ECLI:NL:RBMNE:2025:5164

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 oktober 2025
Publicatiedatum
2 oktober 2025
Zaaknummer
C/16/597034 / KG ZA 25-371
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige uitlatingen over dierenmishandeling door House of Animals

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 oktober 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een melkveebedrijf, een besloten vennootschap en een bestuurder tegen de stichting House of Animals. De eisers beschuldigden de gedaagden van het doen van onrechtmatige uitlatingen op sociale media, waarin ernstige misstanden en dierenmishandeling werden beweerd. De rechtbank oordeelde dat de uitlatingen grotendeels onrechtmatig waren, omdat ze onvoldoende steun vonden in de feiten. De gedaagden werden veroordeeld om bepaalde uitlatingen te verwijderen en een rectificatie te publiceren. De rechtbank overwoog dat de vrijheid van meningsuiting van de gedaagden beperkt kan worden als de uitlatingen onrechtmatig zijn. De vorderingen van de vennootschap onder firma en de bestuurder werden afgewezen, omdat zij geen zelfstandig belang hadden bij de vorderingen. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de besloten vennootschap gedeeltelijk toewijsbaar waren, en dat de gedaagden een dwangsom moesten betalen als zij zich niet aan de veroordelingen hielden. De proceskosten werden toegewezen aan de eisers, met uitzondering van de kosten van de vennootschap onder firma en de bestuurder, die op nihil werden gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/597034 / KG ZA 25-371
Vonnis in kort geding van 2 oktober 2025
in de zaak van

1.de vennootschap onder firma MELKVEEBEDRIJF [eiser sub 1] ,2. de besloten vennootschap [eiser sub 2] B.V.,3. [eiser sub 3] ,

te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna te noemen: het melkveebedrijf, de B.V. en [eiser sub 3] ,
advocaten: mr. J.J.A. Braspenning en mr. F. Alberts,
tegen

1.de stichting HOUSE OF ANIMALS FOUNDATION,

te Utrecht,
2.
[gedaagde sub 2],
woonplaats geheim,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: House of Animals en [gedaagde sub 2] en samen House of Animals c.s.,
advocaat: mr. M. van Duijn.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 27
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 14
- de mondelinge behandeling van 11 september 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiser sub 3] c.s.
1.2.
Op de zitting is bepaald dat er op 3 oktober 2025 vonnis wordt gewezen, of zoveel eerder als lukt.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiser sub 3] is bestuurder en aandeelhouder van de B.V. De B.V. fokt honden en drijft een hondenpension. [gedaagde sub 2] is voorzitter van dierenbeschermingsorganisatie House of Animals. House of Animals c.s. hebben op hun sociale media negatieve uitlatingen over de B.V. gedaan. Zij beschuldigen de B.V. van ernstige misstanden en dierenmishandeling. De B.V. zegt dat deze uitlatingen onrechtmatig zijn en zij krijgt daarin gedeeltelijk gelijk. House of Animals c.s. worden daarom veroordeeld om bepaalde uitlatingen te verwijderen en om een rectificatie te publiceren. Als zij dit niet doen, moeten ze een dwangsom betalen. Ook worden House of Animals c.s. veroordeeld om de proceskosten van de B.V. te betalen.

3.De beoordeling

De vorderingen van de vof en [eiser sub 3] worden meteen afgewezen
3.1.
De vof, de B.V. en [eiser sub 3] hebben samen de vorderingen ingesteld. Volgens hen zijn de verwijten van House of Animals c.s. aan hun alle drie gericht. De verwijten gaan echter alleen over het fokken van de honden en het hondenpension. Er worden geen verwijten gemaakt over de melkveehouderij of over [eiser sub 3] als privépersoon of als bestuurder van de B.V. Zij hebben daarom geen zelfstandig belang bij die vorderingen. De vof en [eiser sub 3] stellen weliswaar dat de onrechtmatige uitlatingen van House of Animals c.s. over de B.V. ook op hen afstralen, maar dat is onvoldoende om toch een eigen belang bij de vorderingen aan te nemen. Dat geldt temeer omdat, als de B.V. gelijk krijgt, ook dat ‘afstralen’ naar verwachting zal eindigen. Als de B.V. ongelijk krijgt, dan hebben de vof en [eiser sub 3] hoe dan ook geen afzonderlijk belang bij toewijzing. Hierna worden dus alleen nog de vorderingen van de B.V. beoordeeld.
