] , [postcode 1] [plaats 3]
telefoon: [telefoonnummer 1]
e-mail: [e-mailadres 1]
- ing. H.M. Dorenbosch
adres: [adres 2] , [postcode 2] [plaats 4]
telefoon: [telefoonnummer 2]
e-mail: [e-mailadres 2]
- ing. J.L. Scheffer
adres: [adres 3] , [postcode 3] [plaats 5]
telefoon: [telefoonnummer 3]
e-mail: [e-mailadres 3]
5.2.
draagt aan de deskundigen op om advies uit te brengen over de schadeloosstelling van de onroerende zaken, te weten de percelen kadastraal bekend gemeente [gemeente] :
  • sectie [letter] , nummer [nummeraanduiding 1] (ged.), groot 16.043 m2;
  • sectie [letter] , nummer [nummeraanduiding 2] (ged.), groot 20.975 m2;
  • sectie [letter] , nummer [nummeraanduiding 3] (ged.), groot 26.104 m2;
5.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van deze beschikking aan iedere deskundige zal sturen;
5.4.
bepaalt dat TenneT de deskundigen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 14 dagen vóór de opneming van de onroerende zaken, in het bezit moet stellen van alle processtukken;
de plaatsopneming
5.5.
benoemt mr. J.M. van Wegen tot rechter-commissaris om, vergezeld van de griffier, bij de opneming door de deskundigen van de ligging en de gesteldheid van de onroerende zaken aanwezig te zijn;
5.6.
bepaalt dat verzoeker, belanghebbenden en de deskundigen uiterlijk op
15 oktober 2025bij brief aan de rechtbank kunnen opgeven op welke dagen zij in de maanden januari tot en met april 2026 verhinderd zijn, daarbij moeten ten minste 15 dagen, of 30 dagdelen, vrij zijn gelaten waarop de plaatsopneming kan plaatsvinden;
5.7.
bepaalt dat voor het opgeven van verhinderdagen geen nader uitstel zal worden verleend;
5.8.
wijst de deskundigen erop dat bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moeten worden gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundigen in hun schriftelijk advies moeten vermelden of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken;
5.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundigen moeten verstrekken als de deskundigen daarom vragen, de deskundigen toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundigen ook voor het overige gelegenheid moeten geven om het onderzoek te verrichten;
5.10.
bepaalt dat de partij die schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundigen doet toekomen, daarvan direct een afschrift aan de wederpartij verstrekt;
het schriftelijk rapport
5.11.
bepaalt dat bij de plaatsopneming wordt bepaald op welke termijn de deskundigen het advies schriftelijk en ondertekend in drievoud bij de griffie van de rechtbank dienen in te leveren;
5.12.
wijst de deskundigen erop dat:
- uit het deskundigenrapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundigen is gebaseerd;
- de deskundigen een concept van het rapport aan partijen moeten toezenden, waarna partijen de gelegenheid krijgen
binnen vier wekendaarover bij de deskundigen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundigen in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundigen daarop moet vermelden;
5.13.
bepaalt dat partijen bij de deskundigen geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het conceptrapport te reageren;
de publicatie
5.14.
wijst de in de gemeente Stichtse Vecht verschijnende editie van het Algemeen Dagblad aan als nieuws- en advertentieblad waarin door de griffier van deze rechtbank van de tijd en de plaats van de plaatsopneming kennis wordt gegeven;
5.15.
veroordeelt TenneT in de kosten van deze publicatie.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op
1 oktober 2025.
45353