ECLI:NL:RBMNE:2025:5128

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 september 2025
Publicatiedatum
30 september 2025
Zaaknummer
C/16/599576 / JE RK 25-1398
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van minderjarigen in een onveilige thuissituatie met spanningen tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 september 2025 een beschikking gegeven over de voorlopige ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling vanwege de onveilige en gespannen thuissituatie waarin de kinderen opgroeien. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag over de kinderen, maar de moeder is alleen belast met het gezag over [minderjarige 3]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, die acuut en ernstig bedreigd wordt door de spanningen tussen de ouders en de nieuwe partner van de moeder. De vader, die recentelijk na zeven jaar detentie is vrijgekomen, heeft grote zorgen over de invloed van de nieuwe partner van de moeder op de kinderen. De moeder erkent de spanningen, maar heeft geprobeerd een rustige omgeving voor de kinderen te creëren. De kinderrechter heeft besloten dat de kinderen voorlopig onder toezicht worden gesteld voor de duur van drie maanden, om de situatie te monitoren en te zorgen voor de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de Raad en de gecertificeerde instelling de veiligheidsrisico's voor de kinderen onderzoeken, zowel in het contact met hun vader als in de thuissituatie met de nieuwe partner van de moeder.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/16/599576 / JE RK 25-1398
Datum uitspraak: 19 september 2025
Beschikking van de kinderrechter over een voorlopige ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming,
Midden-Nederland, Utrecht,
hierna te noemen de Raad,
over
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2013 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2015 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 2] ,
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2018 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 3] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. J. Koenen, waarnemend voor mr. M.S. Krol,
[vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. A.G. Ouwejan.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 12 september 2025;
  • een bericht van de vader, binnengekomen op 16 september 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 19 september 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [A] , namens de Raad;
- mevrouw [B] , namens de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland (hierna: de GI).
1.3.
De advocaat van de vader heeft zich voorafgaand aan de zitting afgemeld en schriftelijk het standpunt van haar cliënt kenbaar gemaakt
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige 1] uitgenodigd voor een gesprek. [minderjarige 1] heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . De moeder is alleen belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 3] .
2.2.
[minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wonen bij hun moeder.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] voorlopig onder toezicht te stellen voor de duur van drie maanden.

4.De standpunten

4.1.
De vader staat achter het verzoek van de Raad.
4.2.
De moeder wil het liever niet, maar staat ook achter het verzoek van de Raad.

5.De beoordeling

Beslissing
5.1.
De kinderrechter zal [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] voorlopig onder toezicht stellen, voor de duur van drie maanden, te weten tot 19 december 2025. De kinderrechter zal deze beslissing hierna uitleggen.
Toelichting
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een voorlopige ondertoezichtstelling is voldaan. [1] Er is een ernstig vermoeden dat de ontwikkeling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] acuut en ernstig wordt bedreigd. De voorlopige ondertoezichtstelling is noodzakelijk om die bedreiging weg te nemen.
5.3.
Volgens de Raad groeien de kinderen op in een situatie waarin sprake is van onrust, spanning en toenemende dreiging tussen de verschillende volwassenen. Het lukt de ouders niet om samen te werken of afspraken te maken in het belang van de kinderen. De spanning loopt op momenten zodanig op dat de Raad vreest dat zonder duidelijke monitoring en sturing binnen een gedwongen kader, ernstige (veiligheids)incidenten niet voorkomen kunnen worden. De Raad maakt zich daarnaast zorgen over het feit dat [minderjarige 1] geen contact met de vader wil, dat [minderjarige 2] klem lijkt te zitten tussen de ouders/moeders partner en [minderjarige 3] angstig reageert wanneer de vader hem oppakt. De Raad is bezorgd dat het tot heden onvoldoende is gelukt om de belangen van de kinderen in deze complexe situatie voldoende te waarborgen, waardoor er een te groot of niet passend appèl op ze wordt gedaan.
5.4.
De vader is in mei 2025, na zeven jaar in detentie te hebben gezeten, onder voorwaarden vrijgekomen. De moeder heeft op dit moment een relatie, sinds augustus 2024, met een man die de vader kent uit zijn detentieperiode. De vader keurt de relatie af en vindt de huidige partner niet goed. De vader maakt zich zorgen als de kinderen met de nieuwe partner zijn omdat de vader zijn voorgeschiedenis kent. Hierdoor ontstaan er grote spanningen. Spanningen die de kinderen ongetwijfeld ook meekrijgen.
5.5.
De moeder is van mening dat zij de kinderen de afgelopen zeven jaar een rustige en liefdevolle thuissituatie heeft geboden. Dit erkend de vader ook. De moeder heeft de kinderen altijd gestimuleerd om contact te hebben met de vader en heeft dit ook gefaciliteerd. Echter, sinds de vader uit detentie is zijn de spanningen toegenomen en dit merken de kinderen ook. Er is al veel hulp ingezet voor de kinderen, zoals speltherapie, en de moeder wil graag een stabiele oplossing. Zij wil rust en duidelijkheid en als dat er kan komen door een voorlopige ondertoezichtstelling dan staat zij erachter.
5.6.
De kinderrechter ziet dat er op meerdere gebieden zorgen zijn over de kinderen en de volwassenen om hen heen. Er is veel spanning in de thuissituatie, tussen de ouders onderling en deze spanning was tijdens de zitting ook duidelijk zichtbaar. De kinderrechter is van oordeel dat deze situatie verbeterd dient te worden en dat hulp in het vrijwillig kader hiervoor niet afdoende is. Het is van belang dat de GI de komende tijd gaat monitoren wat in het belang van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] is en dat zij zo min mogelijk mee krijgen van de spanningen in de thuissituatie. Er dient passende hulpverlening te komen en daarom stelt de kinderrechter [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] voorlopig onder toezicht voor de duur van drie maanden. De kinderrechter gaat ervan uit dat de Raad en de GI de veiligheidsrisico’s voor de kinderen zullen onderzoeken, zowel in het contact met hun vader als in de thuissituatie met de nieuwe partner van moeder. De kinderrechter ziet namelijk ten aanzien van beide situaties mogelijke risico’s. De vader uit dreigende taal ten opzichte van de nieuwe partner van moeder. Hierdoor zal duidelijk worden welk vorm van contact in het belang van de kinderen zal zijn. De nieuwe partner van moeder heeft een contactverbod ten aanzien van zijn vorige relatie en de kinderen uit die relatie.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] voorlopig onder toezicht van Samen Veilig Midden-Nederland met ingang van 19 september 2025 tot 19 december 2025.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2025 door
mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van I. Stooker als griffier, en op schrift gesteld op 26 september 2025

Voetnoten

1.Artikel 1:257 BW.