Wat beoordeelt de rechter in een kort geding?
3.2.
Om met succes een vordering in kort geding te kunnen instellen, moet de B.V. een spoedeisend belang hebben. Dat heeft zij als ze de afloop van een bodemprocedure niet kan afwachten. Dat is hier zo vanwege de aard van de zaak. De B.V. zegt dat House of Animals c.s. onrechtmatig hebben gehandeld en zij wil dat dit stopt en wordt rechtgezet. Normaal gesproken is er een spoedeisend belang om onrechtmatig handelen te laten stoppen en recht te laten zetten. Dat is hier niet anders.
3.3.
Ook geldt dat een vordering in een kort geding kan worden toegewezen als het waarschijnlijk is dat deze in een bodemprocedure zal worden toegewezen. In een kort geding is geen plaats voor bewijslevering. De voorzieningenrechter verwacht dat de vorderingen van de B.V. gedeeltelijk zullen worden toegewezen in een bodemprocedure. Waarom dat zo is, wordt hieronder uitgelegd.
Wat beoordeelt de rechter in een zaak over onrechtmatige uitlatingen?
3.4.
Als de vorderingen van de B.V. worden toegewezen, wordt de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 lid 1 EVRM) van House of Animals c.s. beperkt. De vrijheid van meningsuiting brengt bepaalde plichten en verantwoordelijkheden mee en kan worden beperkt, als die beperking in de wet is geregeld en in een democratische samenleving nodig is, bijvoorbeeld om de goede naam en de rechten van anderen te beschermen. Van zo’n toegestane beperking is sprake als de uitlatingen van House of Animals c.s. onrechtmatig zijn (artikel 6:162 BW).
3.5.
Voor het antwoord op de vraag of de uitlatingen van House of Animals c.s. onrechtmatig zijn, moeten de wederzijdse belangen – die in beginsel gelijkwaardig zijn – tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van de B.V. is dat zij niet zomaar wordt blootgesteld aan verdachtmakingen en dat haar reputatie niet onnodig wordt geschonden. Die reputatie wordt beschermd door artikel 8 EVRM. In vorige uitspraken ging rechtbank Midden-Nederland ervan uit dat de reputatie van rechtspersonen niet onder artikel 8 EVRM, maar onder artikel 10 lid 2 EVRM viel, maar dat doet zij voortaan anders vanwege een arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden [1] . Het belang van House of Animals c.s. is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moeten kunnen uitlaten over misstanden. Bij deze belangenafweging moeten alle relevante omstandigheden worden meegenomen, zoals:
1. de aard van de uitlatingen
2. dragen de uitlatingen bij aan een debat over een zaak van algemeen belang?
3. wie doet de uitlatingen?
4. hebben de uitlatingen voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal?
5. de inkleding van de uitlatingen,
6. de omvang van het publiek dat met de uitlatingen wordt bereikt,
7. over wie gaan de uitlatingen?
3.6.
De voorzieningenrechter beoordeelt eerst in hoeverre uitlatingen van House of Animals c.s. steun vinden in de feiten. Daarbij zijn niet de volledige publicaties beoordeeld, maar alleen de delen daarvan waartegen de B.V. bezwaar maakt in de dagvaarding. Daarna worden alle andere omstandigheden meegewogen.
Vinden de verwijten steun in het beschikbare feitenmateriaal? Deels.
I Video 18 oktober 2024 (productie 3 B.V.) gepubliceerd door House of Animals c.s.
3.7.
In deze video wordt één ding gezegd dat klopt en een gevaar oplevert voor het dierenwelzijn, namelijk dat de hondenmanden kapotte randen hebben.
3.8.
Weliswaar worden in de video van 18 oktober 2024 foto’s en een filmpje getoond die zijn gemaakt in het bedrijf van de B.V. en waarop meer dingen te zien zijn die House of Animals c.s. de B.V. verwijt, maar volgens de B.V. zijn de foto’s voor 2023 genomen, ging het om een momentopname van een slecht moment en geeft dit niet de huidige situatie in het bedrijf weer. Ook zegt de B.V. dat er geen hond is te zien met een ziekte die een risico vormt voor andere honden. House of Animals c.s. erkennen dat slechts op een klein deel van de beelden de actuele situatie te zien is, maar zij zeggen niet om welke beelden het daarbij gaat. Zij willen daar geen duidelijkheid over geven om hun bronnen te beschermen. Dat is hun goed recht en kan ook een begrijpelijk belang dienen, maar dat hindert hen wel in de onderbouwing van de verwijten. Het belang van bronbescherming leidt er immers niet toe dat tegenover een tegenwerping van de wederpartij, de juistheid van de betrokken uitlating komt vast te staan. House of Animals c.s. brengt in hun video duidelijk de boodschap dat het gaat om actuele misstanden en dat de situatie zeer ernstig is. Dat dit zo is, blijkt niet voldoende uit het feitenmateriaal.
