3.7.De vrouw, de man en de kinderen hebben over hun mening en hun wensen ten aanzien van de zorgregeling het volgende naar voren gebracht:
- De vrouw wil dat de definitieve zorgregeling anders wordt dan de voorlopige zorgregeling die nu geldt. Zij heeft gezegd dat co-ouderschap niet in het belang van de kinderen is en verzoekt daarom een regeling vast te stellen waarbij de kinderen om de week van zaterdagochtend 09.00 uur tot zondagmiddag 17.00 uur bij de man verblijven (dus: een weekendregeling). De vrouw heeft gezegd dat de kinderen niet de helft van de tijd bij hun vader willen zijn, en dat zij hen niet wil dwingen. Tijdens de zitting heeft de vrouw aangegeven dat de kinderen wat haar betreft ook wel meer dagen bij de man mogen verblijven, maar dat zij dan denkt aan een frequentie van negen dagen achter elkaar bij haar en vijf dagen achter elkaar bij de man;
- De man wil dat het co-ouderschap ook de definitieve regeling wordt. Hij wil de kinderen daarbij wel wat meer vrijheid geven om zelf te bepalen wanneer ze bij hem zijn, maar de basis moet, net als nu, een 50/50-verdeling van de zorg zijn;
- [minderjarige 1] heeft de kinderrechter verteld dat hij vooral graag zelf wil kiezen wanneer hij bij welke ouder is, en dat hij graag veel bij zijn vader is. Hij maakt zich veel zorgen over zijn moeder. Zij heeft een nieuwe relatie en sindsdien is haar gedrag veranderd, volgens [minderjarige 1] . Ook maakt [minderjarige 1] zich zorgen om zijn broertje en zusje. [minderjarige 1] vindt bijvoorbeeld dat [minderjarige 2] teveel op zijn kamer op zijn Playstation zit, maar dat zijn moeder daar niet genoeg op let. [minderjarige 1] heeft de kinderrechter verteld dat zijn moeder denkt dat hij aan de kant van zijn vader staat, omdat hij soms kritisch op haar is, maar dat is niet zo: [minderjarige 1] probeert alleen te helpen;
- [minderjarige 2] heeft de kinderrechter verteld dat ook hij graag meer zelf wil bepalen. Hij wil graag meer, of zelfs alleen maar, bij zijn moeder zijn. [minderjarige 2] heeft veel ruzies met zijn vader, bijvoorbeeld over hoeveel hij op zijn Playstation zit. Soms is het met zijn vader ook wel gezellig, bijvoorbeeld als ze samen iets gaan eten in de stad, maar er is toch vooral veel discussie. Zijn vader kan dan ook dreigend naar hem zijn;
- [minderjarige 3] heeft de kinderrechter verteld dat ze het heen en weer gaan met spullen van de ene naar de andere ouder irritant vindt. Ze wil graag bij haar moeder zijn, omdat haar vader wat meer zeurt en bijvoorbeeld steeds zegt dat het huis waarin haar moeder woont, ook nog steeds zijn huis is. Haar vader zegt óók wel dat haar moeder ‘de beste mama’ is, maar zegt zonder dat hij het zelf helemaal doorheeft ook wel slechte dingen over haar moeder. Daar heeft [minderjarige 3] last van.