ECLI:NL:RBMNE:2025:5121
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 5 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder, het College van procureurs-generaal, behandeld. Eiser had op 4 mei 2024 beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit komt voort uit het feit dat zowel de rechtbank als verweerder niet duidelijk was waarop het beroep van eiser betrekking had. Eiser had in zijn beroepschrift verschillende verzetten en ingebrekestellingen genoemd, maar deze waren onsamenhangend en leidden tot verwarring. De rechtbank heeft eiser om verduidelijking gevraagd, waarop eiser aanvullende stukken heeft ingediend. Verweerder heeft vervolgens aangegeven dat het nu duidelijker is waar het verzet van eiser op doelt en heeft het verzet alsnog in behandeling genomen. Echter, op het moment van het indienen van het beroep was er geen duidelijkheid over de inhoud, waardoor de rechtbank oordeelt dat eiser redelijkerwijs geen besluit kon verwachten. De rechtbank benadrukt ook dat eiser eerder is geadviseerd om juridische bijstand te zoeken, omdat zijn communicatie problemen oplevert in de procedure. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en roept eiser op om hulp te zoeken bij het indienen van aanvragen en procedures.