3.9.
Daarbij speelt ook een rol dat de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) op 16 oktober 2024 een inspectie heeft uitgevoerd bij de hondenfokkerij. Dat leidde tot een schriftelijke waarschuwing op 18 oktober 2024, omdat de hondenmanden scherpe randen hadden, de manden op de koude vloer stonden en de twee zilvervossen in een vies hok verbleven. Er zijn ook gebreken in de administratie gevonden. Op 5 november 2024 heeft de NVWA een hercontrole gedaan en toen bleken deze punten hersteld. Behalve de gebreken in de administratie. Daarvoor was de termijn nog niet verlopen. De LID (Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn) controleert meerdere keren per jaar het hondenpension en heeft nooit gewezen op ernstige mistanden. De NVWA en het LID hebben ieder een deel van het bedrijf van de B.V. bekeken. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat daarmee alle relevante ruimtes zijn geïnspecteerd. House of Animals c.s. betwist dit, maar de voorzieningenrechter heeft op de zitting controlevragen gesteld over het aantal honden dat de B.V. in die periode hield en haar antwoorden komen overeen met het aantal dieren dat de NVWA noemt in haar rapporten. House of Animals c.s. wist weliswaar pas kort geleden van de resultaten van de inspecties van de NVWA en het LID, dus zij kon en hoefde haar uitlatingen daar niet op te baseren. De inhoud van die rapporten laat echter wel zien dat de uitlatingen van House of Animals c.s. die afwijken van de inhoud van de rapporten niet steekhoudend zijn.
II Facebookbericht 18 oktober 2024 (productie 4 B.V.) gepubliceerd door House of Animals
3.10.
In dit bericht wordt verwezen naar de inhoud van de video van 18 oktober 2024 gedeeld. Alles wat daarover is geoordeeld in 3.7-3.9, geldt ook voor dit bericht.
III Facebookbericht 19 oktober 2024 (productie 7 B.V.) gepubliceerd door House of Animals c.s.
3.11.
Dit bericht heeft de strekking dat er ernstige misstanden zijn in de hondenfokkerij en het hondenpension van de B.V. en klanten van het pension worden opgeroepen om hun hond daar weg te halen. Dat er op dit moment sprake is van ernstige misstanden is onvoldoende aangetoond door House of Animals c.s.
IV Video 21 oktober 2024 (productie 8 B.V.) en Facebookbericht 21 oktober 2024 (productie 9 B.V.) gepubliceerd door House of Animals c.s.
3.12.
In deze video worden beelden getoond waarop volgens House of Animals c.s. te zien is: dat gezonde honden worden geëuthanaseerd als ze niet meer bruikbaar zijn om mee te fokken, dat een hond aan onderkoeling is overleden, honden bijtwonden hebben en een witte vos in een kleine draadkooi. Ook van deze beelden wil House of Animals c.s. niet zeggen wanneer ze zijn gemaakt, omdat ze hun bronnen willen beschermen. Wel erkennen zij dat de beelden vóór 18 oktober 2024 zijn gemaakt. In het Facebookbericht wordt naar de video van 21 oktober 2024 verwezen
3.13.
Volgens de B.V. gaat het om beelden van vóór 2023. De B.V. betwist alle verwijten van House of Animals c.s.. De beelden van de geëuthanaseerde honden zijn niet op het terrein van de B.V. gemaakt en het gaat ook niet om honden van de B.V., maar om honden uit de jachtmeute van een jachtvereniging die haar honden bij de B.V. onderbrengt. De overleden hond was niet onderkoeld. En de gewonde honden zijn jachthonden uit de meute. Het gaat om incidenten en de gewonde honden hebben de juiste zorg gekregen. Bovendien heeft de witte vos toegang tot een ondergronds gangenstelsel.
3.14.
Nu de B.V. de verwijten van House of Animals c.s. tegenspreekt en onvoldoende duidelijk is dat de verwijten zijn gebaseerd op recent bewijsmateriaal, vinden de verwijten uit de video en het Facebookbericht onvoldoende steun in de feiten.
V Facebookbericht 8 november 2024 (productie 15 B.V.) gepubliceerd door House of Animals
3.15.
In dit bericht worden eerdere verwijten aan de B.V. over de zilvervossen en de honden herhaald en bestempeld als ernstige misstanden en diverse overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren. Zoals hier eerder als is geoordeeld, heeft House of Animals c.s. onvoldoende onderbouwd dat het om recente misstanden gaat, terwijl dat wel het verwijt is. Ook dit bericht heeft dus onvoldoende feitelijke ondersteuning.
VI Facebookbericht 21 november 2024 (productie 16 B.V.) gepubliceerd door House of Animals c.s.
3.16.
In dit bericht wordt de B.V. een malafide hondenfokker genoemd. Dat er sprake is van malafide praktijken is echter onvoldoende gebleken, zie alles wat hiervoor is geoordeeld.
VII Facebookberichten 5 en 12 februari 2025 (productie 18 B.V.) gepubliceerd door House of Animals c.s. en Facebookbericht 11 februari 2025 (productie 19 B.V.) gepubliceerd door House of Animals
3.17.
De B.V. vindt het onrechtmatig dat House of Animals c.s. in de berichten zeggen dat de “vossen zijn gered” en zij de “omstandigheden waarin deze dieren moesten leven werkelijk afschuwelijk” noemen. House of Animals c.s. mogen een beetje overdrijven, want er was wel iets mis met het verblijf van de vossen, zoals is vastgesteld in het genoemde NVWA-onderzoek. Deze zinsneden vinden voldoende steun in de feiten. House of Animals c.s. hebben het echter ook over het “ontmaskeren van een malafide fokker”. Dat dit klopt, is onvoldoende gebleken.
VIII Facebookbericht 14 februari 2025 (productie 20 B.V.) gepubliceerd door House of Animals c.s.
3.18.
In dit bericht hebben House of Animals c.s. het over “malafide hondenhandel”, “ernstig dierenleed” en “malafide broodfokker”. Ook herhalen zij de zinsnede over het ontmaskeren van een malafide broodfokker en de verwijten uit de video van 18 oktober 2024, waaronder dat de honden op harde stenen vloeren leven met kapotgebeten manden. Over die twee laatste verwijten heeft de NVWA geoordeeld dat daar inderdaad sprake van was, maar dat die problemen inmiddels zijn verholpen.
IX Facebookbericht 29 april 2025 (productie 21 B.V.) gepubliceerd door House of Animals c.s.
3.19.
In dit Facebookbericht wordt een artikel in [naam] getoond. In dat artikel wordt [gedaagde sub 2] geïnterviewd. In de zinnen uit dit artikel waar [eiser sub 3] c.s. in de dagvaarding tegen opkomt, is de journalist aan het woord en niet [gedaagde sub 2] . Als er in die zinnen onwaarheden worden verteld, is dat dus niet door House of Animals c.s. Er is geen vordering ingesteld tegen de auteur van het artikel, dus er hoeft niet worden beoordeeld of deze zinnen onrechtmatig zijn.
X Facebookbericht 9 mei 2025 (productie 22 B.V.) gepubliceerd door House of Animals c.s.
3.20.
Dit is een blog geschreven door [gedaagde sub 2] naar aanleiding van een interview met een oud-medewerker van de B.V. Het weergeven van een interview mag, maar niet als het wordt gebruikt ter onderstreping van het eigen gelijk, terwijl dat gelijk er niet is. Volgens de B.V. wordt niet de (huidige) situatie in de fokkerij en het pension beschreven. Dat wordt gesteund door de bevindingen van de NVWA. House of Animals c.s. hebben niet gezegd wanneer deze medewerker bij de B.V. werkte. Ook dit keer willen ze hun bron beschermen. Daardoor kan echter niet voldoende worden vastgesteld dat de verwijten die zij de B.V. naar aanleiding van het interview maken over de huidige bedrijfsvoering terecht zijn.
Tussenconclusie
3.21.
Zoals hierboven is geoordeeld, heeft House of Animals c.s. uitlatingen gedaan die niet voldoende steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal. De beschuldigingen van dierenmishandeling moeten dus als onjuist worden beschouwd.
Als de overige factoren worden meegewogen zijn de (onjuiste) uitlatingen dan onrechtmatig? Ja
3.22.
Zijn de (onjuiste) uitlatingen ook onrechtmatig? Dat hangt af van de andere factoren die moeten worden meegewogen (zie 3.5). De uitlatingen zijn zeer ernstige beschuldigingen van dierenmishandling. Doordat de uitlatingen zijn gedaan door of namens een stichting die opkomt voor dierenrechten zullen ze serieus worden genomen door de lezers. De uitlatingen zijn gedaan op het internet, een medium met een groot bereik. En ze zijn gericht tegen een klein bedrijf, dat daar makkelijk schade van ondervindt. Zeker nu House of Animals c.s. lezers oproepen tot het weghalen van honden uit het pensioen en het maken van bezwaar tegen een uitbreidingsplan. De uitlatingen zijn gedaan in het belang van een maatschappelijk relevant onderwerp: dierenmishandeling. De uitlatingen zijn echter zo ingekleed dat er op dit moment sprake is van voortdurende ernstige misstanden in het hondenpension en de hondenfokkerij van de B.V. en dat blijkt niet uit de feiten. House of Animals c.s. hebben in het verleden met succes malafide dierenfokkers aangepakt en zij maken zich terecht zorgen om deze praktijken, maar zij hebben onvoldoende recente informatie om hun beschuldigingen aan de B.V. waar te maken. Opkomen voor dierenwelzijn is een nobel doel, maar ook daarbij moet zorgvuldig worden gehandeld. Ook als het verzamelen van bewijsmateriaal lastig is, is dat toch noodzakelijk voordat ernstige beschuldigingen worden geuit. House of Animals c.s. is in dit geval te voortvarend geweest. De beschuldigingen van House of Animals c.s. van dierenmishandeling zijn daarom onrechtmatig.
De vorderingen worden voor het grootste gedeelte toegewezen
3.23.
De B.V. vordert dat House of Animals c.s. alle hiervoor genoemde berichten moeten verwijderen en verwijderd moet houden. Die vordering wordt deels toegewezen.
3.24.
[gedaagde sub 2] moet verwijderen: de video’s van 18 en 21 oktober 2024 en de Facebookberichten van 19 oktober 2024, 14 februari 2025 en 9 mei 2025. Weliswaar is één beschuldiging uit de video van 18 oktober 2024 terecht (kapotte hondenmanden), maar omdat in de video ook een heleboel verwijten worden gemaakt die onterecht lijken te zijn, is toch de hele video onrechtmatig. Datzelfde geldt voor het Facebookbericht van 14 februari 2025. Hoewel er in dat bericht twee verwijten staan die terecht waren, zijn die zo verweven met onterechte verwijten dat het hele bericht onrechtmatig is. Uit de Facebookberichten van 21 november 2024 en 5 en 12 februari 2025 moet [gedaagde sub 2] het woord “malafide” verwijderen, daarmee is de onrechtmatigheid voldoende opgeheven. [gedaagde sub 2] hoeft het Facebookbericht van 29 april 2025 niet te verwijderen en te rectificeren.
3.25.
House of Animals moet verwijderen: de video’s van 18 en 21 oktober 2024 en de Facebookberichten van 18 en 19 oktober en 8 november 2024 en van 14 februari en 9 mei 2025. Weliswaar is één beschuldiging uit de video en het Facebookbericht van 18 oktober 2024 terecht (kapotte hondenmanden), maar omdat in de video ook een heleboel verwijten worden gemaakt die onterecht lijken te zijn en het Facebookbericht daarnaar verwijst, zijn toch de hele video en Facebookbericht onrechtmatig. Datzelfde geldt voor het Facebookbericht van 14 februari 2025. Hoewel er in dat bericht twee verwijten staan die terecht waren, maar die zijn zo verweven met onterechte verwijten dat het hele bericht onrechtmatig is. Uit de Facebookberichten van 21 november 2024 en 5, 11 en 12 februari 2025 moet House of Animals het woord “malafide” verwijderen, daarmee is de onrechtmatigheid voldoende opgeheven. House of Animals hoeft het Facebookbericht van 29 april 2025 niet te verwijderen en te rectificeren.
3.26.
Als House of Animals c.s. zich hier niet aan houden, moeten ze een dwangsom betalen. De voorzieningenrechter matigt de hoogte van de gevorderde dwangsom tot
€ 1.000,- per dag met een maximum van € 10.000,-.
3.27.
De B.V. vordert ook dat House of Animals c.s. een rectificatie plaatsen op hun (sociale) media kanalen. Die vordering wordt toegewezen met een paar aanpassingen van de door de B.V. voorgestelde tekst van de rectificatie. De uiteindelijke tekst is te zien in “De beslissing”.
3.28.
Als House of Animals c.s. zich hier niet aan houden, moeten ze een dwangsom betalen. De voorzieningenrechter matigt de hoogte van de gevorderde dwangsom tot
€ 1.000,- per dag met een maximum van € 10.000,-.
House of Animals c.s. moet de proceskosten van de B.V. betalen
3.29.
House of Animals c.s. zijn grotendeels in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van de B.V. betalen. Die proceskosten worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
122,35
- griffierecht
2.995,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.402,35
3.30.
De vorderingen van de vof en [eiser sub 3] zijn afgewezen. Normaal gesproken moeten zij dan de proceskosten van House of Animals c.s. betalen. Maar in dit geval zijn er door House of Animals c.s. geen aparte kosten gemaakt voor het verweer tegen de vorderingen van de vof en [eiser sub 3] . Daarom worden deze kosten op nihil gesteld.
3.31.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten (inclusief nakosten) wordt toegewezen op de manier die in “De beslissing” staat.
3.32.
De B.V. vordert betaling van kosten die een boekhouder heeft gemaakt om de door de onrechtmatige uitlatingen geleden schade te berekenen. Die kosten worden afgewezen, net als de wettelijke rente daarover. Weliswaar kunnen dit soort kosten in kort geding om proceseconomische redenen worden toegewezen als de hoofdvorderingen worden toegewezen, ook als er geen spoedeisend belang is bij toewijzing van deze kosten. Maar de door de B.V. gevorderde kosten staan niet in verband met de hoofdvorderingen. Daarom kunnen ze daar niet op “meeliften”. Bij een “losse” veroordeling heeft de B.V. geen spoedeisend belang.
3.33.
De kostenveroordelingen worden hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde sub 2] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de volgende publicaties te verwijderen en verwijderd te houden: de video’s van 18 en 21 oktober 2024 en het Facebookberichten van 19 oktober 2024 en 14 februari 2025, en om uit de volgende berichten het woord “malafide” te verwijderen en verwijderd te houden: de Facebookberichten van 21 november 2024 en 5 en 12 februari 2025,
4.2.
veroordeelt [gedaagde sub 2] om aan de B.V. een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de veroordeling in 4.1 voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
4.3.
veroordeelt House of Animals om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de volgende publicaties te verwijderen en verwijderd te houden: de video’s van 18 en 21 oktober 2024 en de Facebookberichten van 18 en 19 oktober 2024, 8 november 2024 en 14 februari 2025, en om uit de volgende berichten het woord “malafide” te verwijderen en verwijderd te houden: de Facebookberichten van 21 november 2024 en 5, 11 en 12 februari 2025,
4.4.
veroordeelt House of Animals om aan de B.V. een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de veroordeling in 4.3 voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
4.5.
veroordeelt [gedaagde sub 2] en House of Animals ieder om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de volgende rectificatie te plaatsen op haar (sociale) media kanalen:
“In een groot aantal publicaties die zijn verschenen in de periode van 18 oktober 2024 tot en met heden, heeft House of Animals beweerd dat er sprake is van ernstige misstanden bij de hondenfokker in [woonplaats] . Zo zou er sprake zijn van dierenmishandeling en zouden de honden in erbarmelijke omstandigheden worden gehouden. Deze beweringen vonden echter onvoldoende steun in de feiten. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat deze publicaties in zoverre onrechtmatig waren tegenover de hondenfokker en dat wij deze (deels) hebben moeten verwijderen.”,
4.6.
veroordeelt [gedaagde sub 2] om aan de B.V. een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de hoofdveroordeling in 4.5 voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
4.7.
veroordeelt House of Animals om aan de B.V. een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de hoofdveroordeling in 4.5 voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
4.8.
veroordeelt House of Animals c.s. hoofdelijk in de proceskosten van € 4.402,35, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als House of Animals c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
4.9.
veroordeelt House of Animals c.s. hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.10.
veroordeelt de vof en [eiser sub 3] in de proceskosten van House of Animals c.s., vastgesteld op nihil,
4.11.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Steenbergen en in het openbaar uitgesproken door mr. A. de Snoo op 2 oktober 2025.
MB (4209)

Voetnoten

1.ECLI:NL:GHDHA:2024:811, overweging 6.